Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MONTAGEHANDLEIDING
EN GEBRUIKSAANWIJZING
-Systeem airconditioner
RYYQ8T7Y1B
RYYQ10T7Y1B
RYYQ12T7Y1B
RYYQ14T7Y1B
RYYQ16T7Y1B
RYYQ18T7Y1B
RYYQ20T7Y1B
RYMQ8T7Y1B
RYMQ10T7Y1B
RYMQ12T7Y1B
RYMQ14T7Y1B
RYMQ16T7Y1B
RYMQ18T7Y1B
RYMQ20T7Y1B
RXYQ8T7Y1B
RXYQ10T7Y1B
RXYQ12T7Y1B
RXYQ14T7Y1B
RXYQ16T7Y1B
RXYQ18T7Y1B
RXYQ20T7Y1B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Daikin RYYQ10T7Y1B

  • Pagina 1 MONTAGEHANDLEIDING EN GEBRUIKSAANWIJZING -Systeem airconditioner RYYQ8T7Y1B RYYQ10T7Y1B RYYQ12T7Y1B RYYQ14T7Y1B RYYQ16T7Y1B RYYQ18T7Y1B RYYQ20T7Y1B RYMQ8T7Y1B RYMQ10T7Y1B RYMQ12T7Y1B RYMQ14T7Y1B RYMQ16T7Y1B RYMQ18T7Y1B RYMQ20T7Y1B RXYQ8T7Y1B RXYQ10T7Y1B RXYQ12T7Y1B RXYQ14T7Y1B RXYQ16T7Y1B RXYQ18T7Y1B RXYQ20T7Y1B...
  • Pagina 2 (S1NPL) (S1NPH) (S1NPL) (S1NPH) (S1PH) R21T (S1PH) (S2PH) R22T R21T 10-12HP 10-12HP...
  • Pagina 3 (Y1E) (S1NPL) (S1NPH) (S1NPH) (S1NPL) (S1PH) R21T (S1PH) (S2PH) R21T R22T 10-12HP 10-12HP...
  • Pagina 4 2P329110-1...
  • Pagina 5 2P329110-1...
  • Pagina 6 Gebruiksaanwijzing............... 55 5. Overzicht van de unit..............6 5.1. Openen van de unit................ 6 Wij danken u voor de aankoop van dit Daikin VRV IV-systeem. 5.2. Hoofdcomponenten in de unit ............6 5.3. Hoofdcomponenten in de elektrische componentenkast ....7 De originele instructies zijn opgesteld in het Engels.
  • Pagina 7: Verklaring Van Gebruikte Termen

    Lokaal te voorzien: Deze montagehandleiding betreft het VRV IV, volledig door inverter Uitrusting die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in aangedreven warmtepompsysteem. deze handleiding, maar die niet wordt geleverd door Daikin. Verkrijgbare modellen: RYYQ8~20=enkel model continu verwarmen.  ...
  • Pagina 8: Combinatie En Opties

    Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de 3.2.1. Combinaties van binnenunits geselecteerde buitenunit. Dit wordt in deze montagehandleiding In het algemeen kunnen de volgende types binnenunit worden aangegeven. Sommige functies zijn exclusief voor bepaalde aangesloten op een VRV IV-warmtepompsysteem. Deze lijst is niet modellen.
  • Pagina 9: Capaciteitsbereik Binnenunits

    Y=Warmtepomp (continu verwarmen) EKPCCAB* vereist; dit is een specifieke kabel voor commu- X=Warmtepomp (niet-continu verwarmen) nicatie met de buitenunit. De software voor de gebruikers- Y=Alleen paarmodule interface kan worden gedownload van het Daikin-extranet. M=Alleen multi-module Koelmiddel R410A INFORMATIE Capaciteitsindex Zie de technische data voor de recentste optienamen.
  • Pagina 10 Zie plaats 1 op de afbeelding hiervoor om te zien waar de volgende 14 pk 16 pk 18 pk Accessoireleidingen accessoires bij de unit worden geleverd. (mm) Øa Øb Øa Øb Øa Øb 8 pk 10 pk 12 pk Vereffeningsleiding Accessoireleidingen (mm) Øa...
  • Pagina 11: Overzicht Van De Unit

    Overzicht van de unit 5.2. Hoofdcomponenten in de unit Een leidingschema en aanzichttekening is verkrijgbaar voor elk model. Afhankelijk van het modeltype komen sommige componenten 5.1. Openen van de unit in de lijst met hoofdcomponenten niet voor in de unit. Open de voorpanelen als volgt voor toegang tot de unit: Hoofdonderdelen (zie afbeelding...
  • Pagina 12: Hoofdcomponenten In De Elektrische Componentenkast

    5.3. Hoofdcomponenten in de elektrische VOORZICHTIG componentenkast Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is. R(X/Y)(Y/M)Q8~12 Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor commerciële als kleinindustriële toepassingen. Als een RYYQ8~20 op een hoogte van meer dan 1000 m boven het zeeniveau wordt geïnstalleerd, moet de druk in het opslagreservoir worden verlaagd tot de atmosferische druk (voor de plaats van het reservoir, zie de afbeelding hierna).
  • Pagina 13: Voorzorgsmaatregelen In Verband Met Het Weer

    6.2. Voorzorgsmaatregelen in verband met het weer AANDACHT Kies een plaats waar de unit zoveel mogelijk uit de regen staat.  De in deze handleiding beschreven uitrusting kan De luchtinlaat van de unit mag niet tegen de windrichting in  elektronische ruis veroorzaken...
  • Pagina 14: Afmetingen En Serviceruimte

    Afmetingen en serviceruimte 7.2. Serviceruimte Er moet voldoende ruimte rond de unit zijn voor servicewerkzaam- heden en de minimale ruimte voor de luchtinlaat en -uitblaas 7.1. Afmetingen van de buitenunit (raadpleeg de afbeelding hierna en kies één van de mogelijkheden). R(X/Y)(Y/M)Q8~12 4-15x22.5 (mm)
  • Pagina 15: Inspecteren, Hanteren En Uitpakken Van De Unit

    De vereiste installatieruimte op deze afbeeldingen geldt voor 8.3. Uitpakken  verwarmen onder vollast zonder rekening te houden met eventuele ophoping van ijs. VOORZICHTIG Als de installatie zich in een koude omgeving bevindt, dan moeten al de afmetingen hierboven >500 mm zijn om ophoping Raak de luchtinlaat of de aluminium ribben van de unit niet van ijs tussen de buitenunits te voorkomen.
  • Pagina 16: Dikte Van De Koelmiddelleiding En Toegestane Leidinglengte

    Dikte van de koelmiddelleiding en toegestane leidinglengte 9.1. Algemene informatie AANDACHT Voor R410A-koelmiddel moeten strikte voorzorgs- maatregelen worden genomen om het systeem schoon, droog en afgedicht te houden. Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal  (mm) (zoals minerale olie of vocht) in het systeem 1 Gat voor funderingsbout terechtkomt.
  • Pagina 17: Leiding Tussen Buitenunit En (Eerste) Koelmiddelaftakset: A, B, C

    9.3.1. Leiding tussen buitenunit en (eerste) 9.3.5. Leiding tussen koelmiddelaftakset en binnenunit: E koelmiddelaftakset: A, B, C De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de binnenunit Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van de van de stroomafwaarts aangesloten buitenunits.
  • Pagina 18: Keuze Van Koelmiddelaftaksets

    9.4. Keuze van koelmiddelaftaksets Bepalen van de diameter van de vereffeningsleiding: 3 multi-units: neem de aansluitdiameter van de buitenunit op het  Koelmiddel-refnets T-stuk. Voor een voorbeeld met leidingen, zie "9.3. Keuze van de 2 multi-units: de aansluitleiding moet de grootste diameter ...
  • Pagina 19: Systeemsetup

    9.5.2. Systeem met alleen VRV DX-binnenunits Systeemsetup Aftakking met refnet-verbinding en Aftakking met refnet-verbinding refnet-verdeler Aftakking met refnet-verdeler Eén buitenunit Voorbeeld 1.2 Voorbeeld 1.3 Voorbeeld 1.1 Meerdere buitenunits Binnenunit Refnet-verbinding Refnet-verdeler Voorbeeld 2.1 Leidingset voor meerdere aansluitingen van buitenunits Voorbeeld 3: met standaard multi-layout Maximaal toegestane leidinglengte Tussen buiten- en binnenunits (standaard multi/vrije multi-combinaties) ...
  • Pagina 20: Systeem Met Vrv Dx-Binnenunits En Hydrobox

    Wanneer de diameter is vergroot (stap b), moet de leidinglengte 9.5.4. Systeem met VRV DX-binnenunits en als dubbel worden geteld (behalve voor de hoofdleiding en de RA DX-binnenunits leidingen die niet vergroot zijn). Systeemsetup De totale leidinglengte moet binnen de beperkingen blijven (zie tabel hiervoor).
  • Pagina 21: Installatie Van Leidingen Van Multi-Systeem

    9.6. Installatie van leidingen van multi-systeem Verboden patronen: verander in patroon 1 of 2. Aansluiting aan de voorkant  Verwijder de uitbreekopeningen in het voorpaneel om de aansluitingen uit te voeren (zie afbeelding hierna). 1 Naar binnenunit 2 Olie hoopt zich op bij de verstgelegen buitenunit Verander in configuratie van de onderstaande afbeeldingen Aansluiting aan de onderkant ...
  • Pagina 22: Voorzorgsmaatregelen Voor Koelmiddelleidingen

    10. Voorzorgsmaatregelen voor koelmiddelleidingen Er mag niets anders dan het gespecificeerde koelmiddel in het  koelmiddelcircuit terechtkomen, zoals lucht, stikstof, enz. Als bij het werken aan de unit koelmiddel lekt, moet u de ruimte 1 Koelmiddelleiding onmiddellijk goed verluchten. 2 Te hardsolderen deel Gebruik uitsluitend R410A voor het bijvullen van koelmiddel ...
  • Pagina 23: Dichtgeknepen Leidingen Verwijderen

    10.2.2. Dichtgeknepen leidingen verwijderen Dichtgeknepen leiding Afsluiter WAARSCHUWING Servicepoort Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de Punt waarop dichtgeknepen leiding wegblazen. soldeermateriaal moet worden gesmolten; snijd de Het niet goed naleven van de instructies in de onder- leiding af net boven dit staande procedure kan leiden tot schade aan voorwerpen hardsoldeerpunt of de...
  • Pagina 24: Koelmiddelleiding Aftakken

    1 Installeer verbindingen horizontaal AANDACHT waarschuwingslabel (1) op de verbinding aan de bovenkant. De verbinding mag niet meer dan 15° hellen (zie zicht A). Gebruik de als accessoire bijgeleverde leidingen bij  het uitvoeren van lokale leidingwerken. Installeer de verbinding niet verticaal (zie zicht B). ...
  • Pagina 25: Lektest En Vacuümdrogen

    Afsluiter sluiten Zijn de werkzaamheden aan Verwijder het klepdeksel. Werk de leidingen af de koelmiddelleiding klaar? Steek een zeskantsleutel in de afsluiter en draai de afsluiter rechtsom. Gebruik procedure Stop met draaien zodra de afsluiter niet meer verder draait. Waren de binnenunits en/of "10.4.2.
  • Pagina 26: Vacumeer Het Systeem Aan De Vloeistof- En Gasleiding

    Voer de volgende stappen uit wanneer alle leidingwerkzaamheden 10.4.5. Lektest klaar zijn: De lektest moet in overeenstemming zijn met EN 378-2: Controleer op lekken in de koelmiddelleiding.  Vacuümlektest: Verwijder alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding  1.1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding door middel van vacuümdrogen.
  • Pagina 27: Leidingisolatie

