Inhoudsopgave
Advertenties
Storingen en oplossingen
5.2 Vervangen van zitting en klep
Standaard uitvoering:
4
Ga voor de demontage en montage te
werk als in par. 5.1 beschreven maar
schroef daarnaast de zitting (2.1) met
een steeksleutel uit.
Belangrijk:
Wanneer bij het vervangen van de zitting
en de klep (delen 2.1 t/m 2.4) een combi-
natie met afwijkende Kv-waarde moet wor-
den ingebouwd, dan moet ook de oude ver-
draaiborging worden vervangen door de
nieuwe die is meegeleverd met de nieuwe
combinatie. Hierop is, net zoals op de klep
en zitting zelf, een getal aangebracht dat
aangeeft dat deze onderdelen bij elkaar ho-
ren en waarin tevens het materiaal, de Kvs-
waarde en de karakteristiek zijn geco-
deerd.
Zitting en klep uit verschillende combinaties
mogen in geen geval worden gecombi-
neerd.
Het vervangen van combinaties is door het
zittingschroefdraad beperkt, zo kunnen al-
tijd alle Kv-waarden behorende bij een zit-
tingschroefdraad worden gewisseld; zie
daarvoor de tabel hieronder.
Tabel zittingschroefdraad
Zittingschroef-
draad
0,0001 bis 0,4
Kvs-waarde
PN max
12
EB 8091 NL
M10 x 1
M16 x 1
0,63 bis 1,6
400
100
Balg- en isoleerdeeluitvoering:
Na het afschroeven van het bovendeel ven-
tiel (5)
4
Bij de isoleerdeeluitvoering het tussen-
stuk (9) van het ventielhuis scheiden,
voordat de klepstang met klep (2.2)
mede uit de klepstangverlenging (10.1)
kan worden gedraaid.
4
Bij de metaalbalguitvoering eerst met
een balgsleutel het balgdeel (10) met
klepstangverlenging (10.1) en klep
(2./2) uit het balgtussenstuk (9) draaien.
Klepstang met klep uit de klepstangver-
lenging schroeven en balgtussenstuk van
ventielhuis scheiden.
Voor de montage moeten de afdichtringen
(9.1 en 9.2) worden vervangen. Het balgtus-
senstuk (9) resp. isoleerdeel (9) en het bo-
vendeel ventiel moeten door extra verdraai-
borgingen (11 en 12) worden geborgd.
De bovenste verdraaiborgingen (2.4 en 12)
worden door de ring (15) gehouden.
Advertenties
Inhoudsopgave
