combinatie te vinden van koers houden en kleine roeractiviteit in
een zware maar gelijkmatige zeeconditie.
Zeilen (AC12N/AC42N)
Ú Notitie:
De parameterinstellingen voor Zeilen zijn alleen
beschikbaar als het boottype is ingesteld op Zeilen.
•
Overstag tijd: regelt de snelheid van de draai (overstagtijd) in de
modus Wind.
•
Overstag hoek: regelt de hoek van de draai tussen 50º - 150º in
de modus AUTO
•
Wind functie: selecteer welke windmodus door de
stuurautomaat in de modus Wind wordt gebruikt
- Auto:
Als AWA ≤ 60º: Wind-modus gebruikt AWA
Als AWA > 60º: Wind-modus gebruikt TWA
- Schijnbaar
- Waar
•
VMG optimaliseren: met deze optie kunt u de VMG optimaal
afstemmen op de wind. De functie blijft 5–10 minuten actief
nadat een nieuwe windhoek is ingesteld en alleen tijdens het
laveren.
•
Layline sturen: indien deze functie is geactiveerd, blijft de boot
dankzij de koersafwijking (XTE) van de navigator op de tracklijn.
Als de XTE van de navigator groter is dan 0,15 Nm, berekent de
stuurautomaat de layline en track naar het waypoint.
Automatisch sturen (AC12N/AC42N)
Met deze optie is het mogelijk om de parameters die tijdens de
ingebruikname van de stuurautomaat zijn ingesteld te wijzigen.
Raadpleeg de documentatie van de stuurautomaat voor meer
informatie over de instellingen.
•
Overgangssnelheid: dit is de snelheid waarmee de
stuurautomaat automatisch de stuurparameters wijzigt van Hoog
naar Laag of andersom. Op motorboten is het aan te bevelen de
overgangssnelheid zo in te stellen dat deze de snelheid
vertegenwoordigt waarbij de romp begint te planeren, of de
snelheid waarmee u van langzaam naar kruissnelheid gaat
Software
installeren| AP48 Gebruikershandleiding
45