3. Machine- en bedieningselementen
Koppeling met rem
Uitv. 3400 differentieel (niet snelgang-uitv.)
De rem dient voor het stoppen en bij het schakelen
aan hellingen.
5
Koppeling en rem worden met de koppelings-
handhendel (5) bediend.
Bij een aangetrokken koppelingshandhendel is
er uitgekoppeld, d.w.z. de motor drijft de machine
niet meer aan en de rem wordt bediend
.
Bij een losgelaten veiligheidshendel is de rem
ook bediend
.
De koppelingshandhendel kan op stand
met
3
de grendelnok (5.1) vastgezet worden =
parkeerrem
.
5.1
Bedrijfs- en parkeerrem
Uitv. 3400 KL en differentieel met snelgang
Deze uitvoering heeft geen remcombinatie met de
koppelingshandhendel, maar wel een gecombi-
neerde bedrijfs- en parkeerrem die met de
excenterhendel (F/14; H/14) wordt bediend.
Bedrijfsrem
Excenterhendel (F/14; H/14) naar achteren en
omhoog draaien - beide aandrijfwielen worden
F/14; H/14
afgeremd.
Bij het loslaten van de excenterhendel draait die
terug naar de beginstand - de rem is weer losgezet.
Parkeerrem
Excenterhendel (F/14; H/14) naar achteren en
omhoog over het dode punt heen draaien. De
excenterhendel blijft vanzelf staan - beide
aandrijfwielen zijn geblokkeerd. Voor het loszetten
van de parkeerrem de excenterhendel terugdraaien
naar de beginstand - de rem is weer losgezet.
Eenassige traktor agria 3400; 3400 KL
35