25
Onderhoud - Basismachine
25.5
Onderhoud onderstel
De lagerspeling door een vakwerkplaats laten instellen.
25.5.5
Bevestiging wielnaafaandrijving controleren
BX002-021 / BX002-020
De schroeven van de wielnaafaandrijving op de vooras moeten aan beide kanten van de
machine met de volgende aandraaimomenten worden gecontroleerd:
De 2 schroeven (1) verbinding wielnaafaandrijving met verstelmotoren met een
aandraaimoment van 415 Nm controleren.
De 20 schroeven (2) verbinding wielnaafaandrijving met adapterplaten met een
aandraaimoment van 610 Nm controleren.
De 14 schroeven M22 (3) verbinding adapterplaten met voertuigframe met een
aandraaimoment van 550 Nm controleren.
De 2 schroeven M20 (4) verbinding adapterplaten met voertuigframe met een
aandraaimoment van 410 Nm controleren.
De 2 schroeven (5) van de olieboringen met een aandraaimoment van 65 Nm controleren.
BX002-023 / BX002-022
De schroeven van de wielnaafaandrijving op de achteras moeten aan beide kanten van de
machine met de volgende aandraaimomenten worden gecontroleerd:
De 2 schroeven (1) verbinding wielnaafaandrijving met verstelmotoren met een
aandraaimoment van 230 Nm controleren.
De 18 schroeven (2) verbinding wielnaafaandrijving met aspoten met een aandraaimoment
van 210 Nm controleren.
De 2 schroeven (3) van de olieboringen met een aandraaimoment van 65 Nm controleren.
502
Originele handleiding 150001256_04_nl
BiG X 530