5. Selecteer het bestandsformaat van het opgeslagen bestand met
behulp van de pijl-links/rechts in Formatteren.
6. Druk op de knop Start om het opgeslagen bestand te verzenden.
U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het
apparaat bezig is met het verzenden van een e-mailbericht.
Server
Wanneer u opgeslagen gegevens naar de server stuurt, kunt u
uitsluitend gegevens sturen waarvan het Type taak is Vak, Fax of
Scan is.
1. Druk op Doc.vak > selecteer een vak dat u wilt openen >
Selecteren op het scherm.
2. Druk op het opgeslagen bestand dat u wilt verzenden en druk op
Verzenden naar.
3. Druk op Server en vervolgens op OK.
•
Kopie: De opgeslagen gegevens worden in het vak
bewaard.
•
Verpl.: Het apparaat verwijdert na het verzenden het
opgeslagen bestand.
4. Druk op het invoergebied voor de naam van de server. Druk op +
Toevoeg. om het serveradres van de ontvanger handmatig in te
voeren (zie "Serveradressen handmatig invoeren" op pagina 83).
U kunt ook Adresboek gebruiken om het adres op een eenvoudige
manier in te voeren (zie "Serveradressen van het adresboek
invoeren" op pagina 83).
5. Selecteer het bestandsformaat van het opgeslagen bestand met
behulp van de pijl-links/rechts in Formatteren.
6. Druk op de knop Start om het opgeslagen bestand te verzenden.
U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het
apparaat bezig is met het verzenden van een opgeslagen bestand.
Vak
1. Druk op Doc.vak > selecteer het vak dat u wilt openen > Selecteren
op het scherm.
2. Druk op het opgeslagen bestand dat u wilt verzenden. Druk op
Verzenden naar.
3. Druk op Vak en vervolgens op OK.
•
•
4. Druk op het bestemmingsvak waarnaar het opgeslagen bestand zal
worden verzonden.
5. Druk op Plakken om het opgeslagen bestand te verzenden.
Documentenvak_ 162
Kopie: De opgeslagen gegevens worden in het vak
bewaard.
Verpl.: Het apparaat verwijdert na het verzenden het
opgeslagen bestand.