Samenvatting van Inhoud voor Daikin RXYSQ4T8VB Series
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner RXYSQ4T8VB(*) RXYSQ5T8VB(*) RXYSQ6T8VB(*) RXYSQ4T8YB(*) Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RXYSQ5T8YB(*) Nederlands VRV IV-S-systeem airconditioner RXYSQ6T8YB(*)
Inhoudsopgave 6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..18 Inhoudsopgave De koelmiddelleiding aansluiten..........18 6.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ..18 6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ............. 18 1 Algemene veiligheidsmaatregelen 6.4.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen . 19 Over de documentatie ...............
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 9 Aan de gebruiker overhandigen 19.4.2 Aanbevelingen voor onderhoud en inspectie....54 19.4.3 Aanbevolen onderhouds- en inspectiecycli....55 10 Onderhoud en service 19.4.4 Verkorte onderhouds- en vervangingscycli....55 10.1 Overzicht: Onderhoud en service..........40 20 Opsporen en verhelpen van storingen 10.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud ........
Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. als het gebruik van het apparaat op een veilige manier werd uitgelegd en als zij de gevaren hiervan begrijpen. Kinderen mogen WAARSCHUWING NIET met het apparaat spelen.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 1.3.3 Koelmiddel GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN ▪ Raak tijdens bedrijf GEEN Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de koelmiddelleidingen, waterleidingen interne installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. installateur) van uw toepassing.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige OPMERKING systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU- leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld. richtlijn 98/83 EC.
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op ▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. aan te zetten. De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
3 Over de doos Voor de installateur Draag de unit traag zoals op de afbeelding getoond: Over de doos Overzicht: Over de doos In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren nadat de doos met de buitenunit ter plaatse is geleverd. Vorkheftruck.
4 Over de units en opties Identificatie OPMERKING Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen. 4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit VRV IV-S-warmtepomp buitenunit Plaats Koelmiddelleiding VRV directe-expansiebinnenunit (DX) Gebruikersinterface (specifiek afhankelijk van het type binnenunit) BP-box (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of Sky Air (SA) directe-expansiebinnenunits (DX))
5 Voorbereiding Koelmiddelaftakkit 5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt Beschrijving Modelnaam Refnet-verdeler KHRQ22M29H INFORMATIE Refnet-verbinding KHRQ22M20T Lees ook de volgende vereisten: "5.3.4 Koelmiddelaftaksets selecteren" op pagina 14 voor de ▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie het selectie van de optimale aftakset.
5 Voorbereiding ▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken. Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten: ▪...
Totale hoeveelheid koelmiddel (kg) in het minstens 5 dagen, met een relatieve vochtigheidsgraad systeem van meer dan 95%, dan bevelen wij aan om een Daikin- OPMERKING reeks te gebruiken die specifiek is ontworpen voor dergelijke toepassingen en/of om contact op te nemen met één...
5 Voorbereiding 5.3.2 Materiaal koelmiddelleidingen Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is ▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos om een vrije luchtcirculatie toe te laten. koper. ▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen. ▪...
5 Voorbereiding ▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in D: Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit "6.7.3 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden" op Totale Leidingmaat (buitendiameter) (mm) pagina 25. capaciteitsindex Gasleiding Vloeistofleiding A: Leiding tussen buitenunit en (eerste) van aangesloten binnenunits koelmiddelaftakset...
Pagina 15
5 Voorbereiding Vereiste Limiet VRV DX RA DX Maximale reële leidinglengte 120 m 65 m ▪ Voorbeeld 1.1, unit 8: a+b+c+d+e+f+g+p≤Limiet ▪ Voorbeeld 1.2, unit 6: a+b+h≤Limiet ▪ Voorbeeld 1.2, unit 8: a+i+k≤Limiet ▪ Voorbeeld 1.3, unit 8: a+i≤Limiet ▪ Voorbeeld 2, unit 18: a+b+m≤Limiet Maximale equivalente leidinglengte 150 m 85 m Maximale totale leidinglengte 300 m...
