6
Controleer de camera-instellingen (p. 48, 51).
Belichtings-
stand
X
Aantal resterende opnamen
7
Kies enkelvoudige autofocus (p. 53, 74).
Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar S
(enkelvoudige autofocus).
8
Stel scherp en neem de foto
(p. 55, 56).
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen en druk de
ontspanknop vervolgens hele-
maal in om de foto te maken.
9
Geef de foto weer
(p. 57).
10
Wis ongewenste
foto's (p. 58).
Druk tweemaal op de
knop O om de huidige
foto te verwijderen.
24
Batterijniveau
SHOOT
CUSTOM
Beeldteller
Bovenste LCD-venster
Beeldgrootte
ISO-gevoeligheid
Achterste LCD-venster
Scherpstelaanduiding
K knop
O knop
Witbalans
Beeldkwaliteit