7.
Energiesparen en optimale werking
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een
optimale werking van het systeem te zorgen.
Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de
aanwezige personen wordt geblazen.
Pas de kamertemperatuur aan zodat u een aangename
omgeving creëert. Voorkom te sterk verwarmen of koelen.
Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met
behulp van gordijnen of jaloezieën.
Verlucht dikwijls.
Zorg bij langdurig gebruik vooral voor verluchting.
Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open
blijven, zal er lucht uit de kamer stromen, met een kleiner koel-
of verwarmeffect tot gevolg.
Koel of verwarm niet te sterk. Om zuinig om te gaan met energie
houdt u de temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
Plaats nooit voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of -uitlaat
van de unit. Anders kan dit een verminderd effect of een uitval
veroorzaken.
Zet de hoofdvoedingsschakelaar van de unit uit als de unit
gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt. Er wordt immers
stroom verbruikt zolang de schakelaar niet uitgeschakeld is.
Zet de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik aan
alvorens de unit opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking
te garanderen. (Zie "Onderhoud" in de handleiding van de
binnenunit.)
Als
op het display staat (tijd om het luchtfilter te reinigen),
laat u de filters door een erkend servicetechnicus schoonmaken.
(Zie "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
Houd de binnenunit en de gebruikersinterface op minstens 1 m
van televisie-, radio-, stereotoestellen of dergelijke. Anders zijn
statische storingen of vervormde beelden mogelijk.
Plaats geen voorwerpen onder de binnenunit; anders kunnen ze
schade oplopen door water.
Bij een vochtigheid van meer dan 80% of wanneer de
afvoeruitlaat verstopt is, kan condensvorming optreden.
Uw systeem is voorzien van een geavanceerde energiespaarfunctie.
U kunt voorrang geven aan een laag energieverbruik of aan het
comfortniveau. Verschillende parameters kunnen worden ingesteld,
met als resultaat de optimale balans tussen energieverbruik en
comfort voor uw specifieke toepassing.
Zie hierna voor een rudimentaire beschrijving van de mogelijke
patronen. Neem contact met uw installateur voor advies of om de
parameters aan uw noden aan te passen.
De montagehandleiding bevat meer gedetailleerde informatie voor de
installateur. Hij kan u helpen om een optimale balans tussen
energieverbruik en comfort te bereiken.
Er zijn drie hoofdgebruiksmethoden:
Basis
De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de
situatie. Dit komt overeen met de bekende standaardwerking van
vorige VRV-systemen.
Automatisch
De koelmiddeltemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de
buitentemperatuur. De koelmiddeltemperatuur wordt zo aangepast
aan de vereiste belasting.
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de koelstand staat, dan moet bij
een lage buitentemperatuur (bijv. 25°C) minder worden gekoeld dan
bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 35°C). Op basis hiervan begint
het systeem automatisch de koelmiddeltemperatuur te verhogen, de
geleverde capaciteit te verlagen en de efficiëntie van het systeem te
verhogen.
Hi-sensible
De koelmiddeltemperatuur wordt hoger (koelen) ingesteld dan bij
basisgebruik. De nadruk voor de Hi-sensible stand ligt op het
comfortgevoel van de klant.
RXYQQ8~20T7Y1B
VRV IV-Systeem airconditioner
4P345099-3C – 2015.02
De selectiemethode van de binnenunits is belangrijk omdat de
beschikbare capaciteit niet dezelfde is als bij basisgebruik. Gelieve
contact op te nemen met uw installateur voor meer informatie over
Hi-sensible toepassingen.
Mogelijke comfortinstellingen
Voor elk van de voorgaande standen kan een comfortniveau worden
geselecteerd. Het comfortniveau houdt verband met de timing en de
inspanning (energieverbruik) om een bepaalde kamertemperatuur te
bereiken door de koelmiddeltemperatuur tijdelijk te veranderen:
Krachtig
Snel
Gematigd
Eco
INFORMATIE
Een combinatie van de Automatische stand met Hydrobox-
toepassingen kan interessant zijn. Het effect van de
energiespaarfunctie kan heel beperkt zijn wanneer een
lage/hoge
(koelen/verwarmen)
uittredend water wordt gevraagd.
8.
Onderhoud
VOORZICHTIG
Kijk uit voor de ventilator.
De unit inspecteren met een draaiende ventilator is
gevaarlijk.
Schakel
de
hoofdschakelaar
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
8.1.
Onderhoud na een lange periode van stilstand
(bijv. aan het begin van het seizoen)
Controleer en verwijder alles dat de inlaat- en uitlaatopeningen
van de binnen- en buitenunits zou kunnen blokkeren.
Maak de luchtfilters en de buitenkant van de binnenunits
(8)
schoon
. Raadpleeg de bij de binnenunits geleverde gebruiks-
aanwijzing voor meer informatie hierover en vergeet niet om de
schoongemaakte luchtfilters weer op dezelfde manier te
monteren.
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik van de unit in,
dit om een vlotte werking te verzekeren. Zodra de voeding wordt
ingeschakeld, verschijnt het displays van de gebruikersinterface.
8.2.
Onderhoud vóór een lange periode van stilstand
(bijv. aan het eind van het seizoen)
Laat de binnenunits ongeveer een halve dag draaien in de stand
alleen ventileren om de binnenkant van de units te drogen. Zie
"6.1. Koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische
werking" op pagina 54
voor meer informatie over de stand alleen
ventileren.
Schakel de voeding uit. Het display van de gebruikersinterface
gaat uit.
Maak de luchtfilters en de buitenkant van de binnenunits
(8)
schoon
.
Raadpleeg
gebruiksaanwijzing voor meer informatie hierover en vergeet
niet om de schoongemaakte luchtfilters weer op dezelfde manier
te monteren.
(8) Neem contact op met uw installateur of onderhoudspersoon om
de luchtfilters en buitenkant van de binnenunit schoon te
maken. Tips voor het onderhoud en procedures voor het
schoonmaken vindt u in de
montagehandleiding/gebruiksaanwijzing van de specifieke
binnenunits.
temperatuur
van
altijd
uit
alvorens
de
bij
de
binnenunits
geleverde
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
het
57