17
Bediening
17.19 Motortoerental management
Om een parameter te wijzigen:
In het hoofdmenu -> menu Motor -> menu "ConstantPower" een parameter selecteren en
met het selectieveld de instelling wijzigen.
Om de grenslastregeling met de rijhendel te kunnen activeren:
In het hoofdmenu -> menu Motor -> menu "ConstantPower" de parameter "Activering
ConstantPower" selecteren en met het selectieveld de activering toestaan of niet toestaan.
Om de grenslastregeling te activeren:
De rijhendel (1) 2x kort naar rechts tippen.
De grenslastregeling kan met een van de volgende bedieningen worden gedeactiveerd:
De rijhendel bedienen (versnellen/vertragen).
De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar op "Rijden op de weg" zetten.
Het rempedaal bedienen.
17.19
Motortoerental management
Met het management motortoerental wordt bij het werken op het veld het toerental van de
dieselmotor automatisch ingesteld bij bepaalde bedrijfstoestand. Als de machine stilstaat of als
de invoer wordt uitgeschakeld, dan wordt bijv. het toerental van de dieselmotor automatisch
gereduceerd. Als vervolgens, bij ingeschakelde invoer, weer wordt gestart wordt het nominale
toerental van de dieselmotor aangestuurd.
EQ002-395 / EQ002-541
Het motortoerental management activeren:
Zet in het hoofdmenu -> Menu motor -> Menu "dieselmotor" de status van het
motortoerental management bij het werken op het veld geactiveerd/gedeactiveerd" op "ja".
De volgende parameters kunnen worden ingesteld:
•
KMC-688: de tijdsduur waarna het motortoerental bij stilstaande machine wordt
gereduceerd.
•
KMC-731: het stationair draaien bij het werken op het veld, wanneer de hakseltrommel niet
draait.
•
KMC-733: het stationair draaien bij het werken op het veld, wanneer de hakseltrommel
draait en het voorzetwerktuig uitgeschakeld is.
300
Originele handleiding 150001256_04_nl
BiG X 530