Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
6
Draai aan LEVER om het niveau van de
geselecteerde luidspreker (filter) in te stel-
len.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden ±0 dB en –24 dB. De waarde
wordt op het display getoond.
Als u Low LPF heeft geselecteerd, kunt u het
niveau verhogen of verlagen tussen de waar-
den +6 dB en –24 dB. De waarde wordt op het
display getoond.
7
Druk op
geven.
8
Selecteer met M.C. de menuoptie NW 3.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
9
Draai aan LEVER om de afval van de ge-
selecteerde luidspreker (filter) in te stellen.
Low LPF: –36— –30— –24— –18— –12 (dB/
oct.)
Mid HPF: –24— –18— –12— –6—Pass (0)
(dB/oct.)
Mid LPF: –24— –18— –12— –6—Pass (0)
(dB/oct.)
HighHPF: –24— –18— –12— –6 (dB/oct.)
10 Druk op M.C. om de fase van de gese-
lecteerde luidsprekereenheid (filter) te se-
lecteren.
NOR (normaal)—REV (omgekeerd)
# U kunt de parameters voor de andere luidspre-
kers (filters) op dezelfde manier aanpassen.
11 Druk op
geven.
12 Selecteer met M.C. de menuoptie NW 4.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
13 Druk op M.C. en selecteer stereo of
mono.
Stereo (stereo)—MONO (mono)
# U kunt deze procedure alleen uitvoeren als
Low LPF is geselecteerd.
14 Druk op BAND/
van het audionetwerk te verlaten.
26
Nl
/DISP om het menu weer te
/DISP om het menu weer te
om de aanpassing
De subwooferuitgang
Dit toestel is voorzien van een subwoofer-uit-
gang. U kunt deze uitgang in- of uitschakelen.
Als er een subwoofer is aangesloten op dit toe-
stel, moet u het uitgangssignaal voor de sub-
woofer inschakelen.
De fase van het uitgangssignaal van de sub-
woofer kan normaal of tegengesteld zijn.
! Deze functie is alleen beschikbaar in de
standaardstand
1
Selecteer met M.C. de menuoptie SW 1.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
2
Druk op M.C. om de subwooferuitgang
in te schakelen.
ON verschijnt op het display. De subwooferuit-
gang is nu ingeschakeld.
# Als u de subwooferuitgang wilt uitzetten,
drukt u nogmaals op M.C.
3
Draai aan LEVER en selecteer stereo of
mono.
Stereo (stereo)—MONO (mono)
De subwooferinstellingen aanpassen
Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u de drempelfrequentie en het uitgangs-
niveau instellen.
1
Selecteer met M.C. de menuoptie SW 2.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
# Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u SW 2 selecteren.
2
Draai aan M.C. en selecteer de drempel-
frequentie.
50—63—80—100—125 (Hz)
De subwoofer geeft alleen frequenties bene-
den de geselecteerde waarde weer.
3
Draai aan LEVER om het uitgangsni-
veau van de subwoofer in te stellen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +6 en -24. De waarde wordt op
het display getoond.
.