K1R........................ Magneetrelais (A3P, A6P)
K3R........................ Magneetrelais (Y3S) (A2P, A5P, A6P)
K4R........................ Magneetrelais (Y2S)
K5R........................ Magneetrelais (Y4S)
K6R........................ Magneetrelais (Y5S)
K7R........................ Magneetrelais (E1HC)
K8R........................ Magneetrelais (E2HC)
K10R...................... Magneetrelais (optie)
K11R...................... Magneetrelais (Y1S)
L1R~L3R ............... Smoorspoel
M1C, M2C ............. Motor (compressor)
M1F,M2F................ Motor (ventilator)
PS.......................... Schakelvoeding (A1P, A3P, A6P)
Q1LD ..................... Lekdetectiecircuit (A1P)
Q1RP..................... Faseomkeringsdetectiecircuit (A1P)
R1 .......................... Weerstand
R2, R3 ................... Weerstand (A3P, A6P)
R24 ........................ Weerstand (stroomsensor) (A4P, A7P)
R77 ........................ Weerstand (stroomsensor) (A3P, A6P)
R78 ........................ Weerstand (A3P, A6P)
R313 ...................... Weerstand (stroomsensor)
R865, R867 ........... Weerstand
R1T........................ Thermistor (lucht) (A1P)
R21T, R22T ........... Thermistor (pers) (M1C, M2C, pers)
R3T........................ Thermistor (accumulator)
R4T........................ Thermistor (warmtewisselaar vloeistofleiding)
R5T........................ Thermistor (onderkoeling vloeistofleiding)
R6T........................ Thermistor (warmtewisselaar gasleiding)
R7T........................ Thermistor (warmtewisselaar ontijzing)
R8T........................ Thermistor (M2C huis)
S1NPH................... Druksensor (hoog)
S1NPL ................... Druksensor (laag)
S1PH~S4PH.......... Drukschakelaar (hoog)
SE1~SE3............... 7-segmentendisplay
T1A ........................ Stroomsensor
V1R........................ Voedingsmodule (A3P, A6P)
V1R........................ Voedingsmodule (A4P, A7P)
V2R........................ Voedingsmodule
X1A~X4A............... Connector (M2F, M1F)
X3A, X5A, X6A ...... Connector (controleer restlading)
X1M ....................... Klemmenstrook (voeding)
X1M ....................... Klemmenstrook (regeling) (A1P)
Y1E........................ Elektronisch expansieventiel (hoofd)
Y2E........................ Elektronisch expansieventiel (inspuiting)
Y1S........................ Magneetventiel (hoofd)
Y2S........................ Magneetventiel (accumulator olieretour)
Y3S........................ Magneetventiel (olie 1)
Y4S........................ Magneetventiel (olie 2)
Z1C~Z7C............... Ontstoringsfilter (ferrietkern)
Z1F ........................ Ontstoringsfilter (met overspanningsbeveiliging)
L1,L2,L3................. Stroomvoerend
N ............................ Spanningsvrij
............... Lokale bedrading
................. Klemmenstrook
......................... Connector
......................... Aansluitklem
.......................... Beschermende aarding (schroef)
BLK........................ Zwart
BLU........................ Blauw
BRN ....................... Bruin
GRN....................... Groen
GRY....................... Grijs
ORG ...................... Oranje
RXYQQ8~20T7Y1B
VRV IV-Systeem airconditioner
4P345099-3C – 2015.02
PNK ....................... Roze
RED ....................... Rood
WHT ...................... Wit
YLW ....................... Geel
Connector voor optionele accessoires:
X14A...................... Connector (lekbakverwarming)
X37A...................... Connector (voedingsadapter)
X66A...................... Connector
(schakelaar op afstand koelen/verwarmen)
INFORMATIE
Het bedradingsschema op de buitenunit geldt alleen voor
de buitenunit. Voor de binnenunit of optionele elektrische
componenten,
zie
binnenunit.
12.3. Systeemoverzicht lokale bedrading
De lokale bedrading bestaat uit de bedrading van de voeding (altijd
met aarding) en communicatie tussen binnen- en buitenunit
(=transmissie).
Voorbeelden:
1
4
3
2
1
2
3
5
8
8
6
1 Lokale voeding (met aardlekbeveiliging)
2 Hoofdschakelaar
3 Aardingsaansluiting
4 Buitenunit
5 Binnenunit
6 Gebruikersinterface
7 Voedingsbedrading (ommantelde kabel) (230 V)
8 Transmissiebedrading (ommantelde kabel) (16 V)
Voeding 3N~ 50 Hz
Voeding 1~ 50 Hz
Aardingsbedrading
12.4. Elektrische componentenkast openen en sluiten
VOORZICHTIG
Forceer
het
componentenkast niet wanneer u het opent. Anders
kunt u het deksel vervormen, waardoor er water in de
kast kan binnendringen en de apparatuur onklaar
geraakt.
Let er bij het sluiten van het deksel van de
elektronische componentenkast op dat de afdichting
onderaan de achterkant van het deksel niet vast komt
te zitten en naar binnen wordt geplooid.
het
bedradingsschema
van
4
4
8
8
7
7
8
5
8
5
8
8
6
6
deksel
van
de
elektronische
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
de
23