4
Kies een AF-veldstand.
Kies een AF-veldstand zoals beschreven in
"Een AF-veldstand selecteren" (0 49).
5
Stel scherp.
Kadreer de openingsopname en stel scherp
zoals beschreven in stap 3 en 4 op pagina
45–46 (zie pagina 47 voor meer informatie
over scherpstellen in filmlivebeeld). Merk
op dat het aantal te detecteren
onderwerpen in gezichtsprioriteit-AF
afneemt in filmlivebeeld.
y
A
Belichtingsstand
De volgende instellingen kunnen in filmlivebeeld worden aangepast:
e, f
g
h
In de belichtingsstand h kan ISO-gevoeligheid worden ingesteld op
waarden tussen 100 en Hi 2,0 en sluitertijd op waarden tussen
1
en
/
8.000
beeldsnelheid; 0 70). In andere belichtingsstanden worden sluitertijd
en ISO-gevoeligheid automatisch aangepast. Als het onderwerp wordt
over- of onderbelicht in de stand e of f, beëindig livebeeld en begin
filmlivebeeld opnieuw of selecteer belichting g en pas het diafragma
aan.
60
Diafragma
Sluitertijd
—
—
✔
—
✔
✔
sec. (de langst beschikbare sluitertijd wisselt met de
ISO-
Belichtingscorrectie
gevoeligheid
—
—
✔
B-knop
✔
✔
—
1
/
sec.
25