    11. Leidingisolatie WAARSCHUWING Een hoofdschakelaar of een andere manier om te Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden  onderbreken, met een contactscheiding in alle polen, geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten: moet voorzien zijn in de vaste bedrading in Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
  • Pagina 28: Interne Bedrading - Tabel Met Onderdelen

    Aandachtspunt betreffende de kwaliteit van de netstroom F1U,F2U....Zekering (250 V, 3,15 A, T) (A1P) F101U.....Zekering (A4P, A7P) Deze apparatuur is conform met respectievelijk: F400U.....Zekering (A2P, A5P) EN/IEC 61000-3-11 op voorwaarde dat de systeemimpedantie  kleiner dan of gelijk is aan Z F410U~F412U..Zekering (A2P, A5P) EN/IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat het kortsluitvermogen...
  • Pagina 29: Elektrische Componentenkast Openen En Sluiten

    ......Connector 12.4. Elektrische componentenkast openen en sluiten ......Aansluitklem ......Beschermende aarding (schroef) VOORZICHTIG BLK......Zwart Forceer deksel elektronische  BLU......Blauw componentenkast niet wanneer u het opent. Anders BRN ....... Bruin kunt u het deksel vervormen, waardoor er water in de kast kan binnendringen en de apparatuur onklaar GRN.......
  • Pagina 30: Vereisten

    12.5. Vereisten AANDACHT De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste In de bovenstaande tabel staan de vermogensspecificaties beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering op voor standaardcombinaties aangegeven. elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende wetgeving. Wanneer u een andere combinatie dan de voorgaande De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de gebruikt in een systeem met meerdere buitenunits, gebruik...
  • Pagina 31 Bij bedrading tussen units zijn er tot 16 aftakkingen mogelijk. Routering van transmissiebedrading naar de unit en binnen de unit.  Een aftakking mag niet verder worden afgetakt (zie afbeelding De transmissiebedrading kan alleen door de voorkant worden geleid: hierna). Bind de transmissiebedrading met een kabelbinder aan ...
  • Pagina 32: Routering Voor Voedingsbedrading

    Voorkant. Om de voedingskabel via de voorkant naar buiten te  R(X/Y)(Y/M)Q14~20 brengen, kunnen de beschikbare uitbreekopeningen (C) worden gebruikt:  Bind de voedingskabel met een kabelbinder aan de voorziene kabelclips. Zie de afbeeldingen hierna, item 2.  Bind de voedingskabel aan de bevestigingsplaat van de warmtewisselaar (door ovalen...
  • Pagina 33: Aansluiting

    12.7. Aansluiting R(X/Y)(Y/M)Q14~20 In dit hoofdstuk vindt u informatie over het routeren en aansluiten van de bedrading in de unit. 12.7.1. Aansluiting van transmissiebedrading op het systeem Installatie met één buitenunit F2 Q1 Q2 TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT F1 F2 F1 F2 F1 F2...
  • Pagina 34: Aansluiting Van Bedrading Op Klemmen

    12.7.2. Aansluiting van bedrading op klemmen 6 Sluit elke stroomdraad aan: RED op L1, WHT op L2, BLK op L3 en BLU op N Transmissiebedrading in buitenunit 7 Aardingskabel (GRN/YLW) 8 Bevestig de voedingskabel met een lokaal voorziene klem op de plastic beugel om te voorkomen dat er externe krachten op de aansluitklem worden uitgeoefend.
  • Pagina 35: Lokale Instellingen Uitvoeren

    Voeding aansluiten op meerdere buitenunits Plaats van de segmentendisplays, knoppen en DIP-schakelaars: Om de voeding voor meerdere buitenunits aan elkaar te verbinden, moeten ringankertongen worden gebruikt. Blote kabels mogen niet worden gebruikt. Verwijder in dat geval de standaard voorzien vulring. DS1 DS2 BS1 BS2 Bevestig de twee kabels aan de voedingsaansluitklem zoals...
  • Pagina 36: Gebruik Van De Dip-Schakelaars

