Inhoud 5.7.6 Voeding routeren en bevestigen ......... 23 Inhoud 5.7.7 Voeding aansluiten ............. 24 6 Configuratie Lokale instellingen uitvoeren ............. 24 1 Over de documentatie 6.1.1 Over lokale instellingen..........24 Over dit document ..............6.1.2 Componenten voor lokale instellingen ......25 6.1.3 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen 25 6.1.4 Stand 1 of 2 activeren ..........25 Voor de installateur 6.1.5 Gebruik van stand 1............ 26 6.1.6 Gebruik van stand 2............ 26 2 Over de doos 6.1.7 Stand 1: Controle instellingen ........
........... 42 en de productinformation/. ▪ Gedetailleerde stap per 15 Verplaatsen gebruiker stap instructies en achter grondinformatie voor ba 16 Als afval verwijderen sis en gevorderd gebruik Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikinwebsite of via uw dealer beschikbaar zijn. Voor de installateur Accessoireleidingen: Diameters Over de doos Accessoireleidingen (mm) Øa Øb Gasleiding 19,1 Accessoires van de buitenunit 25,4 22,2 ▪ Aansluiting aan de voorkant verwijderen ID Øa...
3 Over de units en opties Deze units zijn bedoeld voor installatie buitenshuis en zijn bedoeld Accessoireleidingen (mm) Øa Øb voor warmtepomptoepassingen, waaronder lucht/lucht en lucht/ Vereffeningsleiding 19,1 watertoepassingen. ▪ Aansluiting aan de voorkant ID Øa 19,1 22,2 Systeemlayout ID Øb OPMERKING ▪ Aansluiting aan Het systeem mag niet worden ontworpen bij een onderkant temperatuur van minder dan –15°C.
4 Voorbereiding 4.1.2 Leidingmaat selecteren E: Leidingen tussen koelmiddelaftakset en binnenunit Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en de afbeelding (alleen als referentie). De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de binnenunit moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van de binnenunit (wanneer de binnenunit een VRV DXbinnenunit of Hydrobox is). Capaciteitsindex Leidingmaat (buitendiameter) (mm) binnenunit Gasleiding Vloeistofleiding 15~50 12,7 63~125...
4 Voorbereiding ▪ Wanneer de vereiste leidingdiameters (inchmaten) niet ▪ Kies uit de volgende tabel volgens de totale capaciteit van alle verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mmmaten) onder de refnetverdeler aangesloten binnenunits. gebruiken; houd hierbij rekening met de volgende punten: Capaciteitsindex binnenunit 2 leidingen ▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde <200 KHRQ22M29H diameter ligt.
4 Voorbereiding 4.1.4 Meerdere buitenunits: Mogelijke layouts >2 m >2 m >2 m ▪ De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht oplopend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de leidingen blijft staan. Patroon 1 Patroon 2 ≤2 m ≤2 m Naar binnenunit Leiding tussen buitenunits OPMERKING Bij een systeem met meerdere buitenunits gelden voor de installatie beperkingen op de volgorde van de aansluitingen van de koelmiddelleiding tussen buitenunits.
5 Installatie Voor andere combinaties dan de standaard 5.1.2 Elektrische componentenkast van de buitenunit openen Bereken de aanbevolen capaciteit van de zekering Formule Tel de minimum circuitampère van elke gebruikte unit OPMERKING op (zie de tabel hiervoor), vermenigvuldig het resultaat Forceer het deksel van de elektronische componentenkast met 1,1 en selecteer de volgende hogere aanbevolen niet wanneer u het opent. Anders kunt u het deksel capaciteit van de zekeringen. vervormen, waardoor er water in de kast kan Voorbeeld Combinatie van de RXYQ30 met behulp van de binnendringen en de apparatuur onklaar geraakt. RXYQ8, RXYQ10, en RXYQ12. 8~12 HP ▪ Minimum circuitampère van de RXYQ8=16,1 A ▪ Minimum circuitampère van de RXYQ10=22,0 A ▪...
5 Installatie OPMERKING De buitenunit monteren ▪ Maak een waterafvoerkanaal rond de fundering om afvalwater rond de unit af te voeren. 5.2.1 De installatiestructuur voorzien Tijdens het verwarmen en wanneer Zorg ervoor dat de unit waterpas staat op een voldoende stevige buitentemperaturen onder nul liggen, zal het ondergrond om trillingen en lawaai te voorkomen.
