D
De ingebouwde flitser
Gebruik deze functie voor objectieven met brandpuntsafstanden van
24–300 mm in FX-formaat (0 375). Verwijder de zonnekap om schaduwen
te voorkomen. De flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m en kan niet
worden gebruikt in het macrobereik van macro-zoomlenzen.
i-DDL-flitssturing is niet beschikbaar voor ISO-gevoeligheden tussen 100 en
6400; bij andere gevoeligheden worden de gewenste resultaten mogelijk
niet verkregen bij bepaalde afstanden of diafragmavoorwaarden.
Als de flitser flitst in continu ontspanstand (0 103), wordt slechts één foto
gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Nadat de flitser voor meerdere opnamen achtereen is gebruikt, kan de
ontspanknop ter bescherming van de flitser kort worden geblokkeerd. Na
een korte pauze kan de flitser weer worden gebruikt.
A
Zie ook
Zie pagina 190 voor informatie over het vergrendelen van de flitswaarde
(FV) voor een gemeten onderwerp, voordat een foto opnieuw wordt
samengesteld.
Zie persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 299) voor
informatie over automatische snelle FP-synchronisatie en het kiezen van
een flitssynchronisatiesnelheid. Zie persoonlijke instelling e2 (Langste
sluitertijd bij flits, 0 300) voor informatie over het kiezen van de langst
beschikbare sluitertijd bij het gebruik van de flitser. Zie persoonlijke
instelling e3 (Flitserregeling ingeb. flitser, 0 301) voor informatie over de
flitserregeling en het gebruik van de ingebouwde flitser in de
commanderstand.
Zie pagina 380 voor informatie over het gebruik van optionele flitsers.
l
186