26
De wendsnelheid is identiek aan de instelling Wendsnelheid
(NAC-2/NAC-3) en de instelling Snelheidslimiet (AC12N/AC42N) (zie
"Stuurautomaat instellen" op pagina 40). De wendsnelheid kan tijdens
het wenden niet worden gewijzigd.
Spiraalwending
Hiermee maakt het vaartuig een spiraalbeweging in een steeds
groter of kleiner wordende radius.
•
Wendvariabelen:
- Initiële radius
- Wijziging/wending. Als deze waarde is ingesteld op nul, draait
de boot in een cirkel. Negatieve waarden geven een
afnemende radius aan; positieve waarden geven een
toenemende radius aan.
Zigzag-wending
Met deze optie zorgt u ervoor dat de boot in een zigzagpatroon
gaat varen.
Tijdens het draaien kunt u de hoofdkoers wijzigen door aan de
draaiknop te draaien of door op de stuurboord- en
bakboordknoppen te drukken (alleen bij AC12N/AC42N
stuurautomaatcomputers).
•
Wendvariabelen:
- Koerswijziging (A)
- Etappe afstand (B)
Vierkant
Zorgt dat het vaartuig automatisch 90° wendt na een bepaald
routedeel te hebben afgelegd.
Tijdens het draaien kunt u de hoofdkoers wijzigen door aan de
draaiknop te draaien of door op de stuurboord- en
bakboordknoppen te drukken (alleen bij AC12N/AC42N
stuurautomaatcomputers).
•
Wendvariabele:
- Routedeel
Stuurautomaatmodi
B
| AP48 Gebruikershandleiding
A