5 Installatie 5.3.2 Koelmiddelleiding op buitenunit Aansluiting Beschrijving aansluiten Aansluiting aan de Breek de uitbreekopeningen in het onderste onderkant frame open en geleid de leiding onder de OPMERKING onderkant. ▪ Gebruik de als accessoire bijgeleverde leidingen bij het uitvoeren van lokale leidingwerken. ▪ Let er ook op dat de lokale leidingen geen andere leidingen of bodem of zijpaneel raken. Vooral voor de aansluiting aan de onderkant en de zijkant moet de leiding met gepast isolatiemateriaal worden beschermd, ...
5 Installatie p < p > Omgaan met het afsluiterdeksel ▪ Het afsluiterdeksel is verzegeld op de door de pijl aangegeven plaats. Zorg dat u het niet beschadigt. ▪ Draai het afsluiterdeksel na gebruik van de afsluiter goed vast. Zie R410A de tabel hieronder voor het aanhaalmoment. ▪ Controleer na het vastdraaien van het afsluiterdeksel op koelmiddellekken. Reduceerklep Stikstof Weegschaal Fles R410Akoelmiddel (hevelsysteem) Vacuümpomp Afsluiter vloeistofleiding Afsluiter gasleiding Klep A Klep B Omgaan met de servicepoort 3 Verwijder ...
5 Installatie OPMERKING De koelmiddelleiding controleren Zorg ervoor dat de kleppen van alle (lokaal voorziene) lokale leidingen OPEN staan (behalve de afsluiters van de 5.4.1 Over het controleren van de buitenunit!) voordat u begint met de lektest of het koelmiddelleidingen vacuümdrogen. Zijn de werkzaamheden aan Werk de leidingen af. Zie "5.4.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling" op pagina 14 de koelmiddelleiding klaar? voor meer informatie over de stand van de kleppen.
5 Installatie OPMERKING Koelmiddelleidingen isoleren De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten: eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen ook open. ▪ Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig. Zie de montagehandleiding van de binnenunit voor meer ▪...
5 Installatie OPMERKING 5.6.3 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld moet worden Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de carterverwarming van stroom te voorzien en de OPMERKING compressor te beschermen. De hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder OPMERKING dan 100 kg bedragen. Dit betekent dat als de berekende totale hoeveelheid koelmiddel gelijk aan of meer is dan Als ...
5 Installatie 5.6.4 Koelmiddel vullen: Stroomschema Zie "5.6.5 Koelmiddel vullen" op pagina 19 voor meer informatie. Koelmiddel vooraf vullen Stap 1 p< p> Bereken hoeveelheid extra koelmiddel: R (kg) Stap 2+3 R410A • Open klep C, D en B naar de vloeistof- en vereffeningsleiding • Vul de vereffeningsleiding tot maximaal 0,05 MPa, sluit vervolgens klep C en maak de aansluiting op het verdeelstuk los.
Pagina 18
5 Installatie Koelmiddel bijvullen << Vervolg van vorige pagina R>Q Stap 5 p< p> • Sluit klep A aan op de koelmiddelvulpoort (d) • Open alle afsluiters van de buitenunit R410A Stap 6 Ga verder met automatisch of handmatig vullen Automatisch vullen Handmatig vullen Stap 6a Stap 6b...
5 Installatie << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel verwarmen) ("t03" wachten op stabiel koelen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op BS2 • Druk binnen de 5 minuten op BS2 •...
5 Installatie p < p > OPMERKING ▪ De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de unit. De interne leidingen van de unit zijn al in de fabriek gevuld met koelmiddel sluit de vulslang dus voorzichtig aan. R410A ▪ Vergeet na het bijvullen van koelmiddel niet om het deksel ...
5 Installatie INFORMATIE Code Oorzaak Oplossing Binnenunit is buiten Probeer opnieuw wanneer Als tijdens deze automatische vulprocedure een temperatuurbereik voor omgevingsvoorwaarden storingscode wordt weergegeven, wordt de unit stilgelegd lekdetectie zijn vervuld. en knippert " ". Druk op BS2 om de procedure te herbeginnen. Buitenunit is buiten Probeer opnieuw wanneer temperatuurbereik voor omgevingsvoorwaarden INFORMATIE lekdetectie zijn vervuld.
