Daarnaast moet de stoppelhoogte bij steenachtige velden op de maximale stand
worden ingesteld (horizontale trommel).
Het is belangrijk dat de maaibalk correct wordt ontlast voor een perfecte werking op
het veld en om de kans op overbelasting van de messenbalk te verkleinen.
In geval van een geblokkeerde maaibalk moet u de motor van de trekker uitzetten,
de handrem activeren en wachten totdat de roterende onderdelen stilstaan, voordat u
probeert het vreemde voorwerp te verwijderen.
Als u met een frontaanbouw op steile hellingen en heuvelruggen werkt, moet u een
snelheid aanhouden waarbij u om grotere stenen, sloten en andere obstakels heen
kunt rijden waardoor de trekker zou kunnen kantelen.
Ook bij scherpe bochten op hellingen of bij heffen van de machine met de
driepuntsaanbouw moet u de snelheid aanpassen.
Indien de machine tijdens het werken na enige tijd merkbaar harder gaat trillen en/of
als het geluid van de machine merkbaar toeneemt, moet u de werkzaamheden direct
stilleggen. U kunt pas verder gaan, zodra u het probleem heeft verholpen.
PARKEREN EN ONDERHOUD
Aan het parkeren zijn bedieningsrisico's verbonden, die letsel tot gevolg kunnen
hebben. Daarom moet u:
de trekker en de machine tegen wegrollen blokkeren
de motor van de trekker uitzetten en de sleutel uit het contact halen
ervoor zorgen dat er bij afkoppeling niemand tussen de trekker en de machine
staat
ervoor zorgen dat de ondergrond bij parkeren vast en egaal is
ervoor zorgen dat de steunpoot is geborgd
de aandrijving in de speciale houder zetten
De aangeraden smeer-, vervangings- en controle-intervallen moeten worden
aangehouden om grotere gevolgschade te voorkomen.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen, zodat eventuele gebreken geen
onvoorziene risico's en schade met zich meebrengen.
Zorg er altijd voor dat de gebruikte reserveonderdelen correct zijn gemonteerd, bijv.
dat schroeven met het juiste moment zijn aangehaald.
Voordat reparatie en onderhoud worden uitgevoerd, moet u:
de machine veilig parkeren en de trekker afkoppelen
PINL 099A 04 CM 305F 1116
1. INLEIDING
14