A
AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u
alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de
diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma.
A
Belichtingsaanduidingen
De belichtingsaanduidingen in de zoeker en het bedieningspaneel geven
aan of de foto wordt onder- of overbelicht bij de huidige instellingen.
Afhankelijk van de gekozen optie voor persoonlijke instelling
b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 287), wordt de hoeveelheid onder- of
overbelichting in stappen van
limieten van het belichtingsmeetsysteem worden overschreden, zullen de
weergaveschermen van de belichtingsaanduidingen en de sluitertijd
(standen e en g) en/of het diafragma (standen e en f) knipperen.
Optimale belichting
Bedieningspaneel
Zoeker
A
Zie ook
Zie persoonlijke instelling f12 (Aanduidingen omkeren, 0 319) voor
informatie over het omkeren van de belichtingsindicators, zodat negatieve
waarden rechts en positieve waarden links worden weergegeven.
1
1
/
LW,
/
LW of 1 LW aangeduid. Als de
3
2
Persoonlijke instelling b2 ingesteld op 1/3 stap
Onderbelicht met
Overbelicht met meer
1
/
LW
3
dan 3 LW
Z
123