Richten-en-schieten
1
Druk de ontspanknop
half in (0 41).
Bij de standaardinstellingen
stelt de camera scherp op
het onderwerp in het
middelste scherpstelpunt.
Kadreer een foto in de
zoeker met het
hoofdonderwerp in het
middelste scherpstelpunt
s
geplaatst en druk de
ontspanknop half in. Als het onderwerp donker is, kan de AF-
hulpverlichting gaan branden.
2
Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Wanneer de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnt de
scherpstelaanduiding (I) in de zoeker.
Zoekerweergave
(knippert)
Zolang als de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt
de scherpstelling vergrendeld en wordt het aantal
opnamen dat kan worden opgeslagen in het
buffergeheugen ("t"; 0 105) in de zoekerweergave
getoond.
Voor informatie over wat te doen als de camera niet kan
scherpstellen met autofocus, zie "Goede resultaten met autofocus
verkrijgen" (0 100).
40
I
Onderwerp is scherp.
Het scherpstelpunt bevindt zich tussen camera
2
en onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het
4
onderwerp.
2 4
Camera kan niet scherpstellen op onderwerp in
scherpstelpunt met autofocus.
Scherpstelpunt
Scherpstelaanduiding Buffercapaciteit
Beschrijving