Bediening van het toestel
Niveauregeling
De basisfrequenties van veel muziekinstru-
menten bevinden zich in het middenbereik.
Pas daarom eerst de middentonen aan en
daarna de hoge en lage tonen.
Regeling van de afval
! Als u een lage absolute waarde instelt voor
de afval (voor een niet te steile demping),
kan interferentie optreden tussen naast elk-
aar geplaatste luidsprekers, met een ver-
minderde frequentierespons als gevolg.
! Een hoge absolute waarde voor de afval
(voor een steile demping) kan de klankcon-
tinuïteit tussen de luidsprekers negatief be-
ïnvloeden en doen lijken of het geluid uit
verschillende bronnen komt.
! Als u de afval instelt op 0 dB/octaaf, wor-
den er geen signalen uitgefilterd en heeft
het filter geen effect (het signaal passeert).
Faseaanpassing
Als de kantelwaarde voor filters aan beide zij-
den wordt ingesteld op –12 dB/octaaf, wordt
de fase 180 graden omgekeerd bij de drempel-
frequentie van het filter. In dat geval wordt de
geluidscontinuïteit verbeterd als de fase wordt
omgekeerd.
Normale fase
Luidsprekers (filters) dempen
U kunt elke luidspreker (elk filter) dempen. Als
u een luidspreker (filter) dempt, hoort u geen
geluid uit die luidspreker.
! Als u de geselecteerde luidspreker (filter)
dempt, gaat MUTE knipperen en kunt u
geen aanpassingen maken.
! Als een luidspreker (filter) gedempt is, kunt
u de parameters voor andere luidsprekers
(filters) wel aanpassen.
Omgekeerde fase
Scheidingspunt
1
Gebruik M.C. om NW 1 te selecteren.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
2
Draai aan LEVER en selecteer de luid-
spreker (filter) die u wilt aanpassen.
Low LPF (LPF voor luidspreker voor lage
tonen)—Mid HPF (HPF voor luidspreker voor
middentonen)—Mid LPF (LPF voor luidspreker
voor middentonen)—HighHPF (HPF voor luid-
spreker voor hoge tonen)
3
Druk op M.C. om de geselecteerde luid-
spreker (filter) te dempen.
MUTE knippert op het display.
# Druk opnieuw op M.C. om het dempen te an-
nuleren.
Het audionetwerk aanpassen
1
Gebruik M.C. om NW 1 te selecteren.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
2
Draai aan LEVER en selecteer de luid-
spreker (filter) die u wilt aanpassen.
Low LPF (LPF voor luidspreker voor lage
tonen)—Mid HPF (HPF voor luidspreker voor
middentonen)—Mid LPF (LPF voor luidspreker
voor middentonen)—HighHPF (HPF voor luid-
spreker voor hoge tonen)
3
Druk op
/DISP om het menu weer te
geven.
4
Selecteer met M.C. de menuoptie NW 2.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 21.
5
Draai aan M.C. om de drempelfrequen-
tie (kantelfrequentie) van de geselecteerde
luidspreker (filter) te selecteren.
Low LPF: 25—31.5—40—50—63—80—100
—125—160—200—250 (Hz)
Mid HPF: 25—31.5—40—50—63—80—100
—125—160—200—250 (Hz)
Mid LPF: 1,25k—1,6k—2k—2,5k—3,15k—
4k—5k—6,3k—8k—10k—12,5k (Hz)
HighHPF: 1,25k—1,6k—2k—2,5k—3,15k—
4k—5k—6,3k—8k—10k—12,5k (Hz)
Hoofdstuk
02
25
Nl