6 Installatie Voorbeeld 1 (VRV DX-binnenunits) Voorbeeld 2 (RA DX-binnenunits) Voorbeeld 1,1 Voorbeeld 1,2 Voorbeeld 1,3 Refnet-verbinding Refnet-verdeler BP-box VRV DX-binnenunits 11~18 RA DX-binnenunits Maximale kabellengte 300 m De elektrische bedrading voorbereiden (= afstand tussen buitenunit en verste binnenunit) Totale kabellengte 600 m 5.4.1 Over het voldoen aan de normen inzake (= afstand tussen buitenunit en elektriciteit alle binnenunits)
6 Installatie 6.3.3 De installatiestructuur voorzien De units openen Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de 6.2.1 Over het openen van de units unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai maken wanneer ze in bedrijf is. Soms moet u de unit openen.
6 Installatie 6.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om een goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen. ▪ Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig water rond de unit af te voeren.
6 Installatie OPMERKING Houd rekening volgende voorzorgen betrekking tot de koelmiddelleiding: ▪ Zorg ervoor dat nooit ander koelmiddel dan het aangewezen koelmiddel koelmiddelcyclus vermengd wordt (bijv. lucht). ▪ Gebruik enkel R410A wanneer u koelmiddel moet Momentsleutel Moersleutel bijvullen. Leidingverbinding ▪ Gebruik uitsluitend installatiegereedschap (bijv.
6 Installatie De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken Servicepoort en servicepoortdeksel vertonen. Afsluiter Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een Aansluiting lokale leiding perfecte cirkel verbreed zijn. Deksel afsluiter Controleer of de flaremoer is aangebracht. 6.4.6 Het uiteinde van een buis solderen OPMERKING...
6 Installatie 3 Stop met draaien zodra de afsluiter niet meer verder draait. 4 Installeer het deksel van de afsluiter. Gevolg: De afsluiter is nu dicht. Omgaan met het afsluiterdeksel ▪ Het afsluiterdeksel is verzegeld op de door de pijl aangegeven plaats.
6 Installatie Mogelijkheid 3: Naar de Mogelijkheid 4: Naar onder zijkant d e1 e f Horizontaal oppervlak Refnet-verbinding verticaal gemonteerd Refnet-verbinding horizontaal gemonteerd De koelmiddelleiding controleren 6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen Zijn de werkzaamheden aan Werk de leidingen af. de koelmiddelleiding klaar? c, c1 Gasleiding accessoire 1 + koperen pakking (altijd te...
6 Installatie Lektest en vacuümdrogen OPMERKING De koelmiddelleiding controleren betekent: De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd ▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken. eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen ▪...
6 Installatie 3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1 6.7.2 Voorzorgsmaatregelen voor het vullen uur behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht. met koelmiddel Breek in dat geval het vacuüm met stikstofgas tot een meterdruk van 0,05 ...
6 Installatie 6.7.3 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden De berekende hoeveelheid Koppel het verdeelstuk los van extra koelmiddel is bereikt de vloeistofleiding. INFORMATIE De instrucites van "Koelmiddel Neem contact op met uw dealer voor het finale aanpassen vullen (in handmatige stand van de hoeveelheid koelmiddel.
6 Installatie INFORMATIE OPMERKING Het handmatig bijvullen van koelmiddel stopt automatisch De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde na 30 minuten. Als het vullen na 30 minuten nog niet broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de voltooid is, voert u de procedure voor bijvullen van unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO koelmiddel opnieuw uit.
6 Installatie OPMERKING WAARSCHUWING ▪ Zorg ervoor voedingskabel In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar kruisen, maar ze mogen niet parallel lopen.
6 Installatie OPMERKING Draadtype Methode Éénaderige draad Verwijder NOOIT een thermistor, sensor, enz. wanneer u de voedingsbedrading en transmissiebedrading aansluit. AA´ A´ (Als u de unit zonder thermistor, sensor, enz. gebruikt, kan de compressor defect raken.) OPMERKING ▪ De bescherming van dit product tegen omgekeerde polariteit werkt alleen bij het opstarten van het product.
Pagina 29
6 Installatie TO IN/D TO OUT/D F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 Gebruik de geleider van een mantelkabel (2-dradig) (geen polariteit) Klemmenstrook (lokaal te voorzien) WAARSCHUWING Gebruik afgeschermde kabels en sluit de aarding aan op de transmissieklem (X2M).
7 Configuratie 6.9.2 De buitenunit sluiten Aansluiten op het Voor kabels die uit de unit komen, kan een frame beschermende mantelbuis worden aangebracht in de uitbreekopening. OPMERKING Bescherm de kabels met plastic buizen om Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat u te voorkomen dat de rand van de het aanhaalkoppel van 4,1 N•m NIET overtreft.
