12 Sturing van verbruikers
Aanwijzingen voor de configuratie van de in- en uitschakeltijden
Vanwege de constructie kan een verbruiker binnen de levensduur slecht begrensd worden in- en uitgeschakeld.
Interne componenten zoals bijv. relais kunnen naar meerdere duizenden schakelcycli onder materiaalmoeheid
leiden. Bij wisselvallig weer met sterk variërende PV-opwekking kan het zijn, dat de verbruiker elke paar minuten
in- en weer uitgeschakeld wordt, omdat het benodigde overtollige PV-vermogen slechts korte tijd aanwezig is.
Om te vaak in- en uitschakelen te voorkomen, kunt u bij de configuratie van de verbruikereigenschappen via de
minimale in- en uitschakeltijd instellen, dat niet te veel schakelcycli optreden. Daardoor kan het wel gebeuren, dat
bij kortstondig afnemende PV-opwekking ook stroom uit het openbaar stroomnet voor het bedrijf van de
verbruiker wordt gebruikt. Aan de andere kant kan het gebeuren, dat tijdens de uitschakelfasen overtollige PV-
energie niet wordt gebruikt.
Een lange minimale inschakeltijd daarentegen heeft als gevolg, dat de verbruiker slechts zelden wordt
ingeschakeld, omdat slechts zelden zo'n langer periode in de PV-opwekkingsprognose wordt gevonden, waarbij
de gebruiker tijdens de gehele minimale inschakeltijd met voldoende vermogen wordt gevoed.
Het loont zich, verschillende tijdinstellingen uit te proberen om zo langzaam maar zeker de ideale waarden voor
elke verbruiker te bepalen.
Instelling
Minimale inschakeltijd
Minimale uitschakeltijd
12.4.7 Prioriteit van de verbruiker instellen
Hier kunt u instellen, met welke prioriteit de Sunny Home Manager de verbruiker moet inplannen (zie
hoofdstuk 12.1.4, pagina 78). Deze instelling is aan de configuratie van de tijdvensters gekoppeld.
Voorwaarden:
☐ De verbruiker moet op een schakelinstallatie zijn aangesloten.
☐ Voor de verbruiker moet een tijdvenster van het type Verbruiker KAN ingeschakeld worden zijn ingesteld.
Werkwijze:
• Zet de schuifregelaar op het gewenste niveau.
12.4.8 Schakelinstallatie toewijzen
Wanneer een verbruiker via een schakelinstallatie met de Sunny Home Manager is verbonden, moet u de verbruiker
aan de schakelinstallatie toewijzen:
• zodat de Sunny Home Manager het energieverbruik van de verbruiker kan meten
• zodat de Sunny Home Manager de gegevens van de verbruiker kan uitlezen en de verbruikers kan sturen
• zodat de Sunny Home Manager de gegevens van de verbruiker kan opslaan
88
HM-20-BE-nl-19
Toelichting
De minimale inschakeltijd is de tijd die de aangesloten verbruiker minstens ingescha-
keld moet blijven om bijv. een startprocedure te voltooien of een werkcyclus uit te voe-
ren.
Vertraagd inschakelen mogelijk:
Sommige verbruikers starten eventueel niet direct bij het inschakelen van de toegewe-
zen schakelinstallatie, bijv. warmtepompen voor waterreservoirs. Daarom kan direct in-
schakelen uitsluitend voor de schakelinstallatie zelf worden gegarandeerd, niet voor
de aangesloten verbruiker.
• Voer in het tekstveld Minimale inschakeltijd de minimale inschakeltijd in. Houd
hierbij rekening met een mogelijke vertraging van de start van de aangesloten
verbruiker.
De minimale uitschakeltijd is de tijd die de aangesloten verbruiker ten minste uitgescha-
keld moet blijven om bijv. oververhitting te voorkomen of herstart mogelijk te maken.
• Voer in het tekstveld Minimale uitschakeltijd de minimale uitschakeltijd in.
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding