Samenvatting van Inhoud voor Daikin VRV IV VRV IV RYYQ8T7Y1B Series
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-systeem airconditioner RYYQ8T7Y1B* RYYQ10T7Y1B* RYYQ12T7Y1B* RYYQ14T7Y1B* RYYQ16T7Y1B* RYYQ18T7Y1B* RYYQ20T7Y1B* RYMQ8T7Y1B* RYMQ10T7Y1B* RYMQ12T7Y1B* RYMQ14T7Y1B* RYMQ16T7Y1B* RYMQ18T7Y1B* RYMQ20T7Y1B* RXYQ8T7Y1B* RXYQ10T7Y1B* RXYQ12T7Y1B* RXYQ14T7Y1B* RXYQ16T7Y1B* Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RXYQ18T7Y1B* ...
Inhoud Koelmiddelleidingen aansluiten..........23 Inhoud 6.4.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ............. 23 6.4.2 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ..24 6.4.3 Koelmiddelleidingen leggen ......... 24 1 Algemene veiligheidsmaatregelen 6.4.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten....24 Over de documentatie ............... 6.4.5 Installatie van de leidingset voor meerdere 1.1.1...
1 Algemene veiligheidsmaatregelen Over proefdraaien ..............51 17.2 Mogelijke comfortinstellingen ............. 87 Proefdraaien................52 18 Onderhoud en service Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien ..53 18.1 Onderhoud na een lange periode van stilstand......87 Gebruik van de unit ..............53 18.2 Onderhoud voor een lange periode van stilstand.......
Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en kennis indien ze onder toezicht staan of onderricht zijn in het veilige gebruik van WAARSCHUWING het toestel en de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas) GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN geproduceerd wordt. Corrosie koperleidingen ▪ Raak tijdens bedrijf GEEN gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat koelmiddelleidingen, waterleidingen interne lekken. onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur 1.3.3 Koelmiddel...
1 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat voldoen veiligheids- milieumaatregelen er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is gespecificeerd in de relevante reglementering.
▪ Als klemschroeven te vast worden aangespannen, Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op dreigen ze te breken. de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 meter afstand van De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle televisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben.
3 Over de doos Voor de installateur WAARSCHUWING Over de doos Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan Overzicht: Over de doos spelen. Mogelijk risico: verstikking. 8~12 HP 14~20 HP In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren nadat de doos met de buitenunit ter plaatse is geleverd.
4 Over de units en opties Accessoireleidingen: Diameters Over de units en opties Accessoireleidingen (mm) Øa Øb Overzicht: Over de units en opties Gasleiding 19,1 25,4 22,2 ▪ Aansluiting aan de voorkant Dit hoofdstuk bevat informatie over: ID Øa 25,4 28,6 ▪...
4 Over de units en opties De RYYQ-modellen bieden een ononderbroken comfort Hierna vindt u een overzicht van de toegelaten combinaties van tijdens het ontdooien. binnen- en buitenunits. Niet alle combinaties zijn toegelaten. De combinaties zijn onderworpen aan regels (combinatie tussen buiten- Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de binnen, gebruik van één buitenunit, gebruik van meerdere geselecteerde buitenunit.
5 Voorbereiding OPMERKING Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind. De in deze handleiding beschreven apparatuur kan Voorbeeld: Achter het gebouw. elektronische ruis veroorzaken afkomstig radiofrequentie-energie. apparatuur voldoet specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
Als de unit 5 dagen in deze omgeving met een hoge verlaat) vochtigheidsgraad (>90%) moet werken, beveelt Daikin de Hoeveelheid extra koelmiddel (lokaal installatie van de optionele kit met een verwarmingslint bijgevulde hoeveelheid koelmiddel)
5 Voorbereiding Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening Leidingdiameter (mm) Hardingsgraad van het aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is leidingmateriaal om een vrije luchtcirculatie toe te laten. ≤15,9 O (gegloeid) ≥19,1 1/2H (halfhard) ▪ Alle leidinglengten en afstanden zijn nageleefd (zie "5.3.4 Over de leidinglengte" op pagina 16).
5 Voorbereiding Type capaciteit buitenunit (HP) 2 leidingen 12~22 KHRQ22M64T 24~54 KHRQ22M75T ▪ Kies voor andere refnet-verbindingen dan de eerste aftakking Ø28.6 mm Ø22.2 mm Ø19.1 mm (bijvoorbeeld refnet-verbinding b) het juiste model aftakset op basis van de totale capaciteitsindex van alle binnenunits die na de eerste koelmiddelaftakking zijn aangesloten.
Pagina 17
5 Voorbereiding Voorbeeld Beschrijving Reële 165 m/135 m leidinglengte Voorbeeld 1,2 Eén buitenunit Voorbeeld 1,1 Aftakking met refnet- ▪ unit 8: a+b+c+d+e+f+g+p≤165 m verbinding en refnet- Voorbeeld 1,2 verdeler ▪ unit 6: a+b+h≤165 m ▪ unit 8: a+i+k≤165 m Voorbeeld 1,3 Eén buitenunit Voorbeeld 1,3 Aftakking met refnet- ▪...
5 Voorbereiding Maximaal toegestane lengte na aftakking Systeemsetup Leidinglengte vanaf de eerste koelmiddelaftakset tot de binnenunit Voorbeeld Beschrijving ≤40 m. Voorbeeld 1 Aftakking met refnet- Voorbeeld 1.1: unit 8: b+c+d+e+f+g+p≤40 m verbinding Voorbeeld 1.2: unit 6: b+h≤40 m, unit 8: i+k≤40 m Voorbeeld 1.3: unit 8: i≤40 m Een verlenging is wel mogelijk als alle onderstaande voorwaarden vervuld zijn.
5 Voorbereiding Systeemsetup 5.3.8 Vereisten in het geval van FXTQ- binnenunits Bij gebruik van FXTQ-binnenunits gelden de volgende vereisten. Mogelijke combinaties FXTQ-binnenunits kunnen niet worden gecombineerd met andere types binnenunit die compatibel zijn met de buitenunit. Alleen de volgende combinaties van buitenunit-binnenunit zijn toegelaten: Buitenunit FXTQ50 FXTQ63...
5 Voorbereiding Naar binnenunit Type capaciteit Leidingmaat (buitendiameter) (mm) Leiding tussen buitenunits buitenunit (HP) Gasleiding Vloeistofleiding Niet toegelaten (olie blijft achter in de leiding) Toegelaten 8+10 22,2 ▪ Sluit de afsluiter en de leiding tussen buitenunits altijd aan zoals in 28,6 12,7 de 4 juiste mogelijkheden van de onderstaande afbeelding om te...
5 Voorbereiding OPMERKING Model (Ω) Minimum S waarde (kVA) Bij een systeem met meerdere buitenunits gelden voor de RYYQ20/RYMQ20/RXYQ20 — installatie beperkingen volgorde aansluitingen van de koelmiddelleiding tussen buitenunits. RYYQ22/RXYQ22 — 1179 Installeer volgens de volgende beperkingen. De capaciteit RYYQ24/RXYQ24 —...
6 Installatie Open de voorpanelen als volgt voor toegang tot de unit: Model Minimum Aanbevolen circuitampère zekeringen 8~12 HP 14~20 HP RYYQ46/RXYQ46 89,0 A 100 A RYYQ48/RXYQ48 93,0 A 125 A RYYQ50/RXYQ50 97,0 A 125 A RYYQ52/RXYQ52 101,0 A 125 A RYYQ54/RXYQ54 105,0 A 125 A Voor alle modellen: ▪ Fase en frequentie: 3N~ 50 Hz ▪...
6 Installatie ▪ Maak de unit vast met behulp van de vier M12-funderingsbouten. OPMERKING De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot ze Let er bij het sluiten van het deksel van de elektronische nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken. componentenkast op dat de afdichting onderaan de achterkant van het deksel niet vast komt te zitten en naar binnen wordt geplooid.
6 Installatie 6.4.2 Over het aansluiten van de OPMERKING koelmiddelleidingen Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de Controleer of de buiten- en binnenunits zijn geïnstalleerd voordat u afbeelding. de koelmiddelleiding aansluit. ≤Ø25.4 >Ø25.4 De koelmiddelleiding aansluiten betekent: ▪...
6 Installatie Voorbeeld: leidingen naar buiten voeren aan de voorkant. 6.4.6 Meerdere buitenunits: Uitbreekopeningen Aansluiting Beschrijving Aansluiting aan de Breek de uitbreekopeningen in het voorkant voorpaneel open om de aansluitingen uit te voeren. Dicht de met " " aangegeven delen af. (Wanneer de leiding via het voorpaneel naar buiten wordt gevoerd.) ▪...