7 Configuratie Drukknoppen Zie ook: "7.2.9 PC-configurator aansluiten op de buitenunit" op pagina 36. Gebruik de drukknoppen om de lokale instellingen in te stellen. Stel de drukknoppen in met een geïsoleerd stokje (zoals bijvoorbeeld Stand 1 en 2 een ingeklikte balpen) om te voorkomen dat u onderdelen onder Stand Beschrijving stroom zou aanraken.
7 Configuratie Actie Knop/display BS1 [1×] Selecteer stand 1. BS2 [X×] Selecteer instelling 5. ("X×" hangt af van de 10~12 min instelling die u wilt (= binair 5) selecteren.) BS3 [1×] Geef de waarde van instelling 5 weer. (er zijn 8 binnenunits (= binair 8) aangesloten) BS1 [1×]...
7 Configuratie 7-segmentendisplay – Stand 1 (H1P knippert) Waarde / Beschrijving U kunt de volgende informatie uitlezen: Geeft de status van de geluidsarme werking aan. Instelling Waarde / Beschrijving Unit werkt momenteel niet in de geluidsarme [1‑5] Hiermee kunt u controleren of het werking.
Pagina 34
7 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑9] Auto -streeftemperatuur tijdens verwarmen. (standaard) 46°C 43°C [2‑12] Gedeactiveerd. Geluidsarme werking en/of stroomverbruikbegrenzing inschakelen (standaard) via externe besturingsadapter (DTA104A61/62). Geactiveerd. Verander deze instelling wanneer het systeem in de geluidsarme stand of met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd.
Pagina 35
7 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑27] 6u00 7u00 Eindtijdstip geluidsarme werking. 8u00 Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑22]. (standaard) [2‑30] Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) via de externe besturingsadapter (DTA104A61/62). (standaard) Deze instelling bepaalt het niveau van de stroomverbruikbegrenzing voor stap 1 als het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd.
7 Configuratie Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de verwarmstand staat, dan 7.2.9 PC-configurator aansluiten op de moet bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 15°C) minder worden buitenunit verwarmd dan bij een lage buitentemperatuur (bijv. –5°C). Volgens systeem begint systeem automatisch koelmiddeltemperatuur te verlagen, de geleverde capaciteit te verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen.
7 Configuratie Snel 7.3.3 Voorbeeld: Automatische stand bij koelen Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is 100% toegestaan vanaf het opstarten. ▪...
8 Inbedrijfstelling 7.3.4 Voorbeeld: Automatische stand bij Inbedrijfstelling verwarmen Overzicht: Inbedrijfstelling 100% Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld moet de installateur de correcte werking controleren. Hiervoor MOET het systeem proefdraaien volgens de hierna beschreven procedures. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het systeem na de configuratie in gebruik te stellen.
8 Inbedrijfstelling Installatie Installatiedatum en lokale instelling Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om Schrijf de installatiedatum op de sticker op de achterkant abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het van het voorpaneel overeenkomstig EN60335‑2‑40 en opstarten van de unit. noteer ook de lokale instelling(en).
9 Aan de gebruiker overhandigen Stap Beschrijving Onderhoud en service Controle afsluiter OPMERKING Controle leidinglengte Afpompen Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus. Unit stop Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. INFORMATIE geldende wetgeving evenwel...
11 Opsporen en verhelpen van storingen 4 Trek de verbindingsstekkers voor de ventilatormotoren in de OPMERKING buitenunit uit voordat u begint met servicewerkzaamheden aan Verwijder bij het verwijderen van koelmiddel GEEN olie. de inverterapparatuur. Raak geen onderdelen onder stroom Voorbeeld: Met behulp van een olieafscheider. aan.
11 Opsporen en verhelpen van storingen 11.3.1 Storingcodes: Overzicht Hoofdcode Oorzaak Oplossing ▪ De afsluiter van een buitenunit is dicht gelaten. ▪ Op de afsluiter aan zowel de gas- als de vloeistofzijde. ▪ Te veel koelmiddel ▪ Herbereken de vereiste hoeveelheid koelmiddel op basis van de leidinglengte en het juiste vulniveau van het koelmiddel door een eventueel teveel aan koelmiddel te verwijderen met een apparaat voor het aftappen van...
Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 13.1 Serviceruimte: Buitenunit Wanneer u units naast elkaar installeert, moeten de leidingen langs voor, langs achter of langs onder worden gevoerd.
Pagina 44
13 Technische gegevens (mm) — ≥100 A, B, C — ≥100 ≥100 ≥100 B, E — ≥100 ≥1000 ≤500 A, B, C, E — ≥150 ≥150 ≥150 ≥1000 ≤500 — ≥500 D, E — ≥1000 ≥1000 ≤500 B, D — ≥100 ≥500 B, D, E...
13 Technische gegevens K11M Magnetische contactgever (A1P) 13.3 Bedradingsschema: Buitenunit Magneetrelais (A1P) Het bedradingsschema is bij de unit geleverd, op de binnenkant van Reactievat (A1P) het servicedeksel. Motor (compressor) Opmerkingen voor RXYSQ4~6_V: Motor (bovenste ventilator) Symbolen (zie hieronder). Motor (onderste ventilator) Zie de montagehandleiding van de optie voor X37A.
14 Over het systeem Voor de gebruiker Gebruikersinterface (draadloos, specifiek afhankelijk van Over het systeem het type binnenunit) De binnenunit van het VRV IV-S-warmtepompsysteem kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type Gebruikersinterface binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de buitenunits.
17 Bediening Ontdooien ▪ Verwarmen en koelen (lucht/lucht). Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde warmtewisselaar van ▪ Alleen ventileren (lucht/lucht). de buitenunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder energie Afhankelijk van het type binnenunit zijn er specifieke functies; zie de kan worden overgebracht naar de warmtewisselaar van de specifieke montagehandleiding/gebruiksaanwijzing...
17 Bediening ▪ Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur 17.2.5 Gebruik van het systeem (MET (<20°C). keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening) 17.3.2 Gebruik van het Overzicht van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de ontvochtigingsprogramma (ZONDER afstandsbediening keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de KEUZESCHAKELAAR ALLEEN afstandsbediening) VENTILEREN/AIRCONDITIONING...
17 Bediening Gebruikersinterface (specifiek afhankelijk van het type 17.4.1 Over de luchtstroomklep binnenunit) BP-box (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of Dubbelstroomunits+multi-stroomunits Sky Air (SA) directe-expansiebinnenunits (DX)) Residential Air (RA) directe-expansiebinnenunits (DX) Gebruikersinterface (draadloos, specifiek afhankelijk van Hoekunits het type binnenunit) Wanneer het systeem is geïnstalleerd zoals in de afbeelding Units voor plafondmontage hiervoor, dan moet één van de gebruikersinterfaces worden...
18 Energie besparen en optimale werking OPMERKING 18.1 Beschikbare Neem contact op met uw dealer als u de combinatie of de hoofdgebruiksmethoden instelling van groepsbesturing en besturing met 2 gebruikersinterfaces wilt wijzigen. Basis De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de situatie.
19 Onderhoud en service VOORZICHTIG: Kijk uit voor de ventilator! OPMERKING De unit inspecteren met een draaiende ventilator is De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde gevaarlijk. broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO Schakel hoofdschakelaar altijd...
20 Opsporen en verhelpen van storingen ▪ Er vaak schokken en trillingen zijn. WAARSCHUWING ▪ De lucht stof, zout, schadelijke gassen of olienevel zoals ▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer zwavelzuur en waterstofsulfide bevat. de unit niet zelf aangezien een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand kan ▪...
20 Opsporen en verhelpen van storingen Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van van de ernst van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop toepassing is, dient u de volgende procedure te volgen om na te drukken om de code te resetten.
20 Opsporen en verhelpen van storingen 20.2.4 Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt Hoofdcode Inhoud niet overeen met de instelling Storing lamelthermistor Storing capaciteitsinstelling (buitenunit) De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor Abnormale daling lage druk, defecte expansieklep de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het verwarmen de ingestelde temperatuur bereikt, valt de buitenunit stil Storing faseomkering voeding en gaat de ventilator van de binnenunit over naar fluistersnelheid.
Dit komt door stof in de unit. 1 Ga naar de volgende webpagina: https://energylabel.daikin.eu/ 20.2.13 Symptoom: De units geven een geur af 2 Om verder te gaan, kies: De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten, ▪...
Pagina 59
Ter plaatse te voorzien NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.