Wendpatronen
Alle wendpatronen, behalve de U-bocht, kunnen worden aangepast
voordat u een wending start of op ieder gewenst moment tijdens
het wenden.
De wendinstellingen zijn beschikbaar via het dialoogvenster
Instellingen stuurautomaat. Op de volgende bladzijden vindt u
informatie over de variabelen die per wendpatroon beschikbaar zijn.
Starten en stoppen met wenden
Ú Notitie:
Zie "Dieptecontour volgen (DCT)" op pagina 27 voor het
starten van een DCT-wending.
U begint de wending door de draaioptie te selecteren in de
moduslijst. Vervolgens selecteert u de optie Bakboord of Stuurboord
in het dialoogvenster Richting om de draairichting te selecteren.
U kunt de wending op elk moment stoppen door op de knop STBY
te drukken en terug te keren naar de stand-bymodus en de
handmatige besturing.
C-bocht (continue bocht)
Stuurt het vaartuig in een cirkel.
•
Stuur variabele:
- Stuur snelheid. Door de waarde te verhogen maakt het
vaartuig een kleinere cirkel.
U-bocht
Wijzigt de ingestelde vaarrichting met 180° in tegenovergestelde
richting.
25
Stuurautomaatmodi
| AP48 Gebruikershandleiding