Door "Nieuwe kalibratie" te kiezen, kunt u nieuwe omreke-
ningsfactoren berekenen. Doe een test met de kalibratie van de spuit.
Voer de volgende handelingen in dezelfde volgorde uit:
•
Maak een inademingsmanoeuvre
•
Maak een uitademingsmanoeuvre
•
Maak opnieuw een inademingsmanoeuvre
Op het display wordt de grafiek van de test getoond.
Tik vervolgens op
.
Als de kalibratiecorrectie < 10% is, worden de waarden getoond
zoals in het volgende scherm.
Tik op "OK" om de nieuwe correctiewaarden in te stellen.
Als de waarden > 10 % zijn, verschijnt de volgende melding op het
scherm:
WAARSCHUWING! CORRECTIE te hoog
De FVC- en FIVC-waarden worden niet aanvaard. Dit betekent dat het systeem niet in staat is zo'n grote kaibratiefout te corrigeren.
In dit geval:
- controleer of de Spirolab goed werkt door een nieuwe turbine te plaatsen en/of
- reinig de turbine in kwestie.
Om de gebruikte kalibratie te annuleren en de fabrieksinstellingen te herstellen, selecteert u "Fabriekswaarden" in het kalibratiemenu.
Tik vervolgens op
.
WAARSCHUWING
Overeenkomstig de publicatie "Gestandaardiseerde test van de longfunctie" van de European Respiratory Society (Vol 6,
Supplement 16, maart 1993), bedraagt de temperatuur van lucht die via de mond wordt uitgeademd ongeveer 33/34°C.
Om de volumes en luchtstroomsnelheden om te zetten naar BTPS-omstandigheden (37°C), moeten ze met een factor 2,6%
worden verhoogd. De BTPS-factor voor een temperatuur van 33°C is 1,026, wat in feite een correctie van 2,6% is.
In de praktijk is de BTPS-factor voor uitgeademde volumes en debietwaarden constant en gelijk aan 1,026.
De BTPS-factor voor inademingsvolumes en -debietwaarden is afhankelijk van de omgevingstemperatuur, aangezien
de lucht die wordt ingeademd die temperatuur heeft.
Bijvoorbeeld bij een omgevingstemperatuur van 20°C met 50% relatieve vochtigheid is de BTPS-factor 1,102, wat een
correctie van +10,2% inhoudt.
De correctie van de inademingsvolumes en debietwaarden wordt automatisch uitgevoerd dankzij een sensor voor
de omgevingstemperatuur die de temperatuur in het apparaat meet en waarmee de BTPS-factor kan worden berekend.
Als voor de test een spuit van 3 liter wordt gebruikt en als het Spirolab-apparaat perfect is gekalibreerd, zal de gemeten
FVC-waarde (spuit) als volgt zijn:
3,00 (FVC) x 1,026 (BTPS) = 3,08 L (FVC op BTPS).
Als de temperatuur van de omgevingslucht 20 °C is, dan is de gemeten FIVC-waarde (spuit):
3,00 (FIVC) x 1,102 (BTPS) = 3,31 L (FIVC op BTPS).
De gebruiker moet er rekening mee houden dat het volume van de spuit naar BTPS-condities is omgezet, zodat
de "veranderingen" van de resultaten vergeleken met de verwachte waarden daarom geen fout vormt.
Bijvoorbeeld, als u kalibratie uitvoert met de gegevensmetingen:
FVC = 3,08 L en FIVC = 3,31 L bij een omgevingstemperatuur van 20 °C, dan is de correctiecoëfficiënt:
Nogmaals, dit is GEEN fout, maar het logische gevolg van wat hierboven werd uitgelegd.
OPMERKING
Kalibratie kan ook worden uitgevoerd met de MIR Spiro-software die bij het apparaat wordt geleverd. Raadpleeg de online
handleiding van MIR Spiro voor meer informatie over de kalibratieprocedure met deze software.
Rev 2.5
UITADEMEN
,00%
INADEMEN
,00%
Spirolab
Gebruikershandleiding
Pagina 24 van 40