Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
3
Draai aan LEVER om het bronvolume te
regelen.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en –4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
deze functie worden aangepast.
! Het USB/SD-volumeniveau kan ook met deze
functie worden aangepast.
Automatische volumeaanpassing
Tijdens het rijden verandert het geluid in het
voertuig voortdurend afhankelijk van de rijsnel-
heid en de weggesteldheid. De functie auto-
matische volumeaanpassing (ASL) reageert
op deze variërende omgevingsgeluiden en ver-
hoogt automatisch het volume als het geluid
van buitenaf toeneemt. U kunt de gevoeligheid
van de ASL-functie (de volumewijziging ten op-
zichte van het achtergrondgeluidsniveau) op
vijf niveaus instellen.
1
Selecteer met M.C. de menuoptie ASL.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
2
Druk op M.C. om de ASL-functie in te
schakelen.
# Druk nogmaals op M.C. om de ASL-functie uit
te schakelen.
3
Draai aan LEVER om het gewenste
bronniveau te kiezen.
Low (laag)—Mid-L (midden-laag)—Mid (mid-
den)—Mid-H (midden-hoog)—High (hoog)
Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer)
Door automatische tijduitlijning wordt auto-
matisch een optimale tijduitlijning ingesteld
afhankelijk van de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
30
Nl
Tijdens een automatische instelling van de
equalizer meet het toestel de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur en
maakt het op basis daarvan een curve voor de
auto-equalizer.
WAARSCHUWING
Voer nooit een automatische TA- en EQ-meting
uit tijdens het rijden, dit om ongelukken te voor-
komen. Tijdens de automatische TA- en EQ-me-
ting kunnen de luidsprekers een luide meettoon
(een luid geluid) produceren.
LET OP
! De luidsprekers kunnen beschadigd raken als
u een automatische TA- en EQ-meting uitvoert
onder de onderstaande omstandigheden.
Controleer dit zorgvuldig voordat u een auto-
matische TA- en EQ-meting uitvoert.
— Als de luidsprekers verkeerd zijn aangeslo-
ten. (Bijvoorbeeld als een luidspreker ach-
terin als subwoofer-uitgang is
aangesloten.)
— Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan het maximaal toegestane ingangsni-
veau van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie
wordt geplaatst, kan de meettoon erg luid wor-
den en kan het meten lang duren, waardoor
de accu leeg kan raken. Zorg dat de microfoon
op de aangewezen locatie is geplaatst.