5 Installatie 5.7.3 Transmissiebedrading routeren en De elektrische bedrading bevestigen aansluiten De transmissiebedrading kan alleen door de voorkant worden geleid. Bind de bedrading vast aan het bovenste montagegat. 5.7.1 Lokale bedrading: Overzicht 8~12 HP 14~20 HP De lokale bedrading bestaat uit de bedrading van de voeding (altijd met aarding) en communicatie tussen binnen en buitenunit (= transmissie). Voorbeeld: Lokale voeding (met aardlekbeveiliging) Hoofdschakelaar Aardingsaansluiting Buitenunit Binnenunit Gebruikersinterface Voedingsbedrading (ommantelde kabel) (230 V) Transmissiebedrading (ommantelde kabel) (16 V) Voeding 3N~ 50 Hz Voeding 1~ 50 Hz Aardingsbedrading 5.7.2 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen Transmissiebedrading (mogelijkheid 1) ▪...
5 Installatie 5.7.4 Transmissiebedrading aansluiten 5.7.5 Transmissiebedrading voltooien De bedrading van de binnenunits moet worden aangesloten op de Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in de unit, klemmen F1 / F 2 (InOut) op de printplaat in de buitenunit. samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp van afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld. Aanhaalmoment van de klemmen van de transmissiebedrading: Schroefmaat Aanhaalmoment (N•m) M3,5 (A1P) 0,80~0,96 Installatie met één buitenunit F2 Q1 Q2 Vloeistofleiding Gasleiding TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT Isolatie...
6 Configuratie 5.7.7 Voeding aansluiten Lokale instellingen uitvoeren Klem de voedingskabel met lokaal voorziene klemmen vast op de 6.1.1 Over lokale instellingen plastic beugel. De groen en geel gestreepte draad mag alleen worden gebruikt voor Om verder te gaan met de configuratie van het VRV IV de aarding (zie de afbeelding hierna). warmtepompsysteem, is een input naar de printplaat van de unit 8~12 HP vereist. In dit hoofdstuk vindt u informatie over manuele inputs door middel van de drukknoppen/DIPschakelaars op de printplaat en de...
6 Configuratie Zie ook: OPMERKING ▪ "6.1.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina 25 Zorg ervoor dat alle buitenpanelen, behalve het servicedeksel van de kast met elektrische componenten, ▪ "6.1.5 Gebruik van stand 1" op pagina 26 dicht zijn terwijl u werkzaamheden uitvoert. ▪ "6.1.6 Gebruik van stand 2" op pagina 26 Sluit het deksel van de kast met elektrische onderdelen ▪ "6.1.7 Stand 1: Controle instellingen" op pagina 26 goed voordat u de voeding inschakelt. ▪ "6.1.8 Stand 2: Lokale instellingen" op pagina 27 6.1.4 Stand 1 of 2 activeren 6.1.2 Componenten voor lokale instellingen Initialisering: standaardsituatie...
6 Configuratie [11] 6.1.5 Gebruik van stand 1 Geeft de status van de geluidsarme werking aan. Stand 1 wordt gebruikt voor het instellen van basisinstellingen en het controleren van de staat van de unit. [11] Beschrijving Unit werkt momenteel niet in de geluidsarme werking. Instellingen in stand 1 Activeer stand 1 (druk 1 keer op BS1) Unit werkt momenteel in de geluidsarme veranderen en selecteer de gewenste instelling. werking. Druk hiervoor op BS2. Druk 1 keer op BS3 om naar de waarde [12] van de gewenste instelling te gaan. Geeft de status van de werking met stroomverbruikbegrenzing aan. Afsluiten en terugkeren Druk op BS1. [12] Beschrijving naar de beginstand Unit werkt momenteel niet met stroomverbruikbegrenzing. 6.1.6 Gebruik van stand 2 Unit werkt momenteel met Lokale instellingen in stand 2 moeten in de masterunit worden stroomverbruikbegrenzing. ingevoerd. [15] [16] Stand 2 wordt gebruikt voor het instellen van lokale instellingen van de buitenunit en het systeem. Geeft aan: ▪ [15]: De actuele T streefparameterpositie aan.
