A
Belichting en flitsbracketing
In de ontspanstanden continu lage snelheid en continu hoge snelheid
pauzeert de opname nadat het aantal opnamen zoals gespecificeerd in het
bracketingprogramma zijn gemaakt. De volgende keer dat u de
ontspanknop indrukt wordt de opname hervat. Telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera het aantal opnamen dat is
geselecteerd in stap 2 op pagina 133, ongeacht de optie die is geselecteerd
voor persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Aantal opnamen
(0 291); het interval tussen de opnamen wordt echter door persoonlijke
instelling c3 (Zelfontspanner) > Interval tussen opnamen geregeld. In
andere standen wordt er een opname gemaakt telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Als de geheugenkaart vol is voordat de hele opnamereeks is gemaakt, kan
het opnemen worden hervat vanaf de volgende opnamereeks nadat de
geheugenkaart is vervangen of opnamen zijn verwijderd om ruimte op de
geheugenkaart vrij te maken. Als de camera wordt uitgeschakeld voordat
alle foto's in de reeks zijn gemaakt, wordt bracketing hervat vanaf de
volgende foto in de serie nadat de camera weer is ingeschakeld.
A
Belichtingsbracketing
De camera past de belichting aan door de sluitertijd en het diafragma
(automatisch programma), het diafragma (sluitertijdvoorkeuze) of de
sluitertijd (diafragmavoorkeuze, handmatige belichtingsstand) te variëren.
Als Aan is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst
ISO-gevoeligheid (0 111) in de standen e, f en g varieert de camera
automatisch de ISO-gevoeligheid voor optimale belichting wanneer de
limieten van het camerabelichtingssysteem worden overschreden.
Z
Persoonlijke instelling e6 (Auto bracketing (M-stand), 0 308) kan worden
gebruikt om de uitvoering van de belichtings- en flitsbracketing in de
handmatige belichtingsstand te wijzigen. Bracketing kan alleen worden
uitgevoerd door het flitsniveau met sluitertijd en/of diafragma te variëren,
of door enkel het flitsniveau te variëren.
136