    Klaar voor gebruik: blanco display zoals afgebeeld. Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het instellen van lokale instellingen van de buitenunit en het systeem. Instellingen in stand 2 veranderen:  Wanneer het voorgaande na 12 minuten niet kan worden bevestigd, Activeer stand 2 (druk meer dan 5 seconden op BS1) en dan kunt u de storingscode aflezen op de gebruikersinterface van de selecteer de gewenste instelling.
  • Pagina 37: Pc-Configurator Aansluiten Op De Buitenunit

    13.3. PC-configurator aansluiten op de buitenunit 14.2. Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel De optionele PC-configuratorkabel moet op de buitenunit worden aangesloten op A1P. Sluit de EKPCCAB*-kabel aan op de 5-pens Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto- blauwe connector X27A.
  • Pagina 38: Berekening Van De Extra Hoeveelheid Koelmiddel

    14.3.1. Berekening van de extra hoeveelheid koelmiddel Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel=R (kg). R moet worden afgerond in eenheden van 0,1 kg. R=[(X x Ø22,2) x 0,37+(X x Ø19,1) x 0,26+(X x Ø15,9) x 0,18+(X x Ø12,7) x 0,12+(X x Ø9,5) x 0,059+(X x Ø6,4) x 0,022 ]+A+B =Totale lengte (m) van vloeistofleiding maat Øa 1...6...
  • Pagina 39: Methode Voor Bijvullen Van Koelmiddel

    14.4. Methode voor bijvullen van koelmiddel 14.4.1. Stroomschema Stap 1 • Bereken hoeveelheid extra koelmiddel: R (kg) (zie "14.3. Extra hoeveelheid koelmiddel berekenen" op pagina Stap 4a • Sluit ventiel C R<Q • Het vullen is klaar Stap 2+3 Te veel koelmiddel bijgevuld •...
  • Pagina 40 << Vervolg van vorige pagina << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel ("t23" wachten op stabiel koelen) verwarmen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op •...
  • Pagina 41 U vindt een overzicht van de mogelijkheden en de vereiste stappen in VOORZICHTIG het stroomschema (zie "14.4.1. Stroomschema" op pagina 34). Wanneer u in een systeem te veel koelmiddel bijvult,  Om grote systemen sneller vooraf te vullen met koelmiddel, vult u kan dit vloeistofslag veroorzaken.
  • Pagina 42 Verwarmen (middelste segment is "2") INFORMATIE Het vullen gaat verder, de segmentenaanduiding geeft afwisselend de actuele lagedrukwaarde en de statusaanduiding Bij een systeem met meerdere buitenunits moeten niet alle "t23" weer. vulpoorten koelmiddelreservoir worden Sluit onmiddellijk ventiel A en druk op BS3 om het bijvullen te aangesloten.
  • Pagina 43: Controles Na Bijvullen Van Koelmiddel

    Voer de testprocedure uit zoals beschreven in "15.5. Proefdraaien" 14.4.3. Controles na bijvullen van koelmiddel op pagina 47. Zijn de vloeistof- en gaszijdige afsluiters open?  Koelmiddel bijvullen met de handmatige vulfunctie  Heeft hoeveelheid koelmiddel bijgevuld, 6B De resterende hoeveelheid koelmiddel kan worden bijgevuld opgeschreven op het label voor de hoeveelheid koelmiddel? door de buitenunit in de stand voor handmatig bijvullen van AANDACHT...
  • Pagina 44: Controlefunctie En Lokale Instellingen

