Geheugenbank pers. inst.
Persoonlijke instellingen worden opgeslagen in één van de vier
banken. Wijzigingen in de instellingen in de ene bank zijn niet van
invloed op de andere banken. Selecteer één van de vier banken en
breng de gewenste instellingen aan om een bepaalde combinatie van
veelgebruikte instellingen op te slaan. De nieuwe instellingen worden
in de bank opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld, en
worden hersteld wanneer de bank de eerstvolgende keer wordt
geselecteerd. In de andere banken kunnen verschillende combinaties
van instellingen worden opgeslagen, zodat de gebruiker direct van de
ene naar de andere combinatie kan schakelen door de juiste bank uit
het bankmenu te selecteren.
De standaardnamen voor de vier banken met persoonlijke instellingen
zijn A, B, C en D. Er kan een titelbeschrijving van maximaal 20 tekens
lang worden toegevoegd; markeer de menubank en druk op 2, zoals
beschreven op pagina 170.
❚❚ Standaardinstellingen herstellen
Markeer, om
standaardinstellingen te
herstellen, een bank in het menu
Geheugenbank pers. inst. en
druk op O (Q). Er wordt een
bevestigingsvenster
weergegeven; markeer Ja en
druk op J om de
standaardinstellingen voor de geselecteerde bank te herstellen
(0 407).
A
Geheugenbank persoonlijke instellingen
Het informatiescherm toont de huidige
geheugenbank met persoonlijke instellingen.
U
280
G-knop ➜ A menu persoonlijke
O (Q)-knop
instellingen