Pagina 5
Gebruiksaanwijzing ................. 51 3.5. Modelidentificatie ................4 4. Accessoires................4 Wij danken u voor de aankoop van dit Daikin VRV IV-systeem. 4.1. Accessoires geleverd bij deze unit ..........4 5. Overzicht van de unit ..............6 De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen 5.1.
Algemene informatie Lokaal te voorzien: Deze montagehandleiding betreft het VRV IV, volledig door inverter Uitrusting die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in aangedreven warmtepompsysteem voor vervangingsdoeleinden. deze handleiding, maar die niet wordt geleverd door Daikin. Afhankelijk situatie, kunnen bestaande koelmiddelleidingen van een vorige installatie, of in sommige gevallen zelfs de binnenunits, worden hergebruikt.
verwarmingscapaciteit deze units (bij gebruik Lijst van compatibele (niet-R410A) VRV DX-binnenunits: model- enkelvoudige unit) gaat van 25 tot 63 kW en de koelcapaciteit van reeksen UITSLUITEND zoals in de onderstaande tabel. Neem 22,4 tot 56 kW. Bij combinatie van meerdere units kan de contact op met uw dealer voor de juiste lokale instellingen van deze verwarmingscapaciteit gaan tot 132 kW en tot 118 kW voor koelen.
EKPCCAB* vereist; dit is een specifieke kabel voor Europese markt communicatie met de buitenunit. De software voor de (a) Voor de RXYQQ geldt er geen beperking op het gebruik als gebruikersinterface kan worden gedownload van het Daikin- multi-module. extranet. INFORMATIE Accessoires Zie de technische data voor de recentste optienamen.
Pagina 9
8 pk 10 pk 12 pk 20 pk Accessoireleidingen Accessoireleidingen (mm) Øa Øb Øa Øb Øa Øb (mm) Øa Øb Gasleiding Gasleiding Aansluiting aan de Aansluiting aan de voorkant voorkant 19,1 25,4 22,2 25,4 28,6 25,4 28,6 ID Øa ID Øa ID Øb ID Øb Aansluiting aan de...
Overzicht van de unit 5.2. Hoofdcomponenten in de unit Een leidingschema en aanzichttekening is verkrijgbaar voor elk model. Afhankelijk van het modeltype komen sommige componenten 5.1. Openen van de unit in de lijst met hoofdcomponenten niet voor in de unit. Open de voorpanelen als volgt voor toegang tot de unit: Hoofdonderdelen (zie afbeelding...
5.3. Hoofdcomponenten in de elektrische VOORZICHTIG componentenkast Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is. RXYQQ8~12 Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op boerderijen, of voor commercieel gebruik door niet- deskundigen.
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3 m of meer 6.3. Keuze van de installatieplaats in koude streken bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de voedings- en transmissieleidingen in AANDACHT kabelbuizen liggen. Wanneer de unit wordt gebruikt bij lage buiten- Het koelmiddel R410A op zich is niet toxisch, niet ontvlambaar ...
Afmetingen en serviceruimte 7.2. Serviceruimte Er moet voldoende ruimte rond de unit zijn voor servicewerkzaam- heden en de minimale ruimte voor de luchtinlaat en -uitblaas 7.1. Afmetingen van de buitenunit (raadpleeg de afbeelding hierna en kies één van de mogelijkheden). RXYQQ8~12 4-15x22.5 (mm)
De vereiste installatieruimte op deze afbeeldingen geldt voor 8.3. Uitpakken verwarmen onder vollast zonder rekening te houden met eventuele ophoping van ijs. VOORZICHTIG Als de installatie zich in een koude omgeving bevindt, dan moeten al de afmetingen hierboven >500 mm zijn om ophoping Raak de luchtinlaat of de aluminium ribben van de unit niet van ijs tussen de buitenunits te voorkomen.
Dikte van de koelmiddelleiding en toegestane leidinglengte 9.1. Algemene informatie AANDACHT Voor R410A-koelmiddel moeten strikte voorzorgs- maatregelen worden genomen om het systeem schoon, droog en afgedicht te houden. (mm) Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal Minimumfundering (zoals minerale olie of vocht) in het systeem 1 Ankerpunt (4×) terechtkomt.
