D
Geheugenkaartpictogrammen
De geheugenkaarten die momenteel in de camera
zijn geplaatst worden aangeduid zoals afgebeeld
(het voorbeeld rechts toont de pictogrammen die
worden weergegeven wanneer zowel een SD- als
een CompactFlash-kaart is geplaatst). Als de
geheugenkaart vol is of als zich een fout voordoet,
gaat het pictogram voor de betreffende kaart
knipperen (0 419).
A
Twee geheugenkaarten gebruiken
Zie pagina 89 voor informatie over het kiezen van
de functies voor elke kaart wanneer er twee
kaarten in de camera zijn geplaatst.
A
Geheugenkaarten verwijderen
Controleer of het toegangslampje niet brandt, schakel de camera uit en
open het deksel van de geheugenkaartsleuf.
SD-geheugenkaarten: Druk op de kaart om deze uit te
werpen (q). De geheugenkaart kan vervolgens
met de hand worden verwijderd.
CompactFlash-geheugenkaarten: Druk op de eject-knop
(q) om de kaart gedeeltelijk uit te werpen (w). De
geheugenkaart kan vervolgens met de hand
worden verwijderd. Druk niet op de geheugenkaart
terwijl ook op de eject-knop wordt gedrukt. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan de camera of geheugenkaart beschadigen.
Bedieningspaneel
Informatiescherm
s
31