6 Configuratie [214] Dan wordt de geschatte hoeveelheid gelekt koelmiddel weergegeven in Voer de extra bijgevulde hoeveelheid koelmiddel in. [135]=1 [129] Voer de totale hoeveelheid extra koelmiddel die werd bijgevuld in [136]=1 [130] wanneer u de automatische lekdetectie wilt gebruiken. [137]=1 [131] [214] Hoeveelheid extra koelmiddel (kg) [138] [139] 0 (standaard) Geen input 0<x<5 Geeft aan: 5<x<10 ▪ [138]: Aantal op het systeem aangesloten RA DXbinnenunits. 10<x<15 ▪ [139]: Aantal op het systeem aangesloten Hydroboxbinnenunits (HXY080/125).
7 Inbedrijfstelling [249] INFORMATIE Instelling hoogteverschil. ▪ De gewogen en reeds genoteerde bijgevulde hoeveelheid koelmiddel (niet de totale hoeveelheid [249] Beschrijving koelmiddel in het systeem) moet worden ingevoerd. 0 (standaard) — ▪ De lekdetectiefunctie is niet beschikbaar wanneer er Wanneer de buitenunit hoger dan de Hydroboxunits of RA DXbinnenunits op het systeem binnenunits is geïnstalleerd en het zijn aangesloten. hoogteverschil tussen de laagste binnenunit en ▪...
7 Inbedrijfstelling Isolatietest van het hoofdvoedingscircuit Over proefdraaien Controleer met behulp van een megger van 500 V of een De hiernavolgende procedure beschrijft het proefdraaien van het isolatiebestendigheid van 2 MΩ of meer is bereikt. Breng volledige systeem. De volgende punten worden gecontroleerd en hiervoor een spanning van 500 V DC aan tussen de beoordeeld: voedingsklemmen en de aarding. Gebruik nooit een megger voor de transmissiebedrading. ▪...
8 Opsporen en verhelpen van storingen beëindigen van het proefdraaien. Zie de montagehandleiding van 5 Controleer het resultaat van het proefdraaien op het 7 de binnenunit (bijv. Hydrobox) voor meer informatie over segmentendisplay van de buitenunit. afzonderlijk proefdraaien. Beëindiging Beschrijving INFORMATIE Normaal beëindigd Geen aanduiding op het 7segmentendisplay (stilstand). ▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een uniforme toestand te krijgen voordat de compressor Abnormaal Aanduiding van storingscode op het 7...
8 Opsporen en verhelpen van storingen Storingscodes: Overzicht Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Hogedrukschakelaar geactiveerd Controleer toestand van afsluiter of (S1PH, S2PH) A1P (X3A; X4A) problemen met (lokale) leidingen of luchtstroom over luchtgekoelde spiraal. ▪ Te veel koelmiddel ▪ Controleer hoeveelheid hoeveelheid +bijkomende hoeveelheid unit. ▪ Afsluiter is gesloten ▪ Open afsluiters Afsluiter is gesloten (vloeistof) Open vloeistofafsluiter. ▪ Te veel koelmiddel ▪ Controleer hoeveelheid hoeveelheid +bijkomende hoeveelheid unit. ▪ Afsluiter is gesloten ▪ Open afsluiters. Lagedrukstoring: ▪...
Pagina 32
8 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Storing sensor vloeistoftemperatuur Controleer aansluiting op printplaat of (na onderkoeling HE) storing (R5T) actuator. A1P (X30A) Storing sensor vloeistoftemperatuur Controleer aansluiting op printplaat of (warmtewisselaar) (R4T) A1P (X30A) actuator. Storing sensor gastemperatuur (na Controleer aansluiting op printplaat of onderkoeling HE) storing (R6T) A1P actuator. (X30A) Storing hogedruksensor (S1NPH): Controleer aansluiting op printplaat of open keten A1P (X32A) actuator. Storing hogedruksensor (S1NPH): Controleer aansluiting op printplaat of kortsluiting A1P (X32A) actuator. Storing lagedruksensor (S1NPL): open Controleer aansluiting op printplaat of keten A1P (X31A) actuator. Storing lagedruksensor (S1NPL): Controleer aansluiting op printplaat of kortsluiting A1P (X31A) actuator. Transmissie buitenunit inverter: INV1 Controleer aansluiting. transmissieprobleem A1P (X20A, X28A, X40A) Transmissie buitenunit inverter:...