6 Installatie ▪ In de afbeelding hierna ziet u de naam van elk onderdeel dat vereist is bij het gebruik van de afsluiter. ▪ De afsluiter is gesloten in de fabriek. Omgaan met het afsluiterdeksel ▪ Het afsluiterdeksel is verzegeld op de door de pijl aangegeven plaats.
6 Installatie Afsluiter De koelmiddelleiding controleren Aansluiting lokale leiding Deksel afsluiter 2 Sluit het vacumeer-/aftaptoestel via een verdeelstuk aan op de 6.5.1 Over het controleren van de servicepoort van alle afsluiters. koelmiddelleidingen p < p > Zijn de werkzaamheden aan Werk de leidingen af.
6 Installatie "6.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling" op pagina 28 Op lekken controleren: Vacuümlektest voor meer informatie over de stand van de kleppen. 1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding gedurende meer dan 2 uur tot – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr 6.5.2 Koelmiddelleiding controleren: Algemene absoluut).
6 Installatie Koelmiddelleidingen isoleren OPMERKING Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten: compressor niet voordat de communicatie tussen de ▪...
Pagina 30
6 Installatie Totale aansluitverhouding capaciteit van binnenunits INFORMATIE Aantal op de buitenunit aangesloten VRV DX- en RA DX- Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor het finale binnenunits aanpassen van de hoeveelheid koelmiddel in het Parameter C – Voorbeeld met meerdere buitenunits: testlaboratorium.
6 Installatie 6.7.4 Koelmiddel vullen: Stroomschema "6.7.5 Koelmiddel vullen" op pagina 33 voor meer informatie. Koelmiddel vooraf vullen Stap 1 p< p> Bereken hoeveelheid extra koelmiddel: R (kg) Stap 2+3 R410A • Open klep C, D en B naar de vloeistof- en vereffeningsleiding •...
Pagina 32
6 Installatie Koelmiddel bijvullen << Vervolg van vorige pagina R>Q Stap 5 p< p> • Sluit klep A aan op de koelmiddelvulpoort (d) • Open alle afsluiters van de buitenunit R410A Stap 6 Ga verder met automatisch of handmatig vullen Automatisch vullen Handmatig vullen Stap 6a...
6 Installatie << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel verwarmen) ("t03" wachten op stabiel koelen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op BS2 • Druk binnen de 5 minuten op BS2 •...
6 Installatie p < p > OPMERKING ▪ De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de unit. De interne leidingen van de unit zijn al in de fabriek gevuld met koelmiddel - sluit de vulslang dus voorzichtig aan. R410A ▪...
6 Installatie 4 Wanneer " " of " " begint te knipperen (klaar voor INFORMATIE vullen), druk binnen de 5 minuten op BS2. Open klep A. Als u ▪ Wanneer tijdens de procedure een storing wordt niet binnen de 5 minuten op BS2 drukt, verschijnt een gedetecteerd (bijv.
6 Installatie 6.7.8 Foutcodes bij het vullen met koelmiddel Contains fluorinated greenhouse gases RXXX Code Oorzaak Oplossing GWP: XXX Abnormaal lage druk in Sluit onmiddellijk klep A. aanzuigleiding Druk op BS3 om te resetten. Controleer de GWP × kg volgende punten voordat 1000 u de procedure voor Indien bij de unit een meertalig label voor gefluoreerde...
6 Installatie WAARSCHUWING OPMERKING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ De bescherming van dit product tegen omgekeerde polariteit werkt alleen bij het opstarten van het product. ▪ Controleer of de lokale bedrading voldoet aan de Eventuele omgekeerde polariteit wordt dus niet geldende wetgeving.
6 Installatie ▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de OPMERKING bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen ▪ Zorg ervoor voedingskabel rond de randen om roestvorming te voorkomen. transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De ▪...
6 Installatie 8~12 HP 14~20 HP Installatie met meerdere buitenunits F1 F2 F1 F2 Q1 Q2 Q1 Q2 Q1 Q2 Unit A (master-buitenunit) Unit B (slave-buitenunit) Unit C (slave-buitenunit) Transmissie master/slave (Q1/Q2) Transmissie buiten/binnen (F1/F2) Transmissie buitenunit/ander systeem (F1/F2) ▪ De bedrading tussen de buitenunits in hetzelfde leidingsysteem moet worden aangesloten op de klemmen Q1/Q2 (Out Multi).
7 Configuratie 8~12 HP 14~20 HP Klem de voedingskabel met lokaal voorziene klemmen vast op de plastic beugel. De groen en geel gestreepte draad mag alleen worden gebruikt voor de aarding (zie de afbeelding hierna). 8~12 HP 14~20 HP Voeding (380~415 V - 3N~ 50Hz) Zekering Aardlekbeveiliging Aardingskabel...
7 Configuratie INFORMATIE Stand Beschrijving Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit lokale instellingen van het systeem. U kunt de hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem (lokale instellingen) actuele waarde van de lokale instelling gepast wordt geconfigureerd.
7 Configuratie Servicedeksel elektronische componentenkast INFORMATIE Bedien de schakelaars en drukknoppen met een geïsoleerd stokje Wanneer u tijdens het instellen de draad kwijtraakt, druk (zoals bijvoorbeeld een balpen) om te voorkomen dat u onderdelen dan op BS1. Het display keert terug naar de inactieve onder stroom zou aanraken.
7 Configuratie [1‑1] Geeft de status van de geluidsarme werking aan. Waarde van de ▪ Activeer stand 2 (druk meer dan 5 geselecteerde instelling in seconden op BS1) en selecteer de De geluidsarme werking beperkt het door de unit geproduceerde stand 2 veranderen gewenste instelling.
7 Configuratie [1‑17] [1‑18] [1‑19] [1‑40] [1‑41] Geeft aan: Geeft aan: ▪ [1‑17]: De recentste storingscode. ▪ [1‑40]: De actuele instelling van koelcomfort. ▪ [1‑18]: De op 1 na laatste storingscode. ▪ [1‑41]: De actuele instelling van verwarmcomfort. ▪ [1‑19]: De op 2 na laatste storingscode. "7.3 ...
Pagina 45
7 Configuratie Verander deze instelling wanneer het systeem in de geluidsarme Voer deze instelling uit om handmatig koelmiddel bij te vullen stand of met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een (zonder automatische koelmiddelvulfunctie). Meer informatie over de extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Deze instelling werkt verschillende manieren om koelmiddel bij te vullen in uw systeem alleen wanneer...
Pagina 46
7 Configuratie Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑22]. [2‑35] Beschrijving Wanneer de buitenunit lager dan de [2‑26] Begintijdstip automatische geluidsarme binnenunits is geïnstalleerd en het werking (ongeveer) hoogteverschil tussen de hoogste binnenunit 20u00 en de buitenunit meer dan 40 m bedraagt, 2 (standaard) 22u00 moet de instelling [2‑35] worden ingesteld op 0.
7 Configuratie Zie hierna voor een beschrijving van de mogelijke patronen. Wijzig [2‑85] Tijd tussen automatische lekdetectie de parameters volgens de behoeften van uw gebouw en voor de (dagen) optimale balans tussen energieverbruik en comfort. 0 (standaard) Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit stabiel te laten draaien.
7 Configuratie Gematigd [2‑8] -streefwaarde (°C) Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is niet toegestaan vanaf het opstarten. Het opstarten gebeurt onder de voorwaarden bepaald door de werkingsstand hierboven.
8 Inbedrijfstelling Met behulp van de Display Gelekte hoeveelheid (kg) 2≤x<2,5 lekdetectiefunctie 2,5≤x<3 3≤x<3,5 7.4.1 Over de automatische lekdetectiefunctie 3,5≤x<4 De (automatische) lekdetectiefunctie is niet standaard geactiveerd. 4≤x<4,5 De (automatische) lekdetectiefunctie werkt alleen wanneer beide onderstaande voorwaarden zijn vervuld: 4,5≤x<5 5≤x<5,5 ▪...
8 Inbedrijfstelling Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: Voedingsspanning De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren. Controleer voedingsspanning lokale Proefdraaien. voedingspaneel. De spanning moet overeenstemmen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit. Indien nodig, problemen oplossen na abnormaal beëindigen van het proefdraaien.
8 Inbedrijfstelling ▪ Controle van bedradingsfouten (controle van communicatie met INFORMATIE binnenunits). ▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een ▪ Controle of de afsluiters openen. uniforme toestand te krijgen voordat de compressor wordt gestart. ▪ Bepaling van de leidinglengte. ▪...
9 Onderhoud en service 1 Open het deksel van de elektrische componentenkast pas 10 Correctie na abnormaal beëindigen minuten na het uitschakelen van de voeding. van het proefdraaien 2 Meet de spanning tussen de klemmen op de klemmenstrook voor de voeding met een tester en controleer of de voeding is Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode op de uitgeschakeld.
10 Opsporen en verhelpen van storingen Het bevat informatie over: GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR ▪ Problemen op basis van storingscodes oplossen Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit: 10.2 Problemen op basis van ▪...
Pagina 55
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Perstemperatuur te hoog (R21T/ ▪ Open afsluiters. R22T): ▪ Controleer hoeveelheid hoeveelheid ▪ Afsluiter is gesloten +bijkomende hoeveelheid unit. ▪ Te weinig koelmiddel Temperatuur compressorhuis te hoog ▪...
Pagina 56
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 INV1 asymmetrische Controleer of voeding binnen bereik is. voedingsspanning INV2 asymmetrische Controleer of voeding binnen bereik is. voedingsspanning Storing faseomkering voeding Corrigeer fasevolgorde. Storing faseomkering voeding Corrigeer fasevolgorde.
11 Als afval verwijderen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 — Abnormaal lage druk in aanzuigleiding Sluit onmiddellijk klep A. Druk op BS1 om te resetten. Controleer de volgende punten voordat u de procedure voor automatisch bijvullen opnieuw probeert: ▪...
12 Technische gegevens Technische gegevens Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin-extranet (authenticatie vereist). 12.1 Overzicht: Technische gegevens Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪...
12 Technische gegevens 12.3 Serviceruimte: Buitenunit moet voldoende ruimte rond unit zijn voor servicewerkzaamheden en de minimale ruimte voor de luchtinlaat en -uitblaas (raadpleeg de afbeelding hierna en kies één van de mogelijkheden). (mm) ABCD Zijden om de installatieplaats met obstakels Zijden om de installatieplaats met obstakels Aanzuigzijde ▪...
12 Technische gegevens 12.5 Onderdelen: Elektrische componentenkast 8~12 HP 14~20 HP Hoofdprintplaat. Klemmenstrook X1M: hoofdklemmenstrook voor gemakkelijke aansluiting van lokale bedrading voor de voeding. Aansluitklem X1M op hoofdprintplaat: klemmenstrook voor transmissiebedrading. Bevestigingen voor kabelbinders: met de bevestigingen voor kabelbinders kan de lokale bedrading met kabelbinders aan de elektrische componentenkast worden bevestigd voor trekontlasting.
12 Technische gegevens 12.7 Bedradingsschema: Buitenunit Raadpleeg de sticker met het bedradingsschema op de unit. De INFORMATIE gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis: Het bedradingsschema op de buitenunit geldt alleen voor de buitenunit. Voor de binnenunit of optionele elektrische componenten, bedradingsschema binnenunit.
Pagina 71
12 Technische gegevens RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-systeem airconditioner 4P370475-1C – 2016.11...
Pagina 72
12 Technische gegevens 10+12 HP Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B VRV IV-systeem airconditioner 4P370475-1C – 2016.11...
Pagina 73
12 Technische gegevens RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-systeem airconditioner 4P370475-1C – 2016.11...
Pagina 74
12 Technische gegevens 14+16 HP Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B VRV IV-systeem airconditioner 4P370475-1C – 2016.11...
Pagina 75
12 Technische gegevens RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-systeem airconditioner 4P370475-1C – 2016.11...
Pagina 76
12 Technische gegevens 18+20 HP Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B VRV IV-systeem airconditioner 4P370475-1C – 2016.11...
12 Technische gegevens 12.8 Technische specificaties: Buitenunit Technische specificaties INFORMATIE Zie de technische data voor technische en elektrische details van multi-unitcombinaties. Specificatie 8 HP 10 HP 12 HP 14 HP 16 HP 18 HP 20 HP Materiaal behuizing Gelakt gegalvaniseerd staal Afmetingen H×B×D 1685×930×765 mm 1685×1240×765 mm...
