NORMEN DIE TIJDENS DE WERKING GEVOLGD MOETEN WORDEN
Laat geen onbevoegde personen de machine naderen.
Alleen bedieners die hiervoor toestemming kregen van de verantwoordelijke voor het beheer van de machine, die de inhoud van
deze handleiding perfect kennen, mogen de machine gebruiken.
Deze personen moeten mensen zijn die lichamelijk en intellectueel geschikt zijn, die niet onder invloed van alcohol, drugs of
medicijnen verkeren.
Controleer of:
•
Er op de machine geen vreemde voorwerpen (gereedschappen, lappen, werktuigen, enz.) aanwezig zijn.
•
De machine na de inschakeling geen vreemde geluiden maakt; als dit het geval is, moet u de machine onmiddellijk stoppen
en de oorzaak van het lawaai opsporen.
•
Alle veiligheidsbeschermingen correct gesloten zijn.
•
Vermijd alle handelingen die de veiligheid aantasten of twijfel omtrent de veiligheid doen rijzen.
•
Vermijd iedere werkwijze die de stabiliteit van de machine aantast, houd u steeds op veilige afstanden van de rand van een
stoep of van grote niveauverschillen in de vloer, waar de machine kan vallen.
•
Rijd niet schuin langs hellingen en voer geen bochten uit met een te hoge snelheid, vooral als de vloer niet horizontaal is.
•
De machine niet op donkere plaatsen gebruiken.
•
Wees bijzonder aandachtig wanneer u rekken of opgestapelde voorwerpen nadert (risico dat alles omvalt wanneer de
machine ertegen stoot).
•
In geval wordt gewerkt met inweken, moet de snelheid tot het minimum worden beperkt.
!
Opgepast!
Het aanzuigsysteem van de vloerreinigingsmachine niet zonder water gebruiken. Het gebruik van droog aanzuigen
moet als oneigenlijk gebruik van de machine worden beschouwd, waardoor de garantie nietig wordt.
Tijdens de reiniging en het onderhoud van de machine of de vervanging van onderdelen moet u altijd de motoren uitzetten en
de contactsleutel wegnemen.
!
Opgepast!
Laat uitsluitend gespecialiseerd personeel onderhoud, revisie of reparaties uitvoeren, of wendt u tot een erkende werk-
plaats.
!
Opgepast!
Neem de contactsleutel weg wanneer u de machine achterlaat. De machine wordt automatisch geremd via een elektri-
sche rem op de tractiediff erentiaal met een elektrische motor op de achterwielen en met de batterijen geïnstalleerd.
De machine niet in verboden zones parkeren (voor deuren, bij brandblusapparaten of op een helling).
NORMEN VOOR HET ONDERHOUD
8