9.3. Keuze van de leidingdiameter 9.3.3. Leiding tussen koelmiddelaftakset en binnenunit: E De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de binnenunit Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van de de afbeelding (alleen als referentie).
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijg- 9.5. Beperkingen op de systeemleiding (lengte) baar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; 9.5.1. Beperkingen op de leidinglengte houd hierbij rekening met de volgende punten: Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde Zorg ervoor dat u bij de installatie van de leidingen binnen de diameter ligt.
Beveiliging tegen verontreinigingen tijdens de installatie van AANDACHT leidingen bij een systeem met meerdere buitenunits gelden voor de Neem maatregelen om te voorkomen dat het systeem met vocht of installatie beperkingen volgorde andere stoffen wordt verontreinigd. aansluitingen van de koelmiddelleiding tussen buitenunits. Installatieperiode Beveiligingsmethode Installeer volgens de volgende beperkingen.
10.2. Koelmiddelleidingen aansluiten Verwijder de dichtgeknepen leiding met de volgende procedure: Verwijder het kleppendeksel en controleer of de afsluiters volledig gesloten zijn. AANDACHT 1 Servicepoort en installatie moet worden uitgevoerd door servicepoortdeksel installateur, en de keuze van de materialen en de 2 Afsluiter installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving.
Snijd voor gasafsluiters het onderste deel van de kleinste AANDACHT dichtgeknepen leiding af met een gepast gereedschap (bijv. pijpensnijder, kniptang, ...). Laat de resterende olie uit de Zorg ervoor dat de lokale leiding niet in contact komt met leidingen druppelen wanneer niet alles kon worden afgetapt. andere leidingen, het onderste frame of de zijpanelen van de unit.
10.3. Richtlijnen bij het gebruik van de afsluiter 10.3.3. Waarschuwingen bij het gebruik van het afsluiterdeksel Het afsluiterdeksel is verzegeld op de plaats die door de pijl 10.3.1. Waarschuwingen bij het gebruik van de afsluiter wordt aangegeven. Zorg dat u het niet beschadigt. Houd beide afsluiters open tijdens de werking.
10.4.2. Installatie van koelmiddelleiding, lektest, vacumeren 10.4.4. Setup vóór de elektrische installatie (gewone installatiemethode) Voer de volgende stappen uit wanneer alle leidingwerkzaamheden klaar zijn: Controleer op lekken in de koelmiddelleiding. Verwijder alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding ...
Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen AANDACHT terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de buitenunit hoger staat dan de binnenunit, dan moet dit Gebruik een aanbevolen bellentestoplossing van bij uw worden voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de groothandelaar.
Aandachtspunt betreffende de kwaliteit van de netstroom WAARSCHUWING Deze apparatuur is conform met respectievelijk: Een hoofdschakelaar of een andere manier om te EN/IEC 61000-3-11 op voorwaarde dat de systeemimpedantie onderbreken, met een contactscheiding in alle polen, kleiner dan of gelijk is aan Z moet voorzien zijn in de vaste bedrading in EN/IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat het kortsluitvermogen...
RXYQQ8~12 AANDACHT Gebruik in geval van stroomonderbrekers met activering door reststroom alleen die van het snelle type met een nominale stroomsterkte van 300 mA. 12.6. Kabelroutering RXYQQ14~20 De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten afzonderlijk worden gehouden. Er moet altijd minstens 25 mm liggen tussen deze bedradingen om alle elektrische storingen te voorkomen.
Pagina 29
Sluit nooit 400 V aan op de klemmenstrook van de transmissie- Routering van transmissiebedrading naar de unit en binnen de unit. bedrading. Anders raakt het hele systeem onklaar: De transmissiebedrading kan alleen door de voorkant worden geleid: De bedrading van de binnenunits moet worden aangesloten Bind de transmissiebedrading met een kabelbinder aan ...
Voorkant. Om de voedingskabel via de voorkant naar buiten te RXYQQ14~20 brengen, kunnen de beschikbare uitbreekopeningen (C) worden gebruikt: Bind de voedingskabel met een kabelbinder aan de voorziene kabelclips. Zie de afbeeldingen hierna, item 2. Bind de voedingskabel aan de bevestigingsplaat van de warmtewisselaar (door ovalen...
