5.
Sluit de DIMM-klep.
6.
Sluit alle kabels en snoeren weer aan op het product en schakel het product in.
7.
Druk een configuratiepagina af en controleer vervolgens of in het gedeelte Geheugen de nieuwe
geheugencapaciteit wordt weergegeven. Zie
Het product reinigen
De papierbaan reinigen
Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in het product. Dit
kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van
tonervlekken of vegen. Dit product beschikt over een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen
kunnen worden opgelost en voorkomen.
Tonervlekken
218 Hoofdstuk 14 Het product beheren en onderhouden
Informatiepagina's op pagina
Vegen
192.
NLWW