Actief bericht
Toont eventuele foutberichten en codes die zijn opgetreden.
•
nr.: toont de volgorde van de berichten.
•
Apparaatstatusbericht: toont het foutbericht voor de actuele
fouten in het apparaat.
•
Foutcode: toont de code van het foutbericht.
•
Detail: toont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde
taak.
•
Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Beveiligde taak
Toont de lijst van beveiligde taken die de gebruiker in het
printerstuurprogramma heeft ingesteld (zie "Vertrouwelijk" op
pagina 130). U moet de in de printerstuurprogramma ingestelde
Gebruikers-ID en het Wachtwoord invoeren (zie "Vertrouwelijk" op
pagina 130).
•
nr.: toont de volgorde van de taken.
•
Type taak: toont het type van de taak.
•
Taaknaam: toont de naam van de taak.
•
Gebruiker: toont de naam van de taakeigenaar.
•
Detail: toont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde
taak. U kunt ook het aantal kopieën wijzigen door Instellingen
wijzigen in te drukken.
•
Bewerken: wijzigt de Taaknaam van de geselecteerde taak.
•
Verwijd.: hiermee verwijdert u de geselecteerde taak uit de lijst.
•
Afdrukk.: drukt de geselecteerde taak uit de lijst af.
•
Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Betekenis van de status
•
Bezig met ontvangen: het apparaat is bezig met het ontvangen
van data van een netwerk of faxlijn.
•
Bezit met verwerken van afbeelding: het apparaat is bezig met
het verwerken van de afbeelding (decodering, codering, conversie
van dataformaat).
•
Bezit met opmaken: het apparaat is bezig met het genereren van
de afbeelding voor het afdrukken.
•
In behandeling: de taak die in de wachtrij staat, wacht op zijn beurt.
•
Bezig met verzenden: het apparaat is bezig met de
gegevensoverdracht naar e-mail, server of fax.
•
Scannen: het apparaat is aan het scannen.
•
Bezig met kiezen: in de faxmodus is het apparaat bezig het
nummer van het faxapparaat van de ontvanger te kiezen.
•
Verbinding maken...: in de faxmodus wacht het apparaat op de
verbinding met de bestemming.
•
Bezig met afdrukken: het apparaat is bezig met afdrukken.
•
Opslag: de gegevens worden opgeslagen naar een vak of een
USB.
•
Uitgestelde taak: de taak wordt tijdelijk stopgezet gedurende de tijd
u heeft ingesteld bij Uitgesteld verzenden (e-mail, fax, server).
•
In wachtstand: in het tabblad Beveiligde taak is de taak tijdelijk
stopgezet wanneer de beveiligde afdruktaak vanaf een computer
wordt gestuurd. U kunt de taak vrijgeven door op Afdrukk. te
drukken.
•
Vastgehouden: Proefafdruk: de taak is tijdelijk stopgezet wanneer
de proefafdruktaak vanuit een computer wordt gestuurd. U kunt de
taak vrijgeven door op Vrijgeven te drukken.
•
Vastgehouden: Proefexemplaar: in de kopieermodus wordt de
taak tijdelijk stopgezet wanneer de proefkopie werd geselecteerd. U
kunt de taak vrijgeven door op Vrijgeven te drukken.
•
Vastgehouden: Gebruikersverzoek: de taak wordt tijdelijk
stopgezet bij het indrukken van Taak vasthouden. U kunt de taak
vrijgeven door op Vrijgeven te drukken.
•
Vastgehouden: Vertraagde afdruk: de taak wordt tijdelijk
stopgezet gedurende de ingestelde tijd voor de uitgestelde
afdruktaak, die vanaf een computer wordt gestuurd.
•
Vastgehouden: Bronnen nodig: de taak wordt tijdelijk gestopt als
er een probleem in het apparaat optreedt, zoals geen papier,
verkeerd papier, etc.
•
Verbroken: de taak wordt tijdelijk gestopt wanneer de
Onderbreken knop wordt ingedrukt voor een dringende kopieertaak.
•
Onderbroken: de taak wordt gepauzeerd wanneer de Stop knop
wordt ingedrukt of er een apparaatstoring optreedt.
•
Voltooid: de taak is voltooid.
•
Voltooid met fout: de taak is voltooid met fout.
•
Verwijderd: als u een taak in de lijst selecteert en op Verwijd.
drukt, wordt de taak verwijderd.
Inleiding_ 30