Actieve D-lighting gebruiken:
1
Selecteer [Actieve
D-Lighting].
Markeer [Actieve D-Lighting] in
het opnamemenu (p. 290) en
druk op 2.
2
Kies een optie.
Markeer een optie en druk op
J. Kies [Automatisch] om de
camera automatisch te laten
kiezen uit [Hoog], [Normaal] of
[Laag] naargelang de
opnameomstandigheden.
J
D
Actieve D-Lighting
Wanneer Actieve D-Lighting is ingeschakeld, daalt de capaciteit van het
buffergeheugen en is er meer tijd nodig om foto's op te slaan (p. 429).
Matrixmeting wordt aanbevolen (p. 110). Hoewel de belichting wordt
gereduceerd om detailverlies te voorkomen in de hoge lichten en
schaduwen, worden hoge lichten, onderbelichte gebieden en
middentonen automatisch aangepast om ervoor te zorgen dat de foto
niet onderbelicht wordt. De beeldinstellingen [Helderheid] en [Contrast]
(p. 167) kunnen niet worden aangepast terwijl Actieve D-Lighting actief is.
Ruis, vervorming of bandvorming kan zichtbaar zijn bij hoge ISO-
gevoeligheid. In de belichtingsstand h komt de instelling [Automatisch]
voor Actieve D-Lighting overeen met [Normaal].
D
Het verschil tussen "Actieve D-Lighting" en "D-Lighting"
Met de optie [Actieve D-Lighting] in het opnamemenu wordt de
belichting vóór de opname aangepast voor een optimaal dynamisch
bereik. Met de optie [D-Lighting] in het retoucheermenu kan het
dynamische bereik in foto's ná de opname worden geoptimaliseerd.
182