Scherpstellen en afdrukken
1
Druk de
ontspanknop half in
om scherp te stellen
(p. 56).
Bij de
standaardinstellingen
stelt de camera scherp
op het onderwerp in het
middelste
scherpstelpunt. Kadreer een foto in de zoeker waarbij het
hoofdonderwerp zich in het geselecteerde scherpstelpunt
bevindt en druk de ontspanknop half in. Als de camera kan
scherpstellen, verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de
zoeker.
Zoekerweergave
I
2
4
2 4
(knippert)
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de
scherpstelling vergrendeld en wordt het aantal opnamen dat
kan worden opgeslagen in het buffergeheugen ("t"; p. 88), in
de zoeker weergegeven.
Voor informatie over wat u moet doen als de camera niet kan
scherpstellen met autofocus, zie "Goede resultaten met
autofocus" (p. 82).
Scherpstelling
aanduiding
Beschrijving
Onderwerp is scherp.
Scherpstelpunt ligt tussen camera en
onderwerp.
Scherpstelpunt ligt achter onderwerp.
Camera kan met autofocus niet scherpstellen
op onderwerp in scherpstelpunt.
s
Buffer-
capaciteit
55