RIJTIPS EN STORINGZOEKEN
Probleem
Stoppel
niet
egaal
afgesneden.
Strepen in de stoppel.
Ongelijke
gewasstroom
machine.
De machine schudt/ongelijke tred.
PINL 099A 04 CM 305F 1116
6. DIVERSEN
Mogelijke oorzaak
of
slecht
De maaibalk is te veel ontlast.
Het toerental van de trekker is te laag.
De messen zijn versleten.
De schotels of trommels zijn vervormd.
Rijden in weinig gewas.
Werkzaamheden vroeg in de ochtend
als het gras nog erg vochtig is.
Rijden in liggend gewas.
via
de
De meenemers kunnen defect zijn of
ontbreken.
De zwadbreedte is te klein vergeleken
met de hoeveelheid gewas.
De messen kunnen vervormd of kapot
zijn of ontbreken.
Defecte aftakas.
Defecte lagers in de tandwielkast van
de schotel.
Aarde en gras in de trommels en
maaischotels.
6. DIVERSEN
52
Maatregel
Controleer
de
basisinstelling
machine en verminder indien nodig de
ontlasting door de veren losser te maken.
Controleer of het aftaktoerental van de
trekker juist is. Zorg ervoor dat het
toerental constant blijft.
Keer/verplaats
de
messen
andere schotel of vervang ze.
Vervang vervormde onderdelen.
Verhoog indien mogelijk de rijsnelheid.
Verhoog indien mogelijk de rijsnelheid.
Beperk de maaihoogte tot het minimum.
Stel het windscherm naar beneden af.
Vervang defecte meenemers en monteer
nieuwe daar waar ze ontbreken.
Stel de zwadvormers in op een grotere
breedte.
Probeer
aanpassingen.
Vervang of verplaats kapotte messen en
monteer nieuwe messen daar waar ze
ontbreken.
Controleer of de as intact is. Indien nodig
repareren.
Controleer of de lagers loszitten of
afgebroken zijn. Indien nodig vervangen.
Maak
de
trommels
en
schoon.
van
de
naar
een
eerst
kleine
maaischotels