Foutbeschrijving
Nr. 9: De indicator
en de melding
„Doseercap. te laag " verschijnen.
Nr. 10: De indicator
en de melding
p
„Onderdruk " verschijnen.
Nr. 11: De indicator
en de melding
„Cavitatie" verschijnen.
15.2.3
Alle andere fouten
15.3
Logboek
15.3.1
Storingsmeldingen in het logboek
Tab. 25: Errors
Logboeknr.
0
1
De pomp is in bedrijfsmodus
een gedrag bij fouten geprogrammeerd en de besturingsstroom
2
De pomp is in bedrijfsmodus
een gedrag bij fouten geprogrammeerd en de besturingsstroom
3
Het vloeistofpeil in de voorraadtank heeft "Vloeistofgebrek 2e
4
5
Doseerbewaking meldt meer misslagen, dan in het menu
6
7
8
9
10
11
12
13
Oorzaak
De pomp kan de doseerca‐
paciteit, die uit de instel‐
lingen is berekend, niet
doseren.
De pomp heeft een te lage
tegendruk vastgesteld.
Cavitatie in de doseereen‐
heid.
Aub contact opnemen met uw ProMinent-vestiging of -dealer!
Beschrijving
Systeem-, EEProm - fout*
„Analoog" , in menu „Analoog" is
is hoger geworden dan 20 mA.
„Analoog" , in menu „Analoog" is
is lager geworden dan 4 mA.
niveau" bereikt.
Het membraan is gescheurd.
uitgangen" is ingesteld.
Fout bij sensor voor de slaglengte.*
De omgevingstemperatuur is te hoog of te laag.
Fout bij het initialiseren.
Fout bij de magneet. *
Fout bij de slagparameters.
De pomp heeft een te hoge tegendruk vastgesteld.
De netspanning is te hoog.
De netspanning is te laag of ontbreekt totaal.
Verhelpen
Wijzig de instel‐
lingen.
De oorzaak ver‐
helpen.
De doseerparame‐
ters aanpassen.
Meer informatie over de meldingen „ERROR" - zie
hoofdstuk "Storingsmeldingen op het LCD-
scherm".
Storingen verhelpen
Personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Bevestigen?
X
-
-
-
-
„In-/
X
-
-
-
-
-
X
X
-
113