A
Staande foto's (portretstand)
Als u opnamen in de "staande" stand (portretstand) kadreert, gebruikt u
de instelschijven om het scherpstelpunt te selecteren. Zie persoonlijke
instelling f4 ([FUNC.-knop toewijzen], p. 337) voor meer informatie.
A
Zie ook
Zie persoonlijke instelling a6 ([Verlichting scherpstelpunt], p. 310) als u
wilt instellen wanneer het scherpstelpunt wordt verlicht. Zie persoonlijke
instelling a7 ([Doorloop scherpstelpunt], p. 311) als u wilt instellen dat de
selectie van het scherpstelpunt doorloopt. Zie persoonlijke instelling a8
([Selectie scherpstelpunt], p. 311) als u het aantal scherpstelpunten wilt
instellen dat kan worden geselecteerd met de multi-selector. Zie
persoonlijke instelling a10 ([Onderste AF-ON-knop], p. 313) voor
informatie over het wijzigen van de functie van de knop B voor
verticale opnamen. Zie persoonlijke instelling f1 ([Centrale knop multi-
selector], p. 331) als u de functie van de middelste knop van de multi-
selector wilt wijzigen.
N
79