20 Toepassingsvoorbeelden
Algemene werkwijze:
1. Compatibel relais in de installatie opnemen
bijv. voor een Modbus-apparaat: Modbus-verbinding inrichten (zie hoofdstuk 11.3.13, pagina 66) en Modbus-
apparaat in de installatie opnemen (zie hoofdstuk 11.5.2, pagina 69).
2. Warmtepomp met het compatibele relais verbinden en basisverbruikereigenschappen vastleggen(zie
hoofdstuk 12.4, pagina 83), onder meer bijv. de correcte vermogensopname (zie hoofdstuk 12.4.4, pagina 86),
de minimumlooptijd (zie hoofdstuk 12.4.6, pagina 87) en dat de warmtepomp alleen moet worden geschakeld
(zie hoofdstuk 12.4.9, pagina 89).
3. Tijdvensters configureren (zie hoofdstuk 12.5, pagina 90).
20.2.4 Gebruik van de SG Ready-warmtepomp configureren
Eigenschappen verbruiker configureren
1. Onder Configuratie > Overzicht en planning van verbruikers in het bovenste veld Verbruikeroverzicht
Verbruiker toevoegen selecteren.
☑ Het tabblad Nieuwe verbruiker met de invoervelden voor de eigenschappen van de nieuwe verbruiker
verschijnt.
2. Selecteer in het veld Verbruikereigenschappen als Verbruikertype uit het vervolgkeuzemenu Warmtepomp
met SG READY.
3. Voer onder Naam verbruiker een naam voor de warmtepomp in.
4. Voer onder Vermogensopname in hoeveel watt de warmtepomp typisch vereist (zie typeplaatje of informatie
van de fabrikant).
5. Voer de gewenste periodes voor de Minimale inschakeltijd en de Minimale uitschakeltijd van de
warmtepomp in.
6. Leg de Prioriteit van de warmtepomp vast.
7. Selecteer bij Meten en schakelen in het vervolgkeuzemenu de optie Het toegewezen apparaat moet alleen
schakelen, niet meten (vaste vermogensopname).
8. Voer onder Apparaattoewijzing de compatibele draadloze contactdoos resp. het compatibele relais in
waarmee uw warmtepomp moet worden gestuurd.
9. Optioneel kunt u voor de warmtepomp een Verbruikerafbeelding selecteren en uploaden en een
Verbruikerkleur toewijzen waarin de warmtepomp in het verbruikeroverzicht op de menupagina Configuratie >
Overzicht en planning van verbruikers en op de menupagina Sunny Home Manager-installatie >
Verbruikerbalans en -sturing wordt weergegeven.
10. Kies [Opslaan].
☑ Er verschijnt een venster met de melding dat de warmtepomp correct werd toegevoegd als verbruiker.
11. U kunt meteen doorgaan en voor de warmtepomp een tijdvenster configureren door Tijdvenster configureren
te selecteren.
12. U als (nog) geen tijdvenster wilt configureren, sluit u de melding.
U kunt te allen tijde via de menupagina Verbruikerbalans en -sturing resp. de menupagina Overzicht en planning
van verbruikers de warmtepomp selecteren en gaat daar via het configuratiesymbool
verbruikereigenschappen, om op een later tijdstip een of meer tijdvenster(s) in te stellen.
Tijdvenster configureren
1. Kies in de pagina- en menuselectie Configuratie > Overzicht en planning van verbruikers.
2. Kies in de regel van de warmtepomp in de kolom Configuratie het symbool
3. Selecteer op het tabblad van de warmtepomp de knop [Bewerken].
4. Kies [Tijdvenster configureren].
148
HM-20-BE-nl-19
SMA Solar Technology AG
naar de
.
Bedieningshandleiding