12.7. Aansluiting RXYQQ14~20 In dit hoofdstuk vindt u informatie over het routeren en aansluiten van de bedrading in de unit. 12.7.1. Aansluiting van transmissiebedrading op het systeem Installatie met één buitenunit F2 Q1 Q2 TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT F1 F2 F1 F2 F1 F2...
12.7.2. Aansluiting van bedrading op klemmen 6 Sluit elke stroomdraad aan: RED op L1, WHT op L2, BLK op L3 en BLU op N Transmissiebedrading in buitenunit 7 Aardingskabel (GRN/YLW) 8 Bevestig de voedingskabel met een lokaal voorziene klem op de plastic beugel om te voorkomen dat er externe krachten op de aansluitklem worden uitgeoefend.
Voeding aansluiten op meerdere buitenunits Plaats van de segmentendisplays, knoppen en DIP-schakelaars: Om de voeding voor meerdere buitenunits aan elkaar te verbinden, moeten ringankertongen worden gebruikt. Blote kabels mogen niet worden gebruikt. Verwijder in dat geval de standaard voorzien vulring. DS1 DS2 BS1 BS2 Bevestig de twee kabels aan de voedingsaansluitklem zoals...
Klaar voor gebruik: blanco display zoals afgebeeld. Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het instellen van lokale instellingen van de buitenunit en het systeem. Instellingen in stand 2 veranderen: Wanneer het voorgaande na 12 minuten niet kan worden bevestigd, Activeer stand 2 (druk meer dan 5 seconden op BS1) en dan kunt u de storingscode aflezen op de gebruikersinterface van de selecteer de gewenste instelling.
13.3. PC-configurator aansluiten op de buitenunit 14.2. Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel De optionele PC-configuratorkabel moet op de buitenunit worden aangesloten op A1P. Sluit de EKPCCAB*-kabel aan op de 5-pens Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat geen gassen blauwe connector X27A. vrij in de atmosfeer.
14.3.1. Berekening van de extra hoeveelheid koelmiddel Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel=R (kg). R moet worden afgerond in eenheden van 0,1 kg. R=[(X x Ø22,2) x 0,37+(X x Ø19,1) x 0,26+(X x Ø15,9) x 0,18+(X x Ø12,7) x 0,12+(X x Ø9,5) x 0,059+(X x Ø6,4) x 0,022 ]+A =Totale lengte (m) van vloeistofleiding maat Øa 1...6...
14.4. Methode voor bijvullen van koelmiddel INFORMATIE Als de precieze lengte van de lokale leidingen niet kan worden bepaald, kan de bijkomende hoeveelheid koelmiddel ook moeilijk exact worden berekend zoals hiervoor aangegeven. Werk in dat geval met een schatting op basis van de gekende lengten en diameters met behulp van de formule in "14.3.1.
Pagina 38
<< Vervolg van vorige pagina << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel ("t23" wachten op stabiel koelen) verwarmen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op •...
Pagina 39
Om grote systemen sneller vooraf te vullen met koelmiddel, vult u VOORZICHTIG best eerst een deel van het koelmiddel handmatig bij alvorens automatisch of handmatig bij te vullen. Deze stap staat in de onder- Wanneer u in een systeem te veel koelmiddel bijvult, ...
Pagina 40
Verwarmen (middelste segment is "2") INFORMATIE Het vullen gaat verder, de segmentenaanduiding geeft afwisselend de actuele lagedrukwaarde en de statusaanduiding Bij een systeem met meerdere buitenunits moeten niet alle "t23" weer. vulpoorten koelmiddelreservoir worden Sluit onmiddellijk ventiel A en druk op BS3 om het bijvullen te aangesloten.
Voer de testprocedure uit zoals beschreven in "15.4. Proefdraaien" 14.4.3. Controles na bijvullen van koelmiddel op pagina Zijn de vloeistof- en gaszijdige afsluiters open? Koelmiddel bijvullen met de handmatige vulfunctie Heeft hoeveelheid koelmiddel bijgevuld, 6B De resterende hoeveelheid koelmiddel kan worden bijgevuld opgeschreven op het label voor de hoeveelheid koelmiddel? door de buitenunit in de stand voor handmatig bijvullen van AANDACHT...
