3
Stuurautomaatmodi
De stuurautomaat heeft verschillende stuurmodi. Het aantal modi
en functies binnen een bepaalde modus is afhankelijk van de
stuurautomaatcomputer, het boottype en de beschikbare
ingangen, zoals uitgelegd in de beschrijving van de volgende
besturingsmodi.
Selecteren van een stuurautomaatmodus
Druk op de knop STBY om de modus Standby te selecteren. Druk
op de knop AUTO om de modus AUTO te selecteren.
Andere modi en automatische functies kunt u selecteren door de
relevante optie te kiezen in de moduslijst. Druk op de knop MODE
om de moduslijst te openen.
De modus Standby
De modus Standby wordt gebruikt wanneer de boot met de hand
aan het roer wordt bestuurd.
Schakel over naar de modus Standby door op de knop STBY te
•
drukken.
Ú Notitie:
Als de sensor cruciale gegevens voor de werking van
de stuurautomaat verliest (bijv. reactie van het roer) wanneer de
stuurautomaat in een automatische modus draait, schakelt het
systeem automatisch over naar de modus Standby.
Modus Non-Follow-Up (NFU)
In de modus NFU kunt u het roer bedienen met de knoppen
Bakboord en Stuurboord op de controller. Het roer blijft bewegen
zo lang u de knop ingedrukt houdt.
•
Selecteer de modus NFU door op de knop Bakboord of
Stuurboord te drukken wanneer de stuurautomaat zich in de
modus Standby of FU bevindt.
Stuurautomaatmodi
| AP48 Gebruikershandleiding
17