Belichtingscorrectie
Via belichtingscorrectie kan de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde gewijzigd worden om foto's lichter of donkerder te
maken. Deze functie werkt het beste in combinatie met
centrumgerichte meting of spotmeting (0 115). Kies uit waarden
tussen –5 LW (onderbelichting) en +5 LW (overbelichting) in stappen
1
van
/
LW. Kies in het algemeen een positieve waarde om het
3
onderwerp lichter te maken of een negatieve waarde om het
onderwerp donkerder te maken.
–1 LW
Druk op de E-knop om een waarde voor belichtingscorrectie te
kiezen en draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste instelling
in het bedieningspaneel of de zoeker wordt weergegeven.
Z
±0 LQ
(E-knop ingedrukt)
130
belichtingscorrectie
E-knop
Hoofdinstelschijf
Geen
–0,3 LW
+1 LW
+2,0 LW