Koelmiddellek [1-1]= geeft de status van de geluidsarme werking aan Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken. 1=unit staat momenteel in de geluidsarme werking Probeer eventuele koelmiddellekken te repareren. Raadpleeg uw plaatselijke dealer als u er niet in slaagt het lek te verhelpen. ...
Pagina 43
[1-19]= geeft de storingscode van de op na 2 laatste Verander [2-8]=0, 2~7, afhankelijk van de vereiste storingscode aan. methode bij het koelen. Wanneer de recentste storingscodes per ongeluk op de "15.3. Energiesparen en optimale werking" op gebruikersinterface van een binnenunit werden gereset, pagina 41 voor meer informatie en advies over de kunt u ze via deze controle-instellingen nog controleren.
Pagina 44
[2-21]= Stand koelmiddel aftappen/vacumeren [2-30]= Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) via de externe besturingsadapter (DTA104A61/62). Om een vrije doorgang te creëren om koelmiddel uit het systeem af te tappen of om reststoffen te verwijderen of Deze instelling bepaalt het niveau van de stroom- het systeem te vacumeren moet een instelling worden verbruikbegrenzing voor stap1 als het systeem met uitgevoerd waarbij de vereiste ventielen in het...
Pagina 45
15.3. Energiesparen en optimale werking [2-73]= In het geval van een systeem met nietR410A VRV DX- binnenunits, heeft het systeem de juiste gegevens Dit VRV IV-warmtepompsysteem voor vervanging is voorzien van nodig zoals aangegeven in de onderstaande tabel. een geavanceerde energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag energieverbruik of aan het comfortniveau.
15.3.2. Mogelijke comfortinstellingen De door de gebruiksmethode (zie hiervoor) bepaalde originele Voor elk van de voorgaande standen kan een comfortniveau worden streefwaarde van de koelmiddeltemperatuur blijft behouden geselecteerd. Het comfortniveau houdt verband met de timing en de zonder enige correctie, behalve voor beschermingsregeling. inspanning (energieverbruik) om een bepaalde kamertemperatuur te ...
Pagina 47
Voorbeeld: Automatische stand bij koelen Voorbeeld: Automatische stand bij verwarmen 100% 100% 49°C 46°C 6°C 3°C 35°C A Reële belastingscurve 2°C B Virtuele belastingscurve (initiële capaciteit automatische stand) A Virtuele belastingscurve (standaard piekcapaciteit automatische stand) C Virtuele streefwaarde (waarde initiële verdampingstemperatuur automatische stand) B Belastingscurve D Vereiste waarde verdampingstemperatuur...
Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag AANDACHT van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit stabiel te laten draaien. De streefwaarde ligt echter vast en wordt Om de compressor te beschermen, moet u de voeding gebruikt om de optimale balans tussen energieverbruik en comfort te 6 uur voor gebruik inschakelen.
Tijdens het proefdraaien kan de unit niet worden stilgelegd 15.5. Lijst van storingscodes met de gebruikersinterface. Druk op BS3 om af te breken. De Wanneer een storingscode wordt aangegeven, voert u de in de tabel unit stopt ±30 seconden later. met storingscodes beschreven stappen uit om de storing op te Controleer het resultaat van het proefdraaien op het segmenten- lossen.
Pagina 50
Storingscode Hoofd- Subcode code Master/slave 1/slave 2 Inhoud Oplossing 06/07/08 Storing sensor vloeistoftemperatuur (na onderkoeling HE) Controleer aansluiting op printplaat of actuator (R5T) - A1P (X30A) 01/02/03 Storing sensor vloeistoftemperatuur (spiraal) (R4T) - Controleer aansluiting op printplaat of actuator A1P (X30A) 01/02/03 Storing sensor gastemperatuur (na onderkoeling HE) (R6T) - Controleer aansluiting op printplaat of actuator...
