Selecteer de gewenste patiënt door op de regel te tikken (die oranje wordt) en
kies een van de geactiveerde functies die onderaan het scherm staan.
De ingeschakelde pictogrammen zijn gekleurd, terwijl de grijze pictogrammen
uitgeschakeld zijn.
Om het archief te verlaten, gebruikt u het pictogram
Om de spirometrietesten te bekijken die bij de geselecteerde patiënt zijn
uitgevoerd, gebruikt u het pictogram
De informatie wordt weergegeven zoals in de afbeelding rechts. Aan de
linkerkant staat het verloop van de test in grafiekvorm (debiet/volume en
volume/tijd), terwijl aan de rechterkant verschillende kwaliteitsgerelateerde
meldingen en de waarden van de in het servicemenu geselecteerde parameters
staan.
Indien FVC, FEV1 of PEF in het veld van de resultaten rood gemarkeerd zijn, dan betekent dit dat ze met de voorspelde
"Persoonlijke beste" waarden zijn ingesteld. De instelling Persoonlijke beste is te vinden in de koprij naast de patiëntgegevens ("PB"
na het geslacht van de patiënt).
Door met uw vinger in het parameterveld te vegen, kunt u andere parameters bekijken die in het servicemenu zijn geselecteerd.
U kunt een van de uitgevoerde testen als volgt verwijderen: tik op de kolom met de testgegevens die u wilt verwijderen; de gegevens
worden geselecteerd door twee banden links en rechts; tik nu op het pictogram
upvenster dat op het scherm verschijnt.
Op elk scherm kunt u teruggaan naar de vorige stap door te tikken op
Om de oximetrietesten van de geselecteerde patiënt te bekijken, gebruikt u het
pictogram
.
De gegevens worden weergegeven zoals in de afbeelding rechts, met de grafische
trend van het % SpO2 en BPM altijd links en de numerieke waarden van de
verschillende parameters rechts.
U kunt de test annuleren met behulp van het pictogram
Als u vanuit dit scherm een nieuwe test wilt uitvoeren op de geselecteerde
patiënt, kunt u het pictogram voor de uit te voeren test gebruiken; er wordt een
bericht weergegeven om te bevestigen of u al dan niet een nieuwe test wilt
uitvoeren op de geselecteerde patiënt. Tik op "JA" om te bevestigen of op
"NEE" om terug te gaan.
Indien de patiënt meerdere spirometrie- of oximetrietesten heeft uitgevoerd, wordt in de eerste lijst (tussen haakjes naast het type test)
het aantal opgeslagen testen aangegeven.
Om andere testen dan de eerste te bekijken, tikt u op de pictogrammen
2.7.3
De laatste testsessie weergeven
Tijdens testsessies slaat de spirometer automatisch tot 8 FVC-testen op. Via het hoofdscherm, met het icoon:
•
in het geval van spirometrietesten
•
in het geval van oximetrietesten
kunt u de beste drie sessietesten bekijken (waarbij PRE1 de beste is). Aan het einde van de sessie, wanneer u een nieuw onderwerp
invoert of overschakelt naar een POST-fase, worden de 3 beste testen van de vorige sessie automatisch in het archief opgeslagen.
Deze kunnen dus uit het archief worden opgevraagd en afgedrukt, samen of afzonderlijk.
Er kunnen nummers verschijnen op het hoofdscherm, bijvoorbeeld naast de pictogrammen van de spirometrietesten:
Het getal in de rode cirkel stelt, in dit geval, de FVC-testen voor die in de huidige sessie zijn uitgevoerd.
Rev 2.5
.
.
rechtsonder.
rechtsonder. En tik op "OK" in het pop-
(voor spirometrie) of
(voor oxymetrie).
Spirolab
Gebruikershandleiding
Pagina 27 van 40