4
Kadreer het beeld op de monitor.
Als u het beeld op de monitor wilt vergroten tot maximaal
13×, houdt u de knop N ingedrukt terwijl u aan de
hoofdinstelschijf draait.
N knop
k
Wanneer u inzoomt op het beeld dat door het
objectief te zien is, verschijnt rechtsonder op de
monitor een navigatievenster. Gebruik de multi-
selector om binnen de haakjes van het AF-veld te
navigeren.
5
Stel scherp.
Autofocus (scherpstelstand S of
C): Druk de ontspanknop half in
of druk op een B knop. De
camera stelt op de normale
manier scherp en stelt de
belichting in. Wanneer u een van deze knoppen indrukt, klapt
de spiegel echter terug op zijn plaats, waardoor het livebeeld
tijdelijk niet zichtbaar is. Het livebeeld wordt hersteld zodra u
de knop loslaat.
Handmatige scherpstelling (scherpstelstand M; p. 83): Stel scherp
met de scherpstelring van het objectief.
92
Hoofdinstelschijf