Pagina 80
12 Technische gegevens Nominale koelcapaciteiten zijn gebaseerd op binnentemperatuur 20°C droge bol, buitentemperatuur 7°C droge bol en 6°C natte bol, equivalente koelmiddelleiding: 5 m, hoogteverschil: 0 m. Het echte aantal units hangt af van het type binnenunit (VRV DX, Hydrobox, RA DX, ...) en de beperking op de aansluitverhouding voor het systeem (50%≤CR≤130%).
12 Technische gegevens 12.9 Capaciteitentabel: Binnenunit De totale capaciteit van de binnenunits moet binnen het opgegeven bereik vallen. Aansluitverhouding (CR): 50%≤CR≤130%. HP-klasse van 100% 130% buitenunit minimum CR nominaal CR maximum CR 1040 1105 1170 1235 1000 1300 1050 1365 1100 1430 1150...
13 Over het systeem Voor de gebruiker Model Beschrijving Over het systeem RXYQ Enkel en multi model niet-continu De binnenunit van het VRV IV-warmtepompsysteem kan worden verwarmen. gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de geselecteerde buitenunit.
16 Bediening 16.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren VOORZICHTIG en automatische werking Zorg voor een goede verluchting van de ruimte als samen met het systeem een apparaat met brander wordt gebruikt; ▪ Omschakelen is onmogelijk als op het scherm van de dit om zuurstofgebrek te voorkomen.
16 Bediening INFORMATIE ▪ De verwarmingscapaciteit neemt af wanneer de buitentemperatuur daalt. Gebruik in dat geval een ander verwarmingstoestel in combinatie met de unit. (Wanneer u een toestel met een open vlam gebruikt, moet u de kamer constant verluchten). Plaats geen apparatuur met een open vlam op plaatsen die blootgesteld zijn aan de luchtstroom van de unit of onder de unit.
16 Bediening OPMERKING Koelen Verwarmen ▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting. Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gestopt, maar wacht minstens 5 minuten. ▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het koelen met een aan het plafond opgehangen of aan de wand 16.3.3 Gebruik van het bevestigde unit, kan de microcomputer de luchtstroomrichting...
17 Energie besparen en optimale werking Geval Beschrijving Type Beschrijving VRV DX-binnenunit De master-gebruikersinterface van de Groepsbesturing Eén gebruikersinterface bestuurt tot 16 gecombineerd met VRV DX-binnenunit bepaalt altijd de binnenunits. Alle binnenunits krijgen Hydrobox-unit werkingsstand. De Hydrobox-unit kan dezelfde instelling. de werkingsstand (koelen/verwarmen) Besturing met twee Twee gebruikersinterfaces besturen één niet bepalen.
18 Onderhoud en service De montagehandleiding bevat meer gedetailleerde informatie voor VOORZICHTIG de installateur. Hij kan u helpen om een optimale balans tussen Steek geen vingers, stokken of andere voorwerpen in de energieverbruik en comfort te bereiken. luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming niet.
18 Onderhoud en service 18.3 Over het koelmiddel WAARSCHUWING ▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen de unit niet zelf aangezien een verkeerde demontage NIET vrij in de atmosfeer. of installatie een elektrische schok of brand kan Koelmiddeltype: R410A veroorzaken.
19 Opsporen en verhelpen van storingen ▪ Er vaak schokken en trillingen zijn. Als het systeem niet goed werkt en geen van de bovenstaande storingen in aanmerking komt, volg dan de onderstaande ▪ De lucht stof, zout, schadelijke gassen of olienevel zoals procedures.
19 Opsporen en verhelpen van storingen Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk Hoofdcode Inhoud van het niveau van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop Compressorblokkering (opstarten) drukken om de code terug te stellen. Vraag anders advies aan uw Transmissie buitenunit - inverter: Probleem INV- installateur.
19 Opsporen en verhelpen van storingen ▪ Er is een laag "sah", "choro-choro" geluid hoorbaar wanneer de 19.2.3 Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar binnenunit stilstaat. Dit geluid is hoorbaar wanneer een andere koelen en verwarmen werken niet binnenunit werkt. Om te voorkomen dat er olie en koelmiddel in het systeem blijft, wordt een kleine hoeveelheid koelmiddel in de Onmiddellijk na het inschakelen.
Ter plaatse te voorzien Niet door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.