5. Onderhoud en reparaties
I
Behalve de naleving van de voor de machine geldige bedieningsvoorschriften is
het net zo belangrijk om ook de instructies hierna omtrent verzorging en onderhoud
in acht te nemen. Neem daarom het volgende in acht:
Alleen opgeleid personeel, dat het onderhoud en reparaties vakkundig kan
uitvoeren, mag deze werkzaamheden uitvoeren.
Alle verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden alleen bij een
uitgeschakelde motor en een uitgenomen contactsleutel uitvoeren!
Bij werkzaamheden aan de maai- en freesgereedschappen
veiligheidshandschoenen dragen! Bij werkzaamheden met olie, brandstof
en vet, de betreffende veiligheidshandschoenen dragen, evt.
huidbeschermingsmiddel gebruiken.
A; 8 h
5
5
(50 h) 200 h
I
Afdichtring controleren, indien nodig vervangen;
olieaflaatplug vastdraaien!
Olievulhoeveelheid en kwaliteit zie Technische gegevens.
70
Motor
Motoroliepeil controleren
Telkens voor het in gebruik nemen en telkens na
8 bedrijfsuren
alleen bij een afgezette en horizontaal geplaatste motor
olievulpug en de omgeving ervan reinigen
olievulplug losdraaien, met een schone doek
afvegen en weer inschuiven (niet vastdraaien),
oliepeilstok uitnemen en oliepeil aflezen
als het oliepeil beneden de onderste markering
"min" is gedaald, motorolie (zie "Technische
gegevens") tot aan de rand van de olievulplug "max"
bijvullen.
Motorolie verversen
Voor het eerst na 50 bedrijfsuren, daarna telkens na 200
bedrijfsuren of jaarlijks (afhankelijk ervan wat het eerste het
geval is), bij sterke belasting resp. bij hoge buitentemperaturen
al na 100 bedrijfsuren zolang de motor nog warm maar niet
meer heet is - gevaar voor brandwonden!
Olievulpug, olieaflaatplug en de omgeving ervan reinigen.
Olievul- en aflaatplug openen, afgewerkte olie in een
geschikte bak opvangen, volgens de voorschriften wegdoen!
Bij iedere verversing van de motorolie ook het motoroliefilter
met dieselbrandstof reinigen, beschadigd filter vervangen.
Verse motorolie in de olievulplug doen.
Eenassige traktor agria 3400; 3400 KL
Dieselmotor