3. Machine- en bedieningselementen
Bovendien kunnen de wielen naar binnen of naar buiten gedraaid gemonteerd
worden om de telkens vereiste spoorbreedte te verkrijgen (zie tabel van
spoorbreedtes bladzijde 27+28).
Uitv. differentieel
Op de trapnaven worden de betreffende aandrijfwielen afhankelijk van het
toepassingsdoel aan de binnenste of buitenste trap gemonteerd.
A
Bij nieuwe machines en bij iedere wielvervanging moeten de wielbouten resp.
wielmoeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm aangedraaid worden, anders
altijd bij onderhoudswerkzaamheden.
Sneeuwkettingen
Bij de werking met sneeuwkettingen de vermeldingen van de fabrikant naleven en
op voldoende vrije ruimte aan de onderdelen van de machine letten.
Aandrijfwielen
De wielen met de profielpunt in rijrichting ( van boven op
de wielen gekeken) monteren, daardoor verkrijgt men de
volle trekkracht. De bolle kant van de veerringen voor
het neerlaten in het schijfwiel monteren (zie afb. wiel-
bevestigingsbouten).
B
Loctite
270
Eenassige traktor agria 3400; 3400 KL
Wielbevestigingsbouten
Uitvoering A wielbout met veerring
Uitvoering B penbout met veerring en
wielmoer
Penbout met de korte schroefdraadkant
stevig in de wielnaaf draaien, indien
mogelijk met LOCTITE 270 (of soortgelijk)
inlijmen.
Veerring met de bolle kant (centrering)
naar het schijfwiel monteren!
3
43