Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Printer Configureren (Mac Os); Software Voor Netwerkverbinding Of Directe Verbinding Installeren (Mac Os X (10.2, 10.3, 10.4)); De Printer Delen In Een Lokaal Gedeeld Netwerk (Mac Os X (10.2, 10.3, 10.4)) - HP Officejet Pro K550 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De printer configureren (Mac OS)

U kunt de printer aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USB-kabel, maar u kunt
de printer ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
Software voor netwerkverbinding of directe verbinding installeren
(Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4))
1.
Sluit de printer via een USB-kabel aan op de computer.
2.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram van de cd op het
bureaublad en dubbelklik op het installatiepictogram. U kunt ook de map Installer op de Starter-
cd zoeken.
3.
Klik op Stuurprogramma installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
4.
Deel de printer, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers.
Directe verbinding: Deel de printer met andere Macintosh-gebruikers. Zie
delen in een lokaal gedeeld netwerk (Mac OS X (10.2, 10.3,
Netwerkverbinding: Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die de printer via het netwerk
willen benaderen, moeten de printersoftware op hun computers installeren.
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Mac OS X (10.2,
10.3, 10.4))
Wanneer de printer direct is aangesloten, kunt u deze met andere computers delen door middel van
een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Gebruik deze
configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de printer. De snelheid van
de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel gebruikers afdrukken op de
printer.
Voor het delen van de printer in een Macintosh-omgeving is ten minste het volgende vereist:
De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en moeten een IP-
adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
De gedeelde printer moet zijn aangesloten op een ingebouwde USB-poort op de Macintosh-
hostcomputer.
De clientcomputers moeten PowerMac- of PowerPC -computers zijn.
Op de hostcomputer en de clientcomputers die de gedeelde printer gebruiken, moet software
voor het delen van een printer en het printerstuurprogramma of PPD voor de printer
geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen van de printer en de bijbehorende Help-
bestanden installeren via het installatieprogramma.)
Voor meer informatie over het delen van een USB-printer raadpleegt u de ondersteuningsinformatie
op de Apple-website (www.apple.com) of de Mac Help op de computer.
NLWW
De printer
10.4)).
De printer configureren (Mac OS)
87

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave