8.1.3 Installeren bij doseerpompen met zelfontluchting (SEK-type)
Veiligheidsaanwijzingen
Installeren van de retourleiding
1.
Schuif de slang op de slangpilaar voor de retourleiding of
bevestig de slang op het ontluchtingsventiel van de dosee‐
reenheid. Een PVC-slang, zacht, 6 x 4 mm wordt aanbe‐
volen.
2.
Het vrije uiteinde van de retourleiding terugleiden naar de
voorraadtank.
3.
De retourleiding zo afkorten, dat deze niet kan onderdom‐
pelen in het doseermedium in de voorraadtank.
VOORZICHTIG!
–
Daarnaast gelden alle installatie- en veilig‐
heidsinstructies van de doseerpompen zonder
zelfontluchting.
–
De maximale waarden voor aanzuighoogten,
voordruk en viscositeit van het doseermedium,
mogen niet worden overschreden.
–
De leidingdiameters aan de zuigzijde mogen
de leidingdiameter bij het zuigventiel niet over‐
schrijden.
Informatie over voordruk
Bij voordruk aan de zuigzijde, moet in de
–
retourleiding minimaal dezelfde druk heersen.
De tegendruk in de retourleiding beperkt de
–
ontluchtingsfunctie.
Bedrijf met een tegendruk in de retourleiding
–
en een drukloze zuigzijde is echter mogelijk.
Behalve een zuig- en persleiding, wordt ook een retourleiding aan‐
gesloten.
–
De retourleiding wordt op het rechtopstaande
ventiel aan de bovenkant van de doseereen‐
heid aangesloten. Dit is in de fabriek gemar‐
keerd met een rode manchet - zie Afb. 10.
De persleiding wordt aangesloten op het hori‐
–
zontale ventiel.
1.
Schuif de slang op de slangpilaar voor de retourleiding of
bevestig de slang op het ontluchtingsventiel van de dosee‐
reenheid. Een PVC-slang, zacht, 6 x 4 mm wordt aanbe‐
volen.
2.
Het vrije uiteinde van de retourleiding terugleiden naar de
voorraadtank.
Installeren, hydraulisch
37