    Koelmiddellek [1-1]= geeft de status van de geluidsarme werking aan Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken. 1=unit staat momenteel in de geluidsarme werking  Probeer eventuele koelmiddellekken te repareren. Raadpleeg uw plaatselijke dealer als u er niet in slaagt het lek te verhelpen. ...
  • Pagina 45 15.2.2. Stand 2 [1-19]= geeft de storingscode van de op na 2 laatste storingscode aan. Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van lokale instellingen van het systeem. U kunt de actuele waarde van de lokale instelling Wanneer de recentste storingscodes per ongeluk op de raadplegen en wijzigen.
  • Pagina 46 Verander [2-9]=0, 1, 3 of 6, afhankelijk van de vereiste [2-20]= Handmatig koelmiddel bijvullen methode bij het verwarmen. Voer deze instelling uit om handmatig koelmiddel bij te "15.4. Energiesparen en optimale werking" op vullen (zonder automatische koelmiddelvulfunctie). pagina 44 voor meer informatie en advies over de Meer informatie over de verschillende manieren om impact van deze instellingen.
  • Pagina 47 [2-27]= Eindtijdstip geluidsarme werking [2-35]= Instelling hoogteverschil Standaardwaarde=3. Standaardwaarde=1 Wanneer de buitenunit lager dan de binnenunits is Waarde Eindtijdstip automatische geïnstalleerd en het hoogteverschil tussen de hoogste [2-27] geluidsarme werking (ongeveer) binnenunit en de buitenunit meer dan 40 m bedraagt, 6u00 moet de instelling [2-35] worden ingesteld op 0.
  • Pagina 48: Lekdetectiefunctie

    Voor de lekdetectiefunctie moet de bijgevulde hoeveelheid koel- [2-85]= Intervaltijd automatische lekdetectie middel onmiddellijk na het beëindigen van het vullen worden Standaardwaarde=0 ingevoerd. Dit moet worden ingevoerd vóór het proefdraaien. AANDACHT Waarde Tijd tussen automatische [2-85] lekdetectie (dagen) Als een verkeerde waarde voor de bijgevulde hoeveelheid 365 (standaard) koelmiddel wordt ingevoerd, zal de lekdetectiefunctie minder nauwkeurig werken.
  • Pagina 49: Mogelijke Comfortinstellingen

    Informatiecodes: Hi-sensible/economic (koelen/verwarmen)  koelmiddeltemperatuur wordt hoger/lager E-1: de unit is klaar voor de lekdetectie (zie de vereisten voor de  (koelen/verwarmen) ingesteld dan bij basisgebruik. De nadruk lekdetectie). voor de Hi-sensible stand ligt op het comfortgevoel van de klant. E-2: de temperatuur van de binnenunit is buiten het bereik van ...
  • Pagina 50 Snel  Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte van de gevraagde koelmiddel- temperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is toegestaan vanaf het opstarten. Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van de situatie, tijdelijk tot 6°C dalen.
  • Pagina 51 Voorbeeld: Automatische stand bij koelen Voorbeeld: Automatische stand bij verwarmen 100% 100% 49°C 46°C 6°C 3°C 35°C A Reële belastingscurve 2°C b Virtuele belastingscurve (initiële capaciteit automatische stand) A Virtuele belastingscurve (standaard piekcapaciteit automatische stand) c Virtuele streefwaarde (waarde initiële verdampingstemperatuur automatische stand) b Belastingscurve d Vereiste waarde verdampingstemperatuur...
  • Pagina 52: Voorzorgsmaatregelen Voor Het Proefdraaien

    Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag INFORMATIE van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit stabiel te laten draaien. De streefwaarde ligt echter vast en wordt Vergeet niet dat wanneer de unit voor het eerst wordt gebruikt om de optimale balans tussen energieverbruik en comfort te gebruikt, ze meer stroom kan verbruiken.
  • Pagina 53: Correctie Na Abnormaal Beëindigen Van Het Proefdraaien

    Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit 15.5.3. Correctie na abnormaal beëindigen van het  afzonderlijk worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits proefdraaien één voor één met een normale regeling op de gebruikers- Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode op de interface na het beëindigen van het proefdraaien.
  • Pagina 54 In de tabel hierna vindt u een overzicht van de mogelijke storingscodes. Storingscode Hoofd- Subcode code Master/slave 1/slave 2 Inhoud Oplossing 01/03/05 Hogedrukschakelaar is geactiveerd (S1PH, S2PH) - A1P Controleer toestand van afsluiter of problemen met (lokale) (X3A; X4A) leidingen of luchtstroom over luchtgekoelde spiraal. 02/04/06 •...
  • Pagina 55: Gebruik Van De Unit

    Storingscode Hoofd- Subcode code Master/slave 1/slave 2 Inhoud Oplossing • Waarschuwingsaanduiding: Lekdetectie of controle • Voer automatische vulfunctie uit (zie handleiding); unit niet hoeveelheid koelmiddel niet uitgevoerd (systeemwerking klaar voor lekdetectie niet mogelijk) • Storingscode: Systeem nog niet proefgedraaid • Laat systeem proefdraaien (systeemwerking niet mogelijk) Slechte bedrading naar Q1/Q2 of binnenunit - buitenunit Controleer (Q1/Q2) bedrading...
  • Pagina 56: Onderhoud En Service

    17. Onderhoud en service AANDACHT Houd het veilig. Raak de schakelkast aan met uw hand om 17.1. Inleiding onderhoud uw lichaam te ontladen van statische elektriciteit voordat u onderhoud uitvoert; op deze manier voorkomt u dat u de Om een optimale werking van de unit te verzekeren moeten op printplaat zou beschadigen.
  • Pagina 57: Procedure Voor Controle Van De Maximale Concentratie

    18.2. Maximale concentratie B Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije De maximale hoeveelheid koelmiddel en de berekening van de luchtcirculatie toe te laten. maximale koelmiddelconcentratie zijn rechtstreeks gerelateerd aan de ruimte waarin personen verblijven en waarin het koelmiddel dus zou kunnen lekken.
  • Pagina 58: Unitspecificaties

    20. Unitspecificaties (c) Het echte aantal units hangt af van het type binnenunit (VRV DX, Hydrobox, RA DX, ...) en de beperking op de aansluitverhouding voor het systeem (50%≤CR≤130%). (d) Nominaal bij 230 V. (e) De geluidswaarden worden gemeten in een semi-anechoïsche ruimte. INFORMATIE Het geluidsvermogensniveau is een absolute waarde geproduceerd door een geluid.
  • Pagina 59: Elektrische Specificaties

    20.2. Elektrische specificaties RXYQ8T RXYQ10T RXYQ12T RXYQ14T RXYQ16T RXYQ18T RXYQ20T RYYQ8T RYYQ10T RYYQ12T RYYQ14T RYYQ16T RYYQ18T RYYQ20T RYMQ8T RYMQ10T RYMQ12T RYMQ14T RYMQ16T RYMQ18T RYMQ20T Voeding Voeding • naam • naam • fase • fase • frequentie • frequentie (Hz) (Hz) •...
  • Pagina 60: Inhoudsopgave

    Dit symbool geeft nuttige tips of bijkomende informatie 11.4. Storingscodes ................65 aan. Wij danken u voor de aankoop van dit Daikin VRV IV-systeem. Sommige soorten gevaar worden weergegeven door speciale symbolen: De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
  • Pagina 61: Inleiding

    -uitlaat. Wanneer de ventilator met Uitrusting die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken. deze handleiding, maar die niet wordt geleverd door Daikin.  Laat de binnenunit of de gebruikersinterface nooit nat worden.
  • Pagina 62 WAARSCHUWING AANDACHT  Plaats geen apparatuur met een open vlam op  Steek nooit een voorwerp in de luchtinlaat of -uitlaat. plaatsen die blootgesteld zijn aan de luchtstroom van Voorwerpen die in contact komen met de snel- de unit of onder de binnenunit. Dit kan onvolledige draaiende ventilator kunnen gevaarlijk zijn.
  • Pagina 63: Systeemlay-Out

