Het tabblad Geavanceerd
•
Formaat van origineel: selecteert het formaat van originelen (zie
"Het formaat van de originelen selecteren" op pagina 90).
•
Oorspronkelijke stand: selecteert de afdrukstand van de
originelen (zie "De richting van originelen selecteren" op pagina 90).
•
Boek scannen: maakt het verzenden van een gescand bestand
van een boek of catalogus als e-mailbijlage mogelijk (zie "Boek
scannen" op pagina 91).
•
Taak samenstellen: hiermee kunt u meerdere pagina's scannen of
verschillende types van originelen in een bestand verzenden (zie
"Taak samenstellen" op pagina 92).
•
Terug: hiermee keert u terug naar het tabblad Basis.
Het tabblad Afbeelding
Met de pijl-omhoog/omlaag, links onderaan, kunt u naar de volgende of
vorige pagina's gaan.
•
Type origineel: selecteert of het origineel bestaat uit tekst, foto enz.
(zie "Het type origineel selecteren" op pagina 93).
•
Kleurmodus: past de opties voor kleuren van de gescande uitvoer
aan (zie "De kleurmodus selecteren" op pagina 93).
•
Tonersterkte: past de tonerdichtheid van de gescande uitvoer aan
(zie "Tonersterkte wijzigen" op pagina 93).
•
Scherpte: past het scherpteniveau van de gescande uitvoer aan
(zie "Scherpte aanpassen" op pagina 93).
•
Contrast: past het contrastniveau van de gescande uitvoer aan (zie
"Contrast aanpassen" op pagina 94).
•
Terug: hiermee keert u terug naar het tabblad Basis.
•
Achtergrond aanpassen: hiermee kunt u de achtergrond
gedeeltelijk wissen door de dichtheid of helderheid aan te passen
(zie "De achtergrond aanpassen" op pagina 94).
•
Afbeelding aan achterk. wissen: voorkomt bij het scannen van de
voorkant dat de afbeelding op de achterzijde van het origineel wordt
meegescand (zie "Afbeeldingen op de achterzijde wissen" op
pagina 94).
•
Scan naar rand: scant originelen van rand tot rand (zie "Scan naar
rand" op pagina 94).
•
Terug: hiermee keert u terug naar het tabblad Basis.
Het tabblad Uitvoer
•
Kwalit.: past de weergavekwaliteit van de gescande uitvoer aan
(zie "Kwaliteit" op pagina 95).
•
Voorinstelling scan: hiermee wijzigt u automatisch bepaalde
scanopties, zoals de resolutie en bestandsindeling. U kunt opties
aanpassen voor elk specifiek doel (zie "Voorinstelling scan" op
pagina 95).
•
Bestandsindeling: selecteert de bestandsindeling van de
gescande uitvoer (zie "Bestandsind." op pagina 95).
•
Best.beleid: wijzigt of overschrijft automatisch de naam wanneer er
op het USB-apparaat al een bestand met dezelfde bestandsnaam
bestaat (zie "Bestandsbelei" op pagina 96).
•
Map maken: maakt automatisch een nieuwe map aan voor het
opslaan van de gescande afbeelding (zie "Map maken" op
pagina 96).
•
Terug: hiermee keert u terug naar het tabblad Basis.
Scannen naar een USB-geheugenapparaat
•
Het apparaat kan het niet geformatteerd USB-geheugenapparaat
niet detecteren. Formatteer en steek het USB-geheugenapparaat
in de USB-geheugenpoort van uw apparaat.
•
Het apparaat kan het USB-geheugenapparaat niet detecteren als
het apparaat in de energiebesparende modus staat. Wacht tot het
apparaat zich in stand-bymodus bevindt en sluit vervolgens het
USB-geheugenapparaat opnieuw op de USB-geheugenpoort van
uw apparaat aan.
•
Het apparaat heeft twee USB-geheugenpoorten. Als er al een
USB-geheugen op één van de poorten aangesloten is en u sluit
een USB-geheugenapparaat op een andere poort aan, dan zal het
apparaat deze laatste niet detecteren. Verwijder het eerst
geplaatste USB-geheugenapparaat en sluit vervolgens het
gewenste USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
1. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van
uw apparaat.
2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of
plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 34).
Bezig met scannen_ 87