5. Onderhoud en reparaties
A
I
I
A
O
A
B
Veiligheidsschakeling
W
Veiligheidsschakeling niet manipuleren en de
veiligheidshendel niet vastbinden!
Functie voor iedere ingebruikname en bij iedere
onderhoudswerkzaamheid controleren omdat een
beschadigde veiligheidsvoorziening van buiten niet
I
meteen te zien is en de steunkracht en de zelfstandige
terugstelling van de veiligheidshedel niet beïnvloedt.
Ter controle de rijaandrijving en de aftakas inschakelen,
vervolgens de koppeling inkoppelen "I".
- Bij het loslaten van de veiligheidshendel (B/4 of D/4)
moeten de aandrijvingen vanzelf tot stilstand komen.
Veiligheidshendel en bowdenkabels voor de
veiligheidsschakeling controleren, indien nodig instellen
of vervangen.
Motor-stop-schakeling
De functie van de motor-stop-schakeling voor ieder in
gebruik nemen en bij iedere onderhoudswerkzaamheid
controleren.
Benzinemotor: Als de brandstofkraan (K/4) op „O" staat,
moet de motor onmiddellijk tot stilstand komen. Indien
nodig elektr. kabels en stekkerverbindingen controleren.
Dieselmotor: Als de toerentalregelingshendel (D/9; H/9)
aan de aanslag op „STOP" staat, moet de motor tot stil-
stand komen, indien nodig instelling van de toerental- resp.
stop-bowdenkabel aan de stelbouten aan de motor
corrigeren.
Stuurdrager
De smeernippels aan de stuurdrager en de
aankoppelvoorziening telkensjaarlijks of na een reiniging
met een hogedrukreiniger met biologisch smeervet
smeren.
Eenassige traktor agria 3400; 3400 KL
agria-Service
agria-Service
agria-Service
5
75