Pagina 33
8 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Verkeerde combinatie in systeem. Controleer of storing zich voordoet bij Verkeerde combinatie types binnenunit andere binnenunits en of combinatie (R410A, R407C, RA, Hydrobox, enz.) van binnenunits is toegestaan. Storing binnenunit Storing aansluiting binnenunits of Controleer of storing zich voordoet bij verkeerde combinatie types (R410A, andere binnenunits en of combinatie R407C, RA, Hydrobox, enz.) van binnenunits is toegestaan. Storing aansluiting binnenunits of Controleer of storing zich voordoet bij verkeerde combinatie types (R410A, andere binnenunits en of combinatie R407C, RA, Hydrobox, enz.) van binnenunits is toegestaan. Verkeerde combinatie units (multi Controleer of unittypes compatibel zijn. systeem) Verkeerde combinatie units (multi Controleer of unittypes compatibel zijn. systeem) Storing automatische adressering Controleer of aantal units met (inconsistentie) transmissiebedrading overeenstemt met aantal op voeding aangesloten units (controlestand) of wacht tot einde initialisering. Storing automatische adressering Controleer of aantal units met (inconsistentie)
9 Technische gegevens Technische gegevens Leidingschema: RYMQ8~12 Leidingschema: Buitenunit INFORMATIE Op het einde van dit deel vindt u een legende voor de onderstaande afbeeldingen. Leidingschema: RYYQ8~12 (S1NPL) (S1NPH) (S1PH) R21T 10-12HP (S1NPL) (S1NPH) (S1PH) R21T Leidingschema: RYMQ14~20 10-12HP (Y1E) Leidingschema: RYYQ14~20 (S1NPH) (S1NPL) (S1PH) (S2PH) R21T R22T 10-12HP (S1NPL) (S1NPH) (S1PH) (S2PH)
10 Voor de gebruiker Voor de gebruiker Over het systeem Bediening INFORMATIE 12.1 Gebruik van het systeem Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op 12.1.1 Over het gebruik van het systeem boerderijen, of voor commercieel gebruik door niet deskundigen. ▪ De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van De ...
12 Bediening Warme start OPMERKING Om te voorkomen dat bij het begin van verwarmen koude lucht uit Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is een binnenunit wordt geblazen, wordt de binnenventilator gestopt, maar wacht minstens 5 minuten. automatisch stilgelegd. Op het display van de gebruikersinterface Instellen wordt ...
13 Onderhoud en service 2 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op OPMERKING de gebruikersinterface en selecteer (ontvochtigen). ▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd. 3 Druk op de AAN/UITknop van de gebruikersinterface. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. (alleen voor dubbelstroom, multistroom, hoek, Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te plafondmontage en wandmontage). werken. ▪ Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale 4 Druk ...
14 Opsporen en verhelpen van storingen OPMERKING Opsporen en verhelpen van Veeg het bedieningspaneel van de controller niet af met benzine, thinner, chemische reinigingsdoeken, enz. Het storingen paneel kan verkleuren of de coating kan afschilferen. Dompel bij een sterk vervuild bedieningspaneel een doek Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan in ...
14 Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel Hoofdcode Inhoud Het systeem werkt, ▪ Controleer of de luchtinlaat of uitlaat van Storing thermistor gebruikersinterface (binnenunit) maar koelt of verwarmt de buitenunit of de binnenunit niet Storing printplaat (buitenunit) onvoldoende. geblokkeerd is. Aardlekschakelaar geactiveerd (buitenunit) ▪ Verwijder eventuele obstakels en zorg Hogedrukschakelaar geactiveerd voor voldoende ventilatie. Storing lage druk (buitenunit) ▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt Compressorblokkering gedetecteerd (buitenunit) is (zie "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit). Storing ventilatormotor (buitenunit) Storing elektronische expansieklep (buitenunit) ▪...
14 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Inhoud 14.2.6 Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit) Storing aansluiting binnenunits of verkeerde combinatie types ▪ Wanneer het vochtgehalte bij het koelen hoog is. Als de Dubbel gecentraliseerd adres binnenkant van een binnenunit extreem vuil is, zal de Storing in communicatie gecentraliseerde besturing temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn. Daarom is het binnenunit nodig ...
15 Verplaatsen 14.2.12 Symptoom: Er komt stof uit de unit Wanneer een unit na een lange periode van stilstand weer wordt gebruikt. Dit komt door stof in de unit. 14.2.13 Symptoom: De units geven een geur af De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten, enz., en die dan weer afgeven. 14.2.14 Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait niet Tijdens de werking. De ventilatorsnelheid wordt geregeld met het oog op een optimale werking van het product. 14.2.15 Symptoom: Op het scherm staat "88"...
Pagina 44
4P370473-1 0000000M 4P3704731 2014.02...