16. Gebruik van de unit VOORZICHTIG Anders wordt storingscode E7 op de gebruikers- Na de installatie en het proefdraaien van de buitenunit en binnenunits interface of op het segmentendisplay van de buiten- is het systeem klaar voor gebruik. unit aangegeven en is de normale werking niet De gebruikersinterface van de binnenunit moet ingeschakeld zijn om mogelijk.
18.2. Maximale concentratie B Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije De maximale hoeveelheid koelmiddel en de berekening van de luchtcirculatie toe te laten. maximale koelmiddelconcentratie zijn rechtstreeks gerelateerd aan de ruimte waarin personen verblijven en waarin het koelmiddel dus zou kunnen lekken.
20. Unitspecificaties (g) Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde die afhangt van de afstand en de akoestische omgeving. Zie voor meer informatie de tekeningen van het geluidsniveau in het technical data book. INFORMATIE RXYQQ16 RXYQQ18 RXYQQ20 Zie de technische data voor technische en elektrische Materiaal behuizing Gelakt gegalvaniseerd staal details van multi-unitcombinaties.
"onderhoudscycli" en "vervangingscycli"..... 60 Dit symbool geeft nuttige tips of bijkomende informatie 11.4. Storingscodes................60 aan. Wij danken u voor de aankoop van dit Daikin VRV IV-systeem voor Sommige soorten gevaar worden weergegeven door speciale vervanging. symbolen: De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen Elektrische stroom.
-uitlaat. Wanneer de ventilator met Uitrusting die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken. deze handleiding, maar die niet wordt geleverd door Daikin. Laat de binnenunit of de gebruikersinterface nooit nat worden.
Pagina 57
WAARSCHUWING AANDACHT Plaats geen apparatuur met een open vlam op Steek nooit een voorwerp in de luchtinlaat of -uitlaat. plaatsen die blootgesteld zijn aan de luchtstroom van Voorwerpen die in contact komen met de snel- de unit of onder de binnenunit. Dit kan onvolledige draaiende ventilator kunnen gevaarlijk zijn.
Bedieningsprocedure 2.2. Systeemlay-out Uw buitenunit van de VRV IV-warmtepompreeks voor vervanging kan De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van één van de volgende modellen zijn: buitenunit en gebruikersinterface. Zet de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik aan om de ...
Gebruik van de omschakelaar voor koelen/verwarmen op de INFORMATIE afstandsbediening De verwarmingscapaciteit neemt af wanneer de Selecteer als volgt de bedrijfsstand met de omschakelaar voor buitentemperatuur daalt. Gebruik in dat geval een koelen/verwarmen op de afstandsbediening: ander verwarmingstoestel in combinatie met de unit. Koelen Verwarmen Alleen ventileren...
Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (Alleen voor 6.4. Gebruikersinterface instellen Dubbelstroom, Multi-stroom, Hoek, Plafondmontage en Wand- montage). Zie "6.3. Luchtstroomrichting instellen" op pagina 56 voor meer informatie. Systeem stoppen Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface. Het bedrijfslampje gaat uit en het systeem stopt. AANDACHT Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
Energiesparen en optimale werking De selectiemethode van de binnenunits is belangrijk omdat de beschikbare capaciteit niet dezelfde is als bij basisgebruik. Gelieve contact op te nemen met uw installateur voor meer informatie over Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een Hi-sensible toepassingen.
Symptomen die geen storingen van Symptoom 7: Op het display van de gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten de airconditioner zijn De gebruikersinterface wordt gestoord door interferentie van andere elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen De volgende symptomen zijn geen storingen van de airconditioner: de units onmogelijk, en ze worden stilgelegd.
10. Problemen oplossen Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle bovenstaande punten het probleem zelf niet kunt oplossen. Geef hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan airconditioner (met indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer.
Tabel 1 INFORMATIE Onderhoudscyclus Het is mogelijk dat schade veroorzaakt door het Inspectie- (vervangingen en/of Onderdeel cyclus reparaties) demonteren of schoonmaken van de binnenkant van units door iemand anders dan onze erkende dealers niet onder Elektromotor 20.000 uur de garantie valt. Printplaat 25.000 uur Warmtewisselaar...