Inhoudsopgave
7
AANBOUWAPPARAAT MONTEREN/DEMONTEREN
WAARSCHUWING
7.1 AANBOUWAPPARAAT MONTEREN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Master Cutter V-LOAD Cutter Master
Bij de montage/demontage van het aanbouwapparaat tevens het
hoofdstuk 'Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' op pagina 20 in
acht nemen.
Het aanbouwapparaat bij elke montage/demontage op zichtbare
gebreken controleren! Hierbij het hoofdstuk 'Verplichting van de
operator' op pagina 14 in acht nemen.
Gevaren door bekneld raken kunnen voor personen ontstaan, als
bij de montage/demontage van het aanbouwapparaat de tractor
ongewild start en verrijdt!
De tractor tegen onbedoeld starten en verrijden beveiligen, voordat
iemand bij de montage/demontage de gevarenzone tussen tractor en
aanbouwapparaat betreedt, zie hiervoor vanaf pagina 50.
Gevaren door onreglementair gebruik van de tractor kunnen
ontstaan, als door het gemonteerde aanbouwapparaat
onvoldoende stabiliteit of onvoldoende stuur- en remvermogen
van de tractor optreedt!
Het aanbouwapparaat uitsluitend aan geschikte tractoren monteren
Zie hoofdstuk 'Vereiste uitrusting van de tractor' op pagina 43.
Gevaren door bekneld raken en stoten kunnen voor personen
ontstaan, als zich bij het monteren van het aanbouwapparaat
personen tussen tractor en aanbouwapparaat ophouden!
Stuur personen uit de gevarenzone tussen tractor en
aanbouwapparaat, voordat het aanbouwapparaat met de tractor mag
worden benaderd.
Aanwezige helpers mogen alleen naast tractor en aanbouwapparaat
aanwijzingen geven.
Gevaren door bekneld of gevangen raken, snijden, naar binnen
trekken en stoten kunnen voor personen ontstaan, als het
aanbouwapparaat per ongeluk van de tractor losraakt!
De maximaal toelaatbare steun- en asbelastingen van de tractor
aanhouden.
De bestemde installaties voor het koppelen van tractor en
aanbouwapparaat doelmatig gebruiken en borgen.
Gevaren door bekneld raken en stoten kunnen voor personen
ontstaan, als het aanbouwapparaat onvoorspelbaar aan de
tractor beweegt!
Het aanbouwapparaat moet zodanig worden gemonteerd, dat
nadrukkelijk zijwaarts uitbreken (overstuur) van het
aanbouwapparaat wordt voorkomen.
50