    Bedrijfsbereik 2.2. Systeemlay-out Uw buitenunit van de VRV IV-warmtepompreeks kan één van de Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en volgende modellen zijn: vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te  RYYQ: Enkel model continu verwarmen. verzekeren. RYMQ: Multi model continu verwarmen. ...
  • Pagina 64: Voor Systemen Met Een Omschakelaar Voor Koelen/Verwarmen Op De Afstandsbediening

    6.1.2. Voor systemen met een omschakelaar voor 2 Bij een RXYQ-buitenunit stopt de ventilator van de binnen- koelen/verwarmen op de afstandsbediening unit, wordt de koelmiddelcyclus omgekeerd en wordt energie van in het gebouw gebruikt om de warmtewisselaar van de Overzicht van de omschakelaar voor koelen/verwarmen op de buitenunit te ontdooien.
  • Pagina 65: Voor Systemen Met Een Omschakelaar Voor

    6.2.2. Voor systemen met een omschakelaar voor AANDACHT koelen/verwarmen op de afstandsbediening Het draaibereik van de klep kan worden veranderd.  Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. (Alleen voor Dubbelstroom, Multi-stroom, Hoek, Plafondmontage en Wandmontage). Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale ...
  • Pagina 66: Voorzorgsmaatregelen Bij Groepsbesturing Of Besturing Met Twee Gebruikersinterfaces

    Wanneer VRV DX-binnenunits en RA DX-binnenunits zijn op het display staat (tijd om het luchtfilter te reinigen),  aangesloten (of alleen RA-binnenunits): laat u de filters door een erkend servicetechnicus schoonmaken. (Zie "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.) Afhankelijk van de lokale instelling op de buitenunit, kan een Houd de binnenunit en de gebruikersinterface op minstens 1 m ...
  • Pagina 67: Onderhoud

    Onderhoud Symptoom 2: Koelen/verwarmen kan niet worden omgeschakeld (omschakeling onder centrale besturing) op het display  betekent dat dit een slave-gebruikersinterface is. VOORZICHTIG Wanneer de omschakelaar voor koelen/verwarmen op de  afstandsbediening is geïnstalleerd en op het display Kijk uit voor de ventilator. (omschakeling onder centrale besturing) staat.
  • Pagina 68: Problemen Oplossen

    Er is een laag "sah", "choro-choro" geluid hoorbaar wanneer de De bedrijfsschakelaar werkt niet goed.   binnenunit stilstaat. Maatregel: Schakel de voeding uit. Dit geluid is hoorbaar wanneer een andere binnenunit werkt. Als het unitnummer op het display van de gebruikersinterface ...
  • Pagina 69: Dienst-Na-Verkoop En Garantie

    11. Dienst-na-verkoop en garantie Tabel 1 Onderhoudscyclus Inspectie- (vervangingen en/of 11.1. Garantieperiode Onderdeel cyclus reparaties) Elektromotor 20.000 uur Bij dit product wordt een garantiekaart geleverd die de dealer bij  Printplaat 25.000 uur de installatie heeft ingevuld. De klant moet de ingevulde kaart controleren en zorgvuldig bewaren.
  • Pagina 70: Storingscodes

    Storings- INFORMATIE code Het is mogelijk dat schade veroorzaakt door het Hoofdcode Inhoud demonteren of schoonmaken van de binnenkant van units Storing gastemperatuursensor warmtewisselaar (buitenunit) door iemand anders dan onze erkende dealers niet onder Storing aanzuigtemperatuursensor (buitenunit) de garantie valt. Storing temperatuursensor ontijzen (buitenunit) De unit verplaatsen en verwijderen Storing vloeistoftemperatuursensor (na onderkoeling HE)
  • Pagina 71 (S1NPL) (S1NPH) (S1NPH) (S1NPL) (S1PH) (S1PH) (S2PH) R21T R22T R21T 10-12HP 10-12HP...
  • Pagina 72 *4P329765-3 C 00000006* 4P329765-3C 2013.03...

Inhoudsopgave