Spirolab
Gebruikershandleiding
• Voor de herbruikbare turbine: altijd desinfecteren vóór gebruik bij een nieuwe patiënt om de best mogelijke hygiëne- en
veiligheidsnormen te garanderen
Om de resultaten van een spirometrietest goed te interpreteren, is het van essentieel belang ze te vergelijken met de zgn.
normaliteitswaarden die zijn berekend aan de hand van gestandaardiseerde patiëntgegevens of met persoonlijke referentiewaarden
volgens de klinische voorgeschiedenis van die specifieke patiënt.
De klinische geschiedeniswaarden van een individuele patiënt kunnen aanzienlijk afwijken van de normaliteitswaarden die altijd
verwijzen naar een "gezonde" persoon.
Spirolab kan op een pc of een ander geautomatiseerd systeem worden aangesloten. De spirometrische gegevens van elke test
De
worden opgeslagen in het apparaat en kunnen worden overgebracht naar een pc en weergegeven (debiet-/volumecurves,
spirometrische parameters, optioneel oximetrische parameters).
Het apparaat kan op een pc worden aangesloten via een micro USB-poort.
De Spirolab voert FVC-, VC- & IVC- en MVV-testen en het ventilatieprofiel uit, evenals een aanvaardbaarheids- (kwaliteitscontrole)
en reproduceerbaarheidsindex van de spirometrietest die bij de patiënt wordt uitgevoerd. De automatische interpretatiefunctie gebruikt 11 niveaus
volgens de ATS-classificatie (American Thoracic Society). Elke test kan herhaald worden. De beste functionele parameters zullen altijd
beschikbaar zijn voor snelle hermeting. De (theoretische) normaliteitswaarden kunnen worden gekozen uit de beschikbare waarden. Bijvoorbeeld
in de landen van de Europese Unie gebruiken artsen over het algemeen de waarden die door de ERS (European Respiratory Society) worden
aanbevolen.
Oximetriefunctie
De oximetriesensor heeft twee lichtgevende diodes (LED); de ene zendt zichtbaar rood licht uit en de andere infrarood licht. Beide
lichtstralen gaan door de vinger om een lichtdetector te bereiken. Tijdens de doorgang door de vinger wordt een deel van het licht
geabsorbeerd door het bloed en de weke delen, afhankelijk van de concentratie hemoglobine. De hoeveelheid van elke geabsorbeerde
lichtfrequentie hangt af van de zuurstofgraad van het bloed in het weefsel.
Dit werkingsprincipe garandeert nauwkeurige en reproduceerbare metingen zonder dat het apparaat voortdurend moet worden
gekalibreerd.
De oximetriesensor kan met isopropylalcohol ontsmet worden.
Hieronder vindt u een representatief schema van de onderdelen en poorten van het apparaat:
Rev 